De Wieliczka-zoutmijn is een historische zoutmijn gelegen in de stad Wieliczka, in de buurt van Krakau, Polen. Het staat bekend als een van de oudste en meest opmerkelijke zoutmijnen ter wereld en is een UNESCO-werelderfgoedlocatie sinds 1978.
De zoutwinning in Wieliczka dateert al meer dan 700 jaar, en delen van de mijn werden actief gebruikt tot 2007. Gedurende deze lange periode zijn uitgestrekte ondergrondse gangen en kamers ontstaan die door mijnwerkers werden uitgehouwen.
Zoutsculpturen en zoutkunst
Wat de Wieliczka-zoutmijn echt uniek maakt, zijn de prachtige zoutsculpturen en zoutkunstwerken die in de loop van de tijd zijn gecreëerd. Kunstenaars hebben met de hand prachtige sculpturen gemaakt van zoutsteen, variërend van religieuze beelden tot historische figuren en andere artistieke creaties.
Ondergrondse kapellen
Een van de meest indrukwekkende aspecten van de mijn zijn de ondergrondse kapellen die zijn versierd met zoutsculpturen, zoutreliëfs en zelfs een altaar. De meest beroemde is de Kapel van de Heilige Kinga, een prachtige kapel die volledig uit zout is gemaakt.
Tegenwoordig is de Wieliczka-zoutmijn een populaire toeristische attractie in Polen, die jaarlijks duizenden bezoekers trekt. Er zijn rondleidingen beschikbaar die bezoekers door de fascinerende ondergrondse wereld leiden, waar ze de geschiedenis van de mijnbouw kunnen ontdekken en de prachtige zoutkunstwerken kunnen bewonderen.
De Wieliczka-zoutmijn is niet alleen een belangrijk cultureel en historisch monument, maar het is ook een opmerkelijk voorbeeld van de vaardigheid en creativiteit van de mijnwerkers en kunstenaars die door de eeuwen heen hebben bijgedragen aan de creatie van deze bijzondere ondergrondse schat. Als je in Krakau bent, is een bezoek aan de Wieliczka-zoutmijn zeker de moeite waard om deze unieke ervaring te beleven.
Klaarmares – in het Frans Clairmarais – is gelegen in het Franse departement Pas-de-Calais (regio Hauts-de-France). De gemeente telt een goede 600 inwoners en maakt deel uit van het arrondissement Sint-Omaars (zie onderaan dit artikel).
De gemeente ligt gedeeltelijk in het Marais audomarois, een moeras- en poldergebied rond Sint-Omaars in het bekken van de rivier Aa. Gelegen op nog geen uur rijden van Lille, en op 40 minuten van Calais en Duinkerken is dit een ideale uitstap, zeker als je in deze prachtige en rustige omgeving met een bootje wil varen. Of wandelen. Of fietsen.
Het moeras van Audomarois
De moerassen van Audomarois, in het oosten begrensd door de grenzen van Binnen-Vlaanderen en in het westen door de uitlopers van de Artois, zijn verspreid over vijftien steden in het noorden en Pas-de-Calais: Saint-Omer, Clairmarais, Serques, Éperlecques , Houlle, Moulle, Salperwick, Tilques, Saint-Martin-lez-Tatinghem, Longuenesse, Arques, Watten, Saint-Momelin, Noordpeene en Nieurlet.
Een niet zo gekende bestemming maar toch vol verrassingen. Dit laatste moestuinmoeras in Frankrijk is een genot voor wandelaars, vissers en liefhebbers van natuuruitstapjes per boot in een ongerepte omgeving. Aan boord van de traditionele tuindersboten, de escutes en de bacôves bieden de laatste botenbouwers in de regio u tochten vol authenticiteit in “cruise”-modus in het hart van deze door de mens gevormde natuurlijke omgeving.
