Tag Archives: Spanje

Zelfgemaakte Aardappelgnocchi met champignons & tijm

Vandaag maken we lichte gnocchi van aardappelen – gnocchi di patate – en deze serveren we met een roomsaus van gemengde champignons en geparfumeerd met verse tijm.

Gebruik een mix van paddenstoelen zoals Shimeji, portobello, oesterzwammen en enoki.

Door de aardappelen in hun geheel te koken met de schil, blijven de aardappelen droog en luchtig. Daardoor blijven je gnocchi licht van textuur.

Zie ook onze wijnsuggestie onderaan: een frisse Rias Baixas.

Wat heb je nodig?

  • 500 gram aardappelen
  • 15 gram boter
  • 2 EL Parmezaan
  • 150 gram bloem
  • 1 ei
  • 2 EL olijfolie
  • 375 gram champignons
  • verse tijm
  • 1 teentje look
  • 300 ml room

Hoe maak je het?

Gnocchi van aardappelen

We gebruiken een passe-vite of een pureepers om het deeg luchtig te houden. Met een pureestamper wordt het deeg soms te kleverig. De eerste mechanische pureepers was trouwens een Belgische uitvinding uit 1928, van een zekere Victor Simon

Kook de aardappelen gaar en giet af. Pureer de aardappelen met een pureepers in een middelgrote kom. Roer ei, boter, Parmezaanse kaas en voldoende bloem erdoor om een ​​stevig deeg te maken. Verdeel het deeg in vier porties. Rol elke portie op een met bloem bestoven oppervlak tot een rol van 2 cm dik. Snij elke rol in stukken van 2 cm. Leg de verse gnocchi in een enkele laag op een licht met bloem bestoven plaat. Dek af en zet 1 uur in de koelkast.

De champignonroomsaus


Verhit een lepel olijfolie in een pan op hoog vuur. Bak de champignons met een fijn gesnipperd teentje look en een takje tijm. Laat de champignons goed bruin worden. Voeg de room toe en laat de saus indikken. Doe er wat geraspte Parmezaan bij en breng op smaak met peper en zout.

Kook ondertussen de gnocchi in porties in kokend water (tot de gnocchi naar de oppervlakte drijven en gaar zijn). Haal uit de pan met een schuimspaan.

Voeg de gnocchi bij de champignonroomsaus. Meng en laat even doorwarmen. Werk af met wat Parmezaanse kaas en extra takjes tijm.

#UNCORKED Rias Baixas

Onze wijnsuggestie is deze Spaanse Alba Martin Rias Baixas. In het koele noordwesten van Spanje, in de regio Galicië, ligt het groene Rías Baixas. Deze regio ligt heel dicht bij de Atlantische Oceaan dus is het klimaat er maritiem en relatief koel en vochtig. De ster van Rías Baixas is de witte druif albariño. De frisse, levendige wijnen zijn geurig, heel fruitig en aangenaam droog. Rías Baixas telt vijf subzones. Val do Salnés, de beste, ligt aan de westkust. O Rosal en Condado do Tea liggen op de hellingen langs de noordelijke oevers van de rivier Miño. Het kleine Soutomaior ligt in het zuidwesten van het gebied en Ribeira do Ulla tot slot vind je in het noorden.

NM.

Spaanse Albóndigas

In Meatball Mania speuren we de wereld af op zoek naar gerechten met gehaktballen. Die recepten kan je op deze site vinden aan de linkerkant in het Menu VLEES onder de Tab MEATBALLS. De oorsprong van gehaktballen is onbekend, al lijkt het er sterk op dat de kofte of kofta gerechten (zie receptuur) uit Persië komt en dat het doorgegeven hebben aan de Arabieren. Vermoedelijk zijn de gehaktballen dan zo doorgereisd naar Noord-Afrika, Griekenland en Spanje. Ondertussen heeft zowat elke cultuur zijn versie van meatballs. Vandaag staan de Spaanse albóndigas op het menu.

Het woord albóndigas is afgeleid van het arabische woord voor hazelnoot – al-bunduq – of een klein rond voorwerp. Het zou te maken hebben met een gerecht dat door de Berbers werd meegebracht tijdens de Moorse overheersing van Spanje. Spaanse albóndigas worden geserveerd als tapa (fingerfood) of hoofdgerecht, meestal in een tomatensaus.

