Onlangs was ik in Orvieto en kreeg ik dit gerecht voorgeschoteld: gegrilde zalmfilets met een saus op basis van boter, kappertjes en ansjovis: heerlijk lekker! Het was vooral de saus die me intrigeerde. Ik heb toen maar mijn stoute schoenen aangetrokken en naar het recept gevraagd. En uiteindelijk bleek het een typische Italiaans recept te zijn, met veel minder ingrediënten dan je zou denken.
Voor deze ‘con burro ai capperi e acciughe‘ saus laat je gewoon boter zachtjes opwarmen en smelten. Je voegt er de ansjovisfilets bij. Die gaan smelten en zorgen voor het zoute in je gerecht. De kappertjes zorgen dat weer voor het zurige en die gaan we grof pletten. De boter brengt dan weer alles samen. Puur – eenvoudig – lekker.
Wat heb je nodig?
- 4 zalmfilets
- 6 ansjovis filets (op olie)
- 70 gram boter
- citroen
- 2 EL kappertjes
Hoe maak je het?
Zet een pan op het vuur die groot genoeg is voor de 4 zalmfilets. Laat deze warm worden op een middelmatig vuur. Doe er de ansjovis is, samen met de kappertjes en de boter. Plet de ansjovis en de kappertjes met de bolle kant van een vork. Giet in een kommetje en laat afkoelen en opstijven.
Wrijf de zalmfilets in met olijfolie en kruid met vooral peper (De ansjovis zijn het zoute element). Verwarm een lepel olie in dezelfde pan en bak de zalmfilets tot ze gaar zijn (afhankelijk van de dikte van de filets natuurlijk).
Haal de filets uit de pan en serveer ze op een bord. Leg er wat van de opgesteven ansjovis- en kappertjesboter over. Dien op met een schijfje citroen en wat verse kruiden. Serveer er een frisse Riesling bij.
NM.