Erkend door UNESCO
Het moeras van Audomarois, dat met name gevoed wordt door de Aa, regenwater en afvoer, evenals door twee grondwatertafels, is een van de twee wetlands van nationaal of internationaal belang in de regio Nord-Pas-de-Calais. Het gebied is sinds 2013 erkend als Biosphere Reserve door UNESCO. Deze Man and Biosphere erkenning is perfect geschikt voor de Audomarois-moerassen: de omgeving is immers gevormd en wordt nog steeds gevormd door de mens, wat de mens en de natuur meer onderling afhankelijk maakt: zonder opruimen of wieden zou het moeras van Audomarois zijn onherbergzame aspect van de hoge middeleeuwen terugkrijgen. De biodiversiteit zou daar minder floreren en menselijke activiteit zou onmogelijk zijn.
Vlaamse oorsprong
Wat opvalt zijn de Nederlands klinkende plaatsen. Sommige rivieren hebben grappige namen, zoals Stackelwaert, Hongarwaert, Bogarwaert, Petite et Grande Meer, le Westbrouck, le petit et le grand Leeck… We vinden dit type naam vooral in de moerassen van Saint-Omer en Clairmarais. Deze namen getuigen van de Vlaamse oorsprong van de Audomarois en de ouderdom van deze rivieren. Om deze namen beter te begrijpen, is het handig om te weten dat Meer “meer” betekent (de kleine en grote meer zijn grote rivieren en polders ontworpen op een oud meer van enkele honderden hectaren), Leeck betekent “het lek” (of de uitmonding van een polder), “waert” betekent kanaal, “brouck” moeras en “stroom” de stroming.
Clairmarais met de boot: praktische info
Clairmarais kan je de uitzonderlijke Audomarois-polders met een rondvaartboot, een traditionele platbodem – een bacôve, een roei- of motorboot, kano of met de fiets ontdekken.
Er zijn enkele verhuurplaatsen, maar ik huurde een bootje bij Ô MARAIS BY ISNOR 3 rue du Marais 62500 Clairmarais, want gemakkelijk te vinden en heel schappelijke prijzen.
Na de boottocht kan je nog een bière blonde gaan drinken in de Brasserie Abbaye De Clairmarais of een bezoekje brengen aan de abdijhoeve zelf.
In 1935 was ‘Daar bij die molen’ een hit voor de Nederlandse revue- en radiozanger Willy Derby. De schrijver was de gesjeesde molenstudent en voormalige variétéartiest Jan van Laar (1872-1949). In zijn tijd verdween de ene na de andere molen onder de slopershamer. Maar nu is de molen een beschermd landschapsicoon en toeristische trekpleister, het beeldmerk van Nederland.
De molens van Kinderdijk
Het dorpje Kinderdijk in Zuid-Holland – op 90 km rijden van Antwerpen – staat bekend om de 19 molens en de waterpomp die in het gebied staan. Deze windmolens liggen aan de rivier de Lek en zijn sinds 1738 gebruikt voor het water management in het gebied. Aangezien het gebied onder zeeniveau ligt zou het zonder de molens helemaal onder water komen te staan.
Al eeuwenlang gaan de Nederlanders slim om met het water dat ze aan alle kanten omringt. De duurzame samenwerking tussen natuur en techniek in de polders van Kinderdijk is zo uniek en waardevol, dat het hele gebied sinds 1997 op de UNESCO Werelderfgoedlijst prijkt. Deze molens gingen dus niet onder de sloophamer. Gelukkig maar want Kinderdijk en zijn molens zijn een uitstapje waard.
Wil je er meer over weten dan kan je in het bezoekerscentrum terecht voor meer informatie over de verschillende molens en de omgeving. Dit bezoekerscentrum “Wisboomgemaal” is gelegen in de oude Wisboom waterpomp in het Overwaard gebied, waardoor je hierbij ook gelijk de oude waterpomp kan bekijken.
De 19 molens
De 19 molens zijn verdeeld over 4 groepen: de Lekkerland molens, de Nederwaard molens, de Overwaard molens, en de Blokweer molen.
De Lekkerland molens
Deze zijn gelegen in de Nieuw-Lekkerland polder. Dit waren er ooit 3, maar daarvan zijn er nu nog maar 2 te zien. Deze molens hebben een achthoekig vorm en gebruiken een schroef in plaats van een rad om het water omhoog de rivier in te pompen.