Bij Spaanse gehaktballen  wordt het gehakt en de aromaten gemengd met een béchamelsaus, om ze heel zacht en vochtig te houden. En geserveerd met een Spaanse versie van een tomatensaus, waarin we wat brandy en witte wijn verwerken. Het resultaat is een ware lekkernij!

Onze wijnsuggestie

Een rode Pizarras de Otero 2016 Bodegas Martin Codax, gemaakt van de relatief onbekende Mencia druif

Wat heb je nodig?

  • 2 EL boter
  • 2 EL bloem
  • 125 ml melk
  • 750 gram gemengd gehakt (kalf-varken)
  • 2 eieren
  • 3 EL fijn gesnipperde platte peterselie
  • 1 EL droge witte wijn
  • 1 teentje look, geplet en fijn gesnipperd
  • 1 theelepel zoete paprika (pimentón de la vera)
  • peper en zout
  • olijfolie

Voor de tomatensaus

  • 2 grote tomaten
  • 1 fijn gesnipperde ajuin
  • 1 halve wortel, fijn gesnipperd
  • 2 teentjes look
  • 1/2 theelepel zoete paprika (pimentón de la vera)
  • 1 EL bloem
  • 125 ml droge witte wijn
  • 3 EL brandy of sherry
  • 500 ml kippenbouillon
  • fijn gesneden platte peterselie

Champignons

  • 1/2 kilo paddenstoelen naar keuze
  • olijfolie
  • peper en zout

Hoe maak je het?

De béchamelsaus

Smelt de boter in een kleine sauspan. Voeg er de bloem bij en laat verder koken op een klein vuurtje. Roer constant met een garde tot de bloem uitgekookt is. Voeg er dan geleidelijk aan en al roerend de melk bij, tot je een gladde saus hebt. Laat nog een paar minuten inkoken. Zet opzij en laat de Béchamel afkoelen.

De gehaktballen

Neem een grote mengkom en daar het gehakt in, samen met de eieren, de wijn, look, paprika, peper en zout en giet daar de béchamelsaus over. meng goed dooreen en zet weg in de koelkast.

Na een paar uur mag je de meatballs maken. Maak ze niet te groot, ongeveer 3 cm diameter. Neem een grote pan en verwarm 2 EL olijfolie en bak de meatballs tot ze gaar zijn.

De tomatensaus

Maak ondertussen de tomatensaus. Rasp de tomaten tot enkel het vel overblijft. Neem een sauspan en gaar de fijngesneden wortel en een teentje look op een zacht vuurtje. Doe er het vlles van de tomaten bij en de paprika en laat verder garen op een zacht vuurtje. Strooi er wat bloem over (zodat de saus kan indikken), en blus met de wijn en brandy.  Laat goed inkoken. Wanner de saus klaar is, kan je die verder pureren in een blender. Doe er dan de bouillon bij, controleer de kruiding en hou warm (tot de meatballs gebakken zijn).

De meatballs mogen nu bij de saus. Laat even verder doorwarmen tot de smaken gemengd zijn en voed er de fijn gesnipperde peterselie bij.

Bak de champignons in een lepel olijfolie. Serveer op een bord en serveer er de albóndigas bij met een paar lepels saus.

Buen provecho!

NM.

Cubaanse Mojo varkensspiesjes

8163

Met dit gerecht zijn we in Cuba aanbeland. Lechón Asado, of geroosterd varkensvlees is het nationale gerecht bij uitstek en wordt zowat bij alle feestelijke gelegenheden klaargemaakt. En alvorens te grillen of te roosteren, wordt het varkensvlees gemarineerd in een marinade gemaakt met de lokale nogal zure appelsienen. Deze hebben de citrussmaak van gewone appelsienen maar zijn zeer zuur. Om het zelfde effect te verkrijgen gaan we een mengeling maken van appelsiensap en het veel zuurdere limoensap.

Lechón Asado is eigenlijk een gerecht dat uit Spanje komt en is in de loop der tijden doorgegeven aan hun vroegere koloniën, zoals Cuba, de Filippijnen enzoverder. Diegene die al voet gezet hebben op de Canarische Eilanden – veel dichter bij huis dan Cuba natuurlijk – hebben daar misschien al de mojo rojo of verde voorgeschoteld gekregen, al dan niet in pikante versie.

