Marlene® appels van hoge kwaliteit
Als je aan Zuid-Tirol (Alto Adige) denkt, denk je vooral aan natuur, bergen, en vooral skiën. Maar je mag daar ook appels aan toevoegen. Het appelmerk Marlene® teelt overheerlijke appels van hoge kwaliteit die afkomstig zijn uit de valleien van de Noord-Italiaanse Alpen (zie filmpje). Dankzij haar Zuid-Tiroolse roots garandeert Marlene® kwaliteit, deskundigheid, territoriale identiteit en de beste smaak. Een andere troef is de uitgebreide waaier aan variëteiten: heerlijk zoet, zuur, sappig, stevig en krokant: “Vivi la varietà”.
De afgelopen jaren is Marlene® van een Italiaans een Europees merk geworden.
Wat maakt Marlene® appels zo bijzonder? Dat begint met de rijke grond en het unieke klimaat in Zuid-Tirol, bijgenaamd het appelparadijs. De zon schijnt er meer dan 300 dagen per jaar, dus meer dan 2000 uren zon – en dat proef je! Verder zorgt het grote verschil in temperatuur ‘s nachts en overdag voor een stimulering van de suikers, een mooi kleurtje en een lekkere knapperige bite. En natuurlijk de passie van de meer dan 5000 familiebedrijven die samen de Coöperatie van Zuid-Tiroolse Fruittelers (VOG) vormen. Zij zetten zich dag in dag uit met hart en ziel in voor al het goede in de unieke Marlene® appels.
Tarte Tatin
We maken een variatie van de klassieke tarte tatin (zie recept) door deze in een gietijzeren pan te maken. Je kan deze gewoon in de pan op tafel serveren met een bol roomijs in het midden of wat opgeklopte slagroom.
Wat heb je nodig?
- 5 Marlene appels
- 120 gram suiker
- 25 gram boter
- 1 ei
- slagroom of roomijs
Voor het deeg
- 150 gram bloem
- ei
- 20 gram suiker
- 75 gram koude boter, in blokjes gesneden
Hoe maak je het?
Voor het deeg
Pulseer in een blender de bloem met de suiker en een mespuntje zout. Meng er de stukjes boter onder en kneed tot een kruimelig deeg. Doe er een beetje ijswater bij. Verpak in plastiekfolie en leg een uurtje in de koelkast. Haal het deeg pas uit de koelkast wanneer je het nodig hebt.
De karamelsaus
Verwarm de oven voor op 200 graden. Neem een zware gietijzeren pan en zet deze op een hoog vuur. Doe er de suiker in tot deze gesmolten is en begin te karameliseren. Dit duurt ongeveer 3 tot 4 minuten. Nu mogen de geschilde en in stukken gesneden appel erbij en de boter. Opletten, want hete karamel durft al eens te spatten. Schud de pan even op, zodat zodat alle stukjes appel een laagje karamel hebben. Haal de pan van het vuur.
Bebloem je werkblad en rol het deeg uit tot het de grootte van je gietijzeren pan heeft (in mijn geval 23 cm). Leeg het deeg voorzichtig boven de appelen. Knip eventueel de randen wat bij. Maak een snede in het midden zodat de lucht/stoom kan ontsnappen tijdens het afbakken. Wrijf het deeg in met een mengeling van eiwit en water en bestrooi met wat suiker, voor een krokante korst.
Zet de pan terug in de oven en bak ongeveer 25 minuten (afhankelijk van je oven) of tot de korst mooi goudbruin en krokant is.
Serveer in de pan met een bol roomijs of opgeklopte slagrooom. Of draai om op een serveerschaal.
NM.