Oude waterschap Nederwaard
In het oude waterschap Nederwaard zijn 8 ronde molens gelegen. Deze molens zijn van steen en hebben een rieten kap. De molens pompen met een inpandig waterrad water naar de bovenste bassin. Eén van de molens is open als museum, waarbij gezien kan worden hoe een voormalig molenaar hier met zijn familie van dertien kinderen heeft gewoond.
Het waterschap Overwaard
8 andere molens zijn terug te vinden in het waterschap Overwaard. Deze molens zijn net zoals de Lekkerland molens achthoekig maar zijn weer net zoals de Nederwaard molens bedekt met riet. Deze molens hebben een inpandig waterrad waarmee het water vanuit de lagere bassin naar de bovenste bassin gepompt wordt.
Blokweer polder molen
De laatste molen is de Blokweer polder molen. De molen staat op een gemetselde voet en het waterrad pompt het water meer dan een meter omhoog naar het bassin. Net als één van de Nederwaard molens is deze molen omgebouwd tot museum, zodat je als bezoeker kan zien hoe de molenaars te werk gingen.
Kinderdijk bezoeken
Het gebied is alleen te bereiken te voet of met de fiets, maar doordat Kinderdijk niet heel groot is, is dit makkelijk te doen. Er lopen wandelpaden en fietsroutes langs de molens van Kinderdijk, waardoor je een bezoek aan het dorp heel goed kan combineren met een langere wandel- of fietstocht door de polder. Hou er rekening mee dat het vlak is want toen ik er op bezoek was stond er een ijskoude wind.
Tussen 1 april en 1 oktober is het ook mogelijk om met een boot de molens te bekijken. De boottocht duurt ongeveer een half uur. Ook is er de optie om met de paardentram langs de molens te rijden.
Het gevarieerde aanbod maakt van Bologna een heel aangename citytrip bestemming. Bologna is een stad voor alle seizoenen. Je hoeft je weinig zorgen te maken over het weer want er zijn ongeveer 40 kilometer galerijen en portieken, zodat je altijd beschut bent. Volg de portieken tot de Monte della Guardia waar de Santuario di Madonna di San Luca staat en je hebt een prachtig uitzicht over de rode daken van Bologna.
De mooiste galerijen zijn de portico dei Servi en dia aan het Piazza Cavour, waar de portico tussen 1862 en 1865 prachtig beschilderd werd door Gaetano Lodi. En je kan ook nog de oude portici bewonderen, zoals de houten portico van Casa Isolani, een enorme houten arcade uit de romaans-gotische periode. Ook de houten portici van Palazzo Grassi en die van de Case Seracchioli behoren tot de oudste van de stad.
Portico della Morte (zie foto boven het artikel)
De Booggang van de Dood, aan de Via de’ Musei dankt zijn lugubere naam aan het nabijgelegen voormalige ziekenhuis, waarin nu het Museo Civico Archeologico is gevestigd. De leden van de Compagnia della Morte zorgden voor de ernstig zieken en begeleidden ook de ter dood veroordeelden. Ze kwamen zo vaak in aanraking met de dood dat dit hele stukje galerij hiernaar werd vernoemd.
Sinds 1825 is in deze portico Libreria Nanni gevestigd, waar de jonge Pier Paolo Pasolini regelmatig te gast zou zijn geweest. In een interview in 1971 zei hij: ‘Il Portico della Morte è il più bel ricordo di Bologna. Mi ricorda l’Idiota di Dostoevskij, mi ricorda il Macbeth di Shakespeare, mi ricorda i primi libri. A quindici anni ho cominciato a comprare lì i miei primi libri, ed è stato bellissimo, perché non si legge mai più, in tutta la vita, con la gioia con cui si leggeva allora.’
Italiaanse cultuurgoed
Naast de 42 kilometer in het centrum zijn er ook nog 20 kilometer (nieuwere) galerijen in andere wijken. Van die 42 kilometer zijn er dus 12 erkend als werelderfgoed. Ook de 14e-eeuwse fresco’s van Padua (Urbs Picta) en de Montecatini Terme vielen in de prijzen.