Het vlees – maar je kan evengoed vis of kip hierin klaarmaken – wordt geprepareerd in mojo. Als je mojo hoort denk je natuurlijk aan de Austin Powers films maar mojo is echt wel de naam van de marinade. Het is een pittige marinade: de look en het sap van de citrusvruchten geven er de punch aan. Zeer snel en eenvoudig te maken en toch o zo lekkere smaken.

Wat heb je nodig?

  • 600 gram varkensvlees
  • 4 EL olijfolie
  • 6 teentjes look, geplet
  • 1 EL komijnzaadjes, lichtjes geplet
  • Sap van 2 appelsienen
  • Sap van 2 limoenen
  • Verse tijm of oregano

Hoe maak je het?

We beginnen met de marinade te maken. Giet de olijfolie in een pan met een zware bodem en verwarm op een laag vuurtje. Wanneer de olijfolie warm is, doe je er de geplette look en de komijn bij. Zorg ervoor dat de look niet verbrand of begint te kleuren, de look moet enkel zijn smaak afgeven. Na een minuutje mag de pan van het vuur. De inhoud moet nu afkoelen vooraleer we er rest van de ingrediënten bij doen. Wanneer de vloeistof afgekoeld is maag het sap van de appelsienen en limoenen erbij en de tijm of oregano.

Snij het varkensvlees in stukken, groot genoeg om later op de houten stokjes te prikken (die je eerst in water weekt, zodat ze niet verbranden). Doe ze in een glazen kom en giet er ¾ van de marinade over. Dek af, zet in de koelkast en laat de marinade gedurende minstens een uur zijn werk doen (je mag het gerust een ganse nacht laten staan).

Steek nu de stukjes varkensvlees op de spiezen en grill deze aan alle kanten aan alle kanten tot ze gaar zijn. Leg op een serveerschotel en gier er de rest van de mojo over. Versier eventueel met wat stukjes appelsien.

NM.

8160

Lekkere Amandelsaus uit het Midden-Oosten

2140

Ik heb ten allen tijde alle mogelijke soorten noten in voorraad omdat ik ze graag gebruik in de keuken. Tijdens de afgelopen feestdagen viel het mij nog maar eens op hoeveel zoete als hartige gerechten noten bevatten. Mijn favoriete noot – en ook de meeste voedzame – is wel de amandel, in al zijn vormen: gemalen, geschaafd, geblancheerd, geroosterd, in amandelspijs of in melkvorm.

Ik heb eens opgeschreven in wat voor gerechten ikzelf de laatste maanden amandelen heb gebruikt: de vulling van een kalkoen, forel, tajine, groene bonen (zie recept), kip korma, romesco saus, panforte, frangipane (zie recept) en amaretti koekjes. Je kan er waarschijnlijk zelf nog een hele reeks bij bedenken. Wat een variëteit aan gerechten!

Als je tijdens de eindejaarsfeesten eens rondom je heen kijkt zie je trouwens overal desserten met amandelen. Denk maar aan de grote Claudia-photo-Arabesque-coverhoeveelheden marsepein die door scholen en scouts worden verkocht. En ieder land heeft wel één of meerdere amandelspecialiteiten. Spanje heeft onder andere de polvorones, mantecados en turrón; Griekenland heeft glykisma amygthalou en amygthalota; Duitsland heeft zijn pfeffernüsse and mandelspritzgeback; Italië de amaretti en calcionetti; Frankrijk zijn bresiliennes, amandes glacées en cuisses des dames (Schenkele uit de Elzas) en ga zo maar door. De amandel moet zo één van de meest gebruikte ingrediënten in de keuken zijn.

Een tijdje geleden zocht ik een saus die bij witte rijst paste en kwam ik uit bij deze amandelsaus van Claudia Roden. Zij is één van mijn favoriete culinaire schrijfsters, niet zozeer voor de recepten an sich maar voor de achtergrond, het onderzoek naar het ontstaan van gerechten vooral uit het Midden-Oosten. Deze amandelsaus is een specialiteit uit Damascus in Syrië maar heeft ook al een hele geschiedenis en kruisbestuiving achter de rug.

2459

Wat heb je nodig?

