Tag Archives: Pantelleria Passito Licquoroso

Omgekeerde perentaart met Karamelsaus

Torta alle pere capovolta

Vandaag kiezen we voor een Italiaans dessert dat je toch even laat proeven van la dolce vita. Deze omgekeerde perentaart is een heel eenvoudig dessert om te maken. We zitten in de perfecte tijd van het jaar, want peren zijn een heerlijk seizoensfruit en het ideale ingrediënt voor het bereiden van herfst- of wintertaarten. De laagjes peer komen bovenop een karamelsaus, die voor de krokante kantjes zorgt.

Peren zijn geweldig – vol van karakter en smaak, met veel beschikbare variëteiten. Voor dit recept gebruik ik ofwel Doyenne du Comice – de koninginnepeer – of Durondeau, een typische herfstpeer, maar het lukt evengoed met de Conférence peer.

Serveer deze omgekeerde perentaart met een glaasje Pantelleria Passito Licquoroso, een versterkte zoete witte wijn, en je hebt een mooi dessert om je maaltijd af te sluiten.

Wat heb je nodig?

  • 3 peren
  • 150 gram bloem
  • 150 gram suiker
  • 4 EL polenta
  • 110 gram zachte boter
  • snuifje zout
  • 1 1/2 theelepel bakpoeder
  • 1 theelepel vanilla extract
  • 2 eieren
  • 120 ml melk
  • voor de karamel (50 gram suiker, 2 EL water en 1 EL boter)

Hoe maak je het?

De Voorbereiding

Verwarm de oven voor op 180 graden. Neem een springvorm van 20 cm en bekleed die met bakpapier.

De Karamelsaus

Zet een klein pannetje op een middelmatig vuur en doe er de suiker en het water in. Laat de suiker – zonder roeren – rustig de verschillende stadia doorlopen. Wanneer de suiker van amberkleurig naar donkerbruin gaat, haal je de pan onmiddellijk van het vuur en voeg er de zachte boter bij. Roer goed om tot je een mooie karamelsaus hebt. Giet deze in de bakvorm.

De Peren

Schil de peren en snij ze met een fijn mes of een mandoline in lamellen. Leg de fijne schijfjes peer dakpansgewijs en in een waaier bovenop de afgekoelde karamel.

Het Beslag

Klop de boter op met de suiker tot deze fluffy en bleek is geworden. Doe er het vanilla extract bij en de eieren – één voor één. Nu mag je er geleidelijk de bloem en polenta aan toe voegen (liefst in 3 keer) en de melk. Werk af met een snuifje zout.

Giet dit beslag over de peren en bak ongeveer 20 tot 25 minuten, afhankelijk van je oven.

Wanneer klaar haal je de cake uit de oven en laat deze in de vorm afkoelen. Leg dan een serveerschaal bovenop de vorm en draai in een vloeiende beweging om. Verwijder voorzichtig de springvorm. En laat de cake volledig afkoelen vooraleer op te dienen.

NM.

Cantucci van Antonio Mattei

Sluit je eetfestijn af in stijl met cantucci van Antonio Mattei en Pantelleria Passito Licquoroso, een versterkte zoete witte wijn. Beide zijn trouwens leuke geschenken.

Pantelleria Passito Licquoroso

Een van de leukste zoete wijnen komt van het eiland Pantelleria, voor de westkust van Sicilië. De maker van deze Pantelleria Passito Licquoroso – Cantine Pellegrino – is ook bekend van de Marsala Pellegrino (zie artikel). Het eiland werd de dochter van de wind genoemd, door de Arabieren die het eiland domineerden. Er is dus inderdaad veel wind op dit kleine eilandje, en de bodemstructuur is vulkanisch gesteente.

Op Pantelleria wordt een witte zoete wijn gemaakt volgens de passito methode. Tijdens de gisting, waarin suiker wordt omgezet in alcohol, wordt alcohol toegevoegd (vandaar versterkte wijn). Dit zorgt ervoor dat de gistcellen sterven en er restsuiker overblijft. Aan dit halffabrikaat wordt een hoeveelheid op de hellingen ingedroogde, zoete druiven toegevoegd.

De Pantelleria Passito Licquoroso wordt gemaakt van Zibbibo druiven. De wijn is licht amberkleurig en door de vulkanische bodem krijgt de wijn een intense geur van abrikoos, honing en gedroogde vijgen. De smaak is evenwichtig en honingzoet, met tonen van gedroogde vijg en lichte hints van abrikozen. Een traditionele begeleider van deze wijn zijn droge zoetigheden, zoals panettone (zie artikel) of cantucci.

Cantucci koekjes van Antonio Mattei

Naast een glaasje Pantelleria Passito, hebben we ook iets zoet nodig dat er perfect bij past. Cantucci betekent eigenlijk uiteinde (van een koekje of van de deeg) of overschotje. De koekjes van gelijke vorm werden in de winkels verkocht en de armen moesten genoegen nemen met de resterende hoekjes en kantjes. Dat zijn de cantucci. De originele komen uit Prato in Toscane. Het recept voor cantucci werd uitgevonden in 1858 door Antonio Mattei, die er nog steeds zijn winkel heeft. De originele formule waarmee hij een prijs won op de Wereldtentoonstelling van Parijs (1867) bestond uit bloem, verse eieren, suiker, amandelen en pijnboompitten.

Prato is ook de stad van de bekende renaissance schilder Fra Filippo Lippi, beroemd voor zijn magnifieke frescoes. In de vroeg 20e eeuw nam de reputatie van de cantucci enorm toe want Herman Hesse maakte er zijn favoriete koekje van. Cantucci worden in wijn gedopt om ze wat zachter te maken en hun aroma nog meer te laten uitkomen.

Wil je cantucci zelf maken, dan volgt hier het recept.

Wat heb je nodig?

  • 250 gr bloem
  • 250 gr suiker
  • 2 grote eieren
  • 150 gr geroosterde amandelen (gepeld en grof gehakt)
  • 2 theelepels bakpoeder

Hoe maak je het?

Verwarm je oven tot 200 ° Celsius.

Meng de droge ingrediënten goed ondereen. Klop de eieren goed los en voeg ze langzaam bij de droge ingrediënten. Neem een (ingevette) bakplaat en verdeel het deeg in lange rollen van ongeveer 3 tot 4 centimeter dik.

Bak de rollen gedurende 20 minuten. Haal ze uit de oven en laat ze afkoelen. Snij de rollen schuin in schijfjes van 2 centimeter. Cantucci zijn biscotti, dubbel gebakken koekjes. Dus gaan we ze nu een tweede keer bakken. Leg de schijfjes op de bakplaat en laat ze nog 5 tot 10 minuten uitdrogen op een temperatuur van 150 °.

Dit is afhankelijk van je oven, dus het kan eventueel wat langer duren tot de ze de gewenste bruine kleur hebben. Het enige waar je moet rekening is mee houden is, dat je cantucci steeds harder zullen worden.

NM.