Bologna werkte al jaren aan de kandidatuur en presenteerde de galerijen als het symbool van een duurzame stedelijke levensstijl. Binnen de galerijen zijn publieke en religieuze gebouwen voor alle sociale klassen. De arcades zijn door de eeuwen heen gebouwd volgens eenzelfde model. Ze vormen een verbinding tussen de openbare ruimte en private panden. Overigens kwam het idee ooit voort uit woningnood. Toen de stad in de 14e eeuw snel groeide besloot men dat er extra woonruimte op zuilen gebouwd mocht worden, waardoor de straat toch de gewenste breedte behield.
De Waalse provincie Henegouwen met Bergen (Mons) als hoofdstad heeft heel wat leuke bezienswaardigheden voor een gevulde daguitstap of een weekendtrip! Ontdek meer over ons industriële verleden, want wij gingen op zoek naar deze unieke kunstwerken.
We bezochten de vier scheepsliften van het centrumkanaal, de gigantische kanaallift van Strépy-Thieu en het hellend vlak van Ronquières. Een weekendje industriële architectuur en ontspannen wandelen in de natuur.
De hydraulische scheepsliften van het Centrumkanaal
Terrils, schoorstenen en mijnliften zijn de getuigen van de hoogdagen van staal en steenkool rond het Oude Centrumkanaal in het Waalse La Louvière. Om het transport over water te verzekeren werden eind 19e eeuw vier scheepsliften gebouwd om het Henegouwse Plateau te overwinnen. Deze vier scheepsliften uit het begin van de 19de eeuw zijn door UNESCO erkend als werelderfgoed.
Even ter herinnering: toen de Waalse steenkool- en staalindustrie eind 19e eeuw uit z’n voegen barstte, was een verbinding van de stroombekkens van Maas en Schelde een noodzaak. Ingenieurs zagen er brood in om het Kanaal Brussel-Charleroi te koppelen aan dat van Nimy-Blaton-Péronnes. Maar daarvoor moest het Henegouws Plateau met een verval van 68meter over een lengte van 7 km overwonnen worden. Sluizen waren te duur en te complex. Ingenieurs zagen als oplossing 4 hydraulische scheepsliften die elk een zekere hoogte overbruggen. Eén lift overbrugt 15,4 meter en de andere drie elk 16,93 meter.
De scheepsliften liggen op de waterweg tussen de Maas en de Schelde, het zogenaamde Centrumkanaal in de provincie Henegouwen. Je kan deze unieke tijdloze kunstwerken in hun originele werkende staat bewonderen. Ze zijn gemakkellijk toegankelijk en in de buurt kan je mooie wandelingen of fietstochten maken.
Industrieel erfgoed
De scheepsliften op het Centrumkanaal zijn ontworpen door een zekere Edwin Clark. Ze werden gebouwd tussen 1888 en 1917, en overbruggen samen een verval van zo’n 68 meter.
Houdeng-Goegnies
Houdeng-Aimeries
Strépy-Bracquegnies
Thieu
Na meer dan een eeuw functioneert alles nog perfect. Elke lift bestaat uit twee symmetrische, met water gevulde bassins waarvan de hoogste, die meer water bevat en dus zwaarder weegt, het andere bassin via pistons omhoog duwt.
Vanop de scheepslift van Houdeng-Aimeries zie je een beetje verder de derde lift al opdoemen. Het is verbazend hoe harmonieus deze kunstwerken van staal zich in het groene decor van het oude kanaal hebben genesteld.
Je kan dus makkellijk van de ene naar de andere lift rijden of fietsen, in soms heel spectaculaire uitzichten.
Het Centrumkanaal
Door de bouw van het Centrumkanaal via de aanleg van een nieuwe waterweg is het nu mogelijk om schepen tot 1.350 ton te laten doorvaren. Deze bouw was nodig omdat het nabijgelegen historische kanaal te klein was geworden om de industriële activiteiten van de regio de nodige faciliteiten te bieden.