  • ½ cup gemalen amandelen
  • 2 ½ cups lichte kippenbouillon
  • Peper en zout
  • 2 teentjes look, zeer fijn gehakt
  • 2 EL fijn gehakte platte peterselie plus nog een beetje voor de decoratie
  • ½ theelepel suiker
  • Sap van 1 citroen
  • Een snuifje kurkuma (turmeric)

Hoe maak je het?

Meng het gemalen amandelpoeder en de koude kippenbouillon in een sauspan. Breng tot het kookpunt en voeg er all de andere ingrediënten aan toe. Verminder het vuur en laat 20 tot 30 minuten reduceren. Roer af en toe eens om.

Voeg er eventueel een snuifje kurkuma aan toe, zodat je een mooie lichtgele kleur krijgt. Je saus is klaar wanneer al je ingrediënten goed gemengd zijn in een rijke, smaakvolle saus.

Werk af met wat platte peterselie en serveer over dampende rijst.

NM.

Alfajores met Dulce De Leche

3038

Alfajores zijn traditionele Arabische koekjes die je vooral in Medina Sidonia in Spanje kan vinden. Medina Sidonia is een klein pittoresk stadje met witte straten, gelegen in de buurt van Jerez de la Frontera en Cadiz, in het het hartje van de provincie Cadiz. Het werd in de achtste eeuw veroverd door de Moren, vandaar de Arabische invloeden. Het koekje Alfajor vond eeuwen later dankzij de ontdekkingsreizigers en kolonisten zijn weg naar Argentinië, Mexico, Peru en Uruguay, waar het razend populair is, en meestal met dulce de leche wordt gegeven.

Het recept hieronder is de Zuid-Amerikaanse versie van alfajores en die verschilt van de oorspronkelijke arabische versie. Ik heb deze lekkere koekjes lang geleden leren kennen in New York. Tijdens een wandeling viel mijn oog op een soort sandwichkoekjes die aan elkaar hingen met een soort karamel. Van een vriendelijke mevrouw heb ik toen de ganse uitleg gekregen. Alfajor – enkelvoud – is dus een zacht maar kruimelig koekje die per twee aan elkaar worden geplakt met dulce de leche, eventueel met poedersuiker bestrooid en in de kokos gerold.

Het leuke aan deze koekjes is dat je kan gaan experimenteren met het deeg, door het toevoegen van vanilla extract (of amandelextract), wat zeste van een citroen of limoen of wat cognac (of brandy). Deze geeft geen likeursmaak aan je alfajores maar de lichte toets van brandy combineert goed met het vanilla extract en de zeste en geeft je koekje een extra dimensie. Hou je net zoals ik niet van kokos, dan kan je alfajores door fijn gemalen noten rollen.

Maak zelf je dulce de leche. Het recept volgt hieronder, het is zo gemakkelijk en je zal echt tevreden zijn met je zelfgemaakte dulce de leche.

3026

Alfajores

Wat heb je nodig? Voor ongeveer 30 koekjes

  • 1 ¼ cup maïzena
  • ¾ cup bloem
  • 1 theelepel bakpoeder
  • ¼ theelepel baking soda (natriumbicarbonaat)
  • ¼ theelepel zout
  • 100 gram ongezouten boter, op kamertemperatuur
  • 6 EL suiker
  • 2 grote eigelen
  • dulce de leche

Optioneel

  • 1 theelepel brandy of cognac
  • 1 theelepel puur vanilla extract
  • poedersuiker

Hoe maak je het?

Verwarm de oven voor op 160 graden Celsius en plaats een ovenrek in de middelste positie. Gebruik anti-kleefbakplaten, silpat of leg er bakpapier op.

Neem een mengkom en zeef de maïzena, bloem, bakpoeder, baking soda en zout.

In een andere kom ga je met een mixer de boter en de suiker opkloppen, met andere woorden, de boter cremeren. Zorg dat je boter echt zacht is. Hoe harder, hoe meer kruimelig je deeg zal zijn. Klop de zachte boter en de suiker op met een mixer gedurende ongeveer 10 minuten tot het mengsel bleek van kleur geworden is. Het is belangrijk van lang genoeg op te kloppen zodat je deeg smeuïg is en de suiker volledig is opgelost.

Voeg de eierdooiers toe, één voor één, en klop goed na elke toevoeging. Schraap de zijkanten en de bodem van de kom met een rubberen spatel indien nodig.

Vervolgens voegen we het droge maïzena-bloemmengsel bij de boter. Meng voorzichtig ondereen met een rubberen spatel. Het deeg moet samenkomen en zal nog wat kruimelig zijn. Vorm het mengsel in een bal en dek af met plastiekfolie. Laat je deeg ongeveer 3 minuten rusten op kamertemperatuur.

Bestuif je werkblad met wat bloem en wrijf ook je deegrol in met bloem. Rol het deeg uit tot een dikte van ongeveer 7 millimeter. Neem een ronde koekjessnijder van ongeveer 5 centimeter en schik de uitgesneden koekjes op je bakplaat, ongeveer 1 cm uit elkaar.

Bak de koekjes on geveer 12 minuten tot de randen lichtbruin worden. Alfajores moeten bleek van kleur blijven. Leg ze op een rooster zodat ze kunnen afkoelen. Indien ze niet allemaal op één bakplaat kunnen, bak ze dan in verschillende keren.

Wanneer de koekjes afgekoeld zijn, lepel je op de helft wat dulce de leche en bedek ze dan met de andere helft. Bestrooi eventueel licht met wat poedersuiker.

3043

Dulce de leche: een culinair accident

Eén van die dingen die ze volgens Nullam aan de ingang van het paradijs verkopen is dulce de leche, zoete melk letterlijk. Het is een verschrikkelijk lekkere kaloriebom, dat je op je boterham, op ijs en nog zovele andere dingen kan doen. Ik heb de alfjores met dulce de leche gemaakt voor een groep kinderen en die waren er helemaal weg van.

Samen met de alfajores is dulce de leche een belangrijk deel van de Argentijnse cultuur. Het is puur toeval – nog maar eens een lekkernij die zo ontstond – ontstaan tijdens een oorlog in 1829 in Argentinië, toen de keukenmeid een dessert wou maken met suiker en melk, maar door de vijand verrast werd en haar pan op het vuur had laten staan. Een paar uur later kon ze toch terug naar haar keuken en vond een ingekookte bruine substantie in haar pan. Een dappere soldaat proefde ervan en dulce de leche was geboren.

Je moet het echt eens proeven maar ook gewoon eens zelf maken. Er zijn veel recepten die gecondenseerde melk in een blik laten koken of je kan het in de supermarkt kopen, maar wij kiezen voor de traditionele methode.

9163

Wat heb je nodig?

  • 3 liter melk
  • 2 eetlepels vanilla extract
  • 1 theelepel natriumbicarbonaat
  • 800 gram fijne suiker

Hoe maak je het?

Doe alle ingrediënten in een zware pan met dikke bodem. Zet de pan op een heel laag vuur en laat rustig sudderen gedurende ongeveer 2 uur. Roer af en toe eens om. Je zal zien dat je mengsel langzaam dik en bruin wordt. De dulce de leche is klaar wanneer als ze blijft aan je lepel hangen. Laat een beetje afkoelen en giet in gesteriliseerde glazen potten die je in de koelkast bewaart.

NM.

Crumble van paddenstoelen en pompoen

9371

Tijdens deze koude en tegenachtige winterdagen zoeken we troost in comfort food of soul food. Deze zijn speciaal gemaakt om negatieve psychologische gevoelens weg te werken en positieve gevoelens te versterken. We kozen vandaag voor een hartige crumble.

Een crumble, ook wel eens brown betty genoemd, is een gerecht van Britse origine dat bestaat in zoete en in hartige versie. Crumbles werden voor het eerst gemaakt tijdens de Tweede Wereldoorlog omdat er een tekort was aan ingrediënten om deeg te maken (zoals bloem, boter, olie en suiker). Deze werden dan vervangen door broodkruimels. Later werden de crumbles populair omdat ze zo eenvoudig te maken zijn. De best gekende versies zijn natuurlijk de NM Comfort food1dessert crumbles, maar je kan ze evengoed in een hartige versie maken. De techniek is dezelfde. Voor de hartige versie gebruiken we groenten en/of vlees dat we eerst stomen of bakken en dan bedekken met een kruimelige laag van een vetstof, broodkruimels, bloem, kaas enzoverder, die we dan krokant afbakken in de oven.