Het Centrumkanaal, dat ingehuldigd werd in 2002, strekt zich uit over 27 km tussen Bergen en Seneffe. Het is een echt kruispunt van waterwegen geworden in het stroomgebied van Samber en Maas. Het biedt de mogelijkheid om met de zwaarste schepen van het stroomgebied van de Maas naar dat van de Schelde te varen.
De kanaallift van Strépy-Thieu
Het goederenvervoer wordt sinds 2002 omgeleid via de grote scheepslift van Strépy-Thieu. Dit monumentale bouwwerk dat in 2002 operationeel werd, doet het werk van de vier oude liften en overbrugt het verval in een keer. De kabellift – de liftbakken hangen aan kabels – is maar liefst 102m hoog, 135m lang en kan schepen tot 1350 ton vervoeren. Het is de grootste scheepslift van Europa en de tweede grootste scheepslift ter wereld. Gewoon spectaculair en je voelt je echt klein. Klim zeker eens naar de top van deze betonnen en metalen gigant.
De kanaallift van Strépy-Thieu, op het Centrumkanaal, is de tweede grootste bootlift ter wereld. Beleef een unieke ervaring door naar de top van deze betonnen en metalen kolos te klimmen, meer dan 100 m hoog!
In cijfers: 110 meter hoog, 135 meter lang en 75 meter breed. Twee bakken van 112 x 12 meter, geschikt voor de zwaarste boten; 200.000 ton per maand (een binnenvaartschip van 1350 ton komt overeen met bijna 70 vrachtwagens).
Adres: Rue Raymond Cordier 50, 7070 Thieu
Het hellend vlak van Ronquières
Het Hellend vlak van Ronquières is een scheepslift nabij Ronquières. Het is een hellend vlak op het Kanaal Charleroi-Brussel. Het overbrugt het hoogteverschil met het Henegouws Plateau. Het hellend vlak van Ronquières is iets wat je moet ontdekken, niet in het minst omdat het bezoek ook een prachtig uitzicht biedt op de streek.
Eens je voorbij het loket bent waar je kaartjes kan kopen, brengt de panoramische lift jou snel tot bij de glazen loopbruggen en de informatiebordjes. Het is de ideale plek om het verkeer van de boten te observeren en het bewegen van de bakken. En als je ten slotte alsmaar hoger komt en de top van de 150 m hoge toren bereikt, dan heb je een prachtig uitzicht op de streek en het hellend vlak. Bij mooi weer zie je onder andere de Leeuw van Waterloo en het Atomium van Brussel.
Het is het langste hellend vlak ter wereld. De constructie bestaat uit 2 bakken gevuld met water van 91 m op 12 m, en die tussen de 5.000 en 5.700 ton wegen, die volledig onafhankelijk werken en waarin de boten binnenvaren. Het zijn als het ware badkuipen op wieltjes die de vaartuigen vervoeren over een afstand van 1432 m die het hoge en het lage niveau van het hellend vlak scheiden. Het verval is 68 meter met een hellingsgraad van 5 %.
Matera, stad van de Sassi, is de Culturele Hoofdstad van 2019
Matera mag zich in 2019 – samen met de Bulgaarse stad Plovdiv – Culturele Hoofdstad van Europa noemen. Dat op zich is al een reden om Matera te bezoeken. Maar Matera is nog omwille van veel andere redenen uniek. Wij gingen er op citytrip en laten jullie meegenieten van iets heel uniek.
Het kleine stadje in Basilicata wordt al zo’n 35.000 jaar onafgebroken bewoond. Het is daarmee een van de oudste steden ter wereld en een van de eerste plaatsen waar mensen zich in Italië in de prehistorie vestigden.