Deze hartige crumble maken we op basis van aardappelen, gemengde paddenstoelen en pompoen, de ideale herfst- en wintergroenten. Dit zijn onze vaste bestanddelen die we op voorhand zullen garen. We mengen er wat geroosterde hazelnoten onder voor de crunch en kerstomaatjes voor smaak en vocht. We serveren deze winterse crumble met een stuk gegrilde Rubia Gallega, een topproteine. Dit malse vlees is van de Rubia Gallega-runderen, gekenmerkt door de mooie en subtiele vetdooradering. Dit supervlees is afkomstig uit Galicië (Noord-Spanje), dat bekend staat om zijn runderfokkerijen. Het vet tussen de spieren verleent dit vlees een buitengewone smaak en malsheid. Vele sterrenchefs bereiden dit topproduct in hun restaurants.

Wat heb je nodig? voor 4 personen

  • 4 middelgrote aardappelen
  • 400 gram champignons
  • 300 gram pompoen
  • 200 gram kerstomaatjes
  • 50 gram geroosterde hazelnoten
  • 75 gram brood (een paar dagen oud)
  • 2 takjes marjolein
  • 1 takje tijm
  • Olijfolie
  • Peper en zout

Hoe maak je het?

Was de paddenstoelen. Dep ze droog, verwijder de steeltjes en snij in stukken. Schil de aardappelen en snij deze in kleine blokjes. Doe hetzelfde met de pompoen.

Neem een braadpan en verwarm een paar eetlepels olijfolie en bak de stukken aardappel en pompoen. Voeg er na een tijdje ook de in stukken gesneden paddenstoelen bij. Blus met wat warme bouillon en laat onder deksel verder garen. Je kan deze crumble gemakkelijk op voorhand maken en op het laatste moment in de oven afwerken. De crumble moet maar een korte tijd in de oven voor de krokante laag, dus de ingrediënten mogen gaar zijn.

Voeg er de in twee gesneden kerstomaatjes bij en de verse (of gedroogde) tijm.

Verwijder de korsten van het brood en breek het in stukken. Doe het brood samen met de hazelnoten, de marjolein en wat olijfolie in de blender en pulseer een paar keer.

Verdeel het aardappel en paddenstoelenmengsel over de ovenschaaltjes en bedek met een laag broodkruimels. Werk af met wat stukjes hazelnoot.

Zet de schaaltjes 3 tot 4 minuten onder de grill en dien op.

NM.

Sint-jakobsschelpen met Sriracha Beurre Blanc

6493

In iconografie is de schelp het attribuut bij uitstek van Jakobus of Jakob en ook de sint-jakobsschelp is naar hem vernoemd. Hij wordt ook veel afgebeeld met een staf of wandelstok, het teken van de pelgrim. Volgens de overlevering zou een ster zijn graf hebben aangewezen in Santiago de Compostella in Spanje. Vandaag – 25 juli – is het de – en dus alle Jaaks en Jacques – en gaan we iets doen met heerlijke sint-jakobsschelpen – dit is de juiste spelling trouwens. Ik heb ze graag gewoon gebakken met een druppeltje citroensap maar vandaag serveren we ze met een lekkere pittige beurre blanc op basis van Sriracha, een Thaïse chilisaus.

Sint-jakobsschelpen behoren tot mijn favoriete zeevruchten. Correct gebakken met een gekarameliseerd korstje ontdek je onder andere toetsen van zoet en zout. En ze zijn ook snel klaar, een paar minuten in de pan en je hebt er geen speciale apparatuur voor nodig.

Maar, er zijn wel een paar belangrijke tips.

Ga voor de grote sint-jakobsschelpen, niet van die kleine vernepelingskes. Ze moeten mooi ivoorkleurig zijn en zo droog mogelijk. Teveel vloeistof wijst op bewaarproducten. Ze moeten ook NM tip van de dagheel vers zijn. Kook ze zo snel mogelijk na aankoop. Als je ze toch nog een nachtje moet bewaren, bewaar ze dan koud op ijs in de koelkast.

De sint-jakobsschelpen gaan bij het bakken in een handomdraai van mals, zacht en juicy naar droog en rubberachtig. Je moet ze dus eigenlijk van het vuur (én uit de pan) halen vooraleer het te laat is. Je pan blijft, zelfs van het vuur, warme afgeven en de sint-jakobsschelpen zijn proteïne, dus ze blijven voortkoken. Haal ze van het vuur wanneer ze nog ongeveer een minuutje moeten doorgaan. Zo vermijd je overkookte sint-jakobsschelpen.

Je hebt bij de visboer mooie sint-jakobsschelpen uitgekozen en we gaven je alwat technische tips. Het bakken is gemakkelijker. Je hebt alleen een zware pan nodig en een vetstof met een hoog rookpunt (zoals bijvoorbeeld geklaarde boter, plantaardige olie of vet van spek). Doe een klein beetje olie (of de vetstof die je gebruikt) op je sint-jakobsschelpen en kruid met peper en zout. De rest van de vetstof gaat in de pan. Wanneer de vetstof goed warm is mogen de sint-jakobsschelpen in de pan. Regel nummer één: laat genoeg plaats tussen de sint-jakobsschelpen zodat ze ruimte hebben. Voor regel nummer twee: zie verder.

Bak ze in de pan op een middelmatig vuur. Draai ze na ongeveer drie minuten om. Als je zeker wil zijn of ze klaar zijn, snij je er één door. Waneer de sint-jakobsschelp vanbinnen licht glazig is (medium) dan zijn ze goed. Probeer ze een mooi bruin korstje te geven zonder ze te overbakken. Vergeet regel nummer één niet en je mag ze gerust een minuutje laten rusten vooraleer ze op te dienen.

6613

 

Wat heb je nodig?

Voor de sint-jakobsschelpen

  • sint-jakobsschelpen
  • 3 EL geklaarde boter (of andere vetstof)
  • Peper en zout
  • 1 citroen

Voor de Sriracha Beurre Blanc

  • 1 sjalot, fijn gesnipperd
  • ½ dl witte wijn
  • ½ dl citroensap, rijstazijn (mirin) of rode wijnazijn
  • 1 EL Sriracha
  • Ongezouten boter, ijskoud en in kleine blokjes gesneden
  • platte peterselie, voor de versiering
  • zout en peper

Hoe maak je het?

Sriracha beurre blanc saus

We beginnen met de beurre blanc omdat dit iets langer duurt dan het bakken van de sint-jakobsschelpen. We maken de beurre blanc met Sriracha, een pikante chilisaus uit Thaïland. De saus is gemaakt van chili’s, look en azijn. De beurre blanc zal door de Sriracha een wat romige tekstuur aan dit gerecht geven en door zijn pikantheid en zuur, de smaak van de sint-jakobsschelpen goed aanvullen.

Beurre blanc is een leuke saus om te maken.  We beginnen met de reductie. Doe de  witte wijn en het citroensap (of een andere zure vloeistof) in een sauspan, samen met de fijn gesnipperde sjalot. Laat zachtjes inkoken tot je nog slechts een paar lepels siroopachtige vloeistof over hebt. Verwijder de sjalot en zet de pan naast het vuur.  We doen er de Sriracha bij en gaan er nu één voor één de koude blokjes boter al roerend aan toe voegen. Gebruik goede ijskoude boter. Na één paar blokjes mag de pan terug op een zacht vuurtje, tot de rest van de blokjes boter er bij gedaan werden en je een mooie beurre blanc hebt. Proef even en kruid bij indien nodig.

Je kan er eventueel een scheutje room bijdoen om de saus te stabiliseren, maar het hoeft zeker niet.

stjacobschelpenbakken copy

Het bakken van de sint-jakobsschelpen

Zie hierboven naar de tips voor het bakken van de sint-jakobsschelpen. Maar jullie hebben nog één regel tegoed, namelijk regel 2. Sint-jakobsschelpen hebben niet altijd dezelfde grootte en daarnaast moet je zorgen dat er genoeg ruimte tussen is in de pan. Vandaar regel 2: beschouw je pan als de wijzerplaat van een uurwerk en leg de sint-jakobsschelpen volgens de wijzerzin in de pan, te beginnen met de grootste. Zo hou je de controle over het bakken, bij het omdraaien  halverwege (begin terug bij 12 uur)en over de cuisson.  Schik de sint-jakobsschelpen op een bord en nappeer de Sriracha beurre blanc errond.

NM.