Wie Matera zegt, zegt grot- of rotswoningen, ‘Sassi‘ genoemd. De Sassi vormen een soort stad onder de stad – een Citta Sotteranea – en worden nog altijd bewoond of gebruikt als restaurant, museum, winkel, galerie of hotel. Matera ligt op een berg en deze ruimtes zijn uit de rotsen uitgehouwen – laag per laag en van boven naar beneden. Heel uniek, want als je door Matera wandelt, loop je eigenlijk altijd op iemand zijn dak. Dat kan je zien omdat er hier en daar een soort dakvenster uitsteekt, zodat er toch wat licht naar binnen kon.
Deze Sassi zijn de reden waarom Matera als allereerste plaats in Italië in 1993 op de Lijst van Werelderfgoederen van Unesco belandde. En de Sassi dienden als decor voor een groot aantal op de Bijbel geinspireerde films zoals The Passion of Christ (met Mel Gibson), The Young Messiah, King David en Ben Hur.
En daar zijn de inwoners van Matera heel fier op. De huisjes in een groot aantal lagen zijn niet meer bewoond, omdat het niet meer hygienisch was. In de jaren vijftig en zestig van de vorige eeuw werden de Sassi een probleem. Er woonden teveel mensen in de grotten, de sanitaire voorzieningen waren onvoldoende en de woningen werden een broeihaard van ziektes. Vandaar dat eind van de vorige eeuw een groot aantal huisjes door de overheid onbewoonbaar verklaard werden en de bewoners werden verkast naar moderne blokken in het nieuwe stadsgedeelte van Matera. Toen ik op verkenning was door Matera kwam ik een oudere man tegen, die tegen zijn zin had moeten verhuizen, maar nog elke dag zijn oud – nu leegstaand huisje kwam bezoeken. Een schrijnend verhaal.
Een wandeling door de Sassi
Matera is gebouwd tegen een steile helling, boven een kloof gevormd door de Bassento rivier. De uitgehouwen grotten in de rotswanden worden al duizenden jaren bewoond. De Sassi zijn een perfect voorbeeld van hoe bouwwerken een harmonieus geheel kunnen vormen met de omgeving.
Je kan dus een groot deel van deze rotswoningen bezoeken. De Sassi worden verdeeld in twee groepen: de Sasso Barisano met rotswoningen die nu dienst doen als restaurant, winkel, cafeetjes en hotels en de Sasso Caveoso waar je het grotleven het beste kan zien.
Ga zeker eens binnen in Casa Noha, een museum met multimediale projectie die je de geschiedenis van de Sassi toont; en de Casa Grottadi Vico Solitario.
De kathedraal van Matera
De
kathedraal ligt op de top van de Civitas heuvel en torent boven Matera uit. De
kathedraal stamt uit de dertiende eeuw en ligt precies tussen de Sassi Barisano
en Sassi Caveoso in waardoor je op beide delen van de stad en de wijde omgeving
een fenomenaal uitzicht hebt.
De Grotkerken van Matera (Chiesi rupestri)
Er werden niet alleen woningen in de grotten ingericht, maar ook hele kerken. Dat gebeurde vooral in de Middeleeuwen toen monniken op de vlucht sloegen voor vervolgingen in het Byzantijnse Rijk en hun toevlucht zochten in de grotten van Matera. Ze maakten er een soort gebedscentra van. Onder de kerken creëerden ze een hele wereld van kapels, heiligdommen, kloosters en cryptes. Het interieur van deze grotkerken is vaak schitterend gedecoreerd.
Matera en
omgeving telt maar liefst 150 van dit soort kerken. Je kan er verschillende
bezoeken. St. Peter Barisano, Saint Lucia alla Malve, Santa Maria de Idris,
Chiesa di Madonno della Virtu, Chiesa di San Nicola del Greci en de vier
kerkjes Il Convincio di Sant’Antonio zijn enkele mooie voorbeelden.
De Palombaro Lungo
Palombaro Lungo is een groot waterreservoir onder het centraal gelegen Piazza Vittorio, aangelegd in 1846. Het indrukwekkende vijftien meter diepe reservoir voorzag de inwoners van Matera van water. Het reservoir is een onderdeel van een uiterst ingenieus systeem van tunnels, kanalen en grotten.
Tot zover een aantal van de bekendste plekjes in Matera.