Als je Toscane hebt bezocht ben je misschien wel eens van Firenze via Pisa naar de kust gereden. Dan ben je zeker het kleine maar mooie stadje Lucca gepasseerd. Daar werd in 1858 Giacomo Puccini geboren. Zijn familie was zeer muzikaal en toen hij op jonge leeftijd een voorstelling van Aïda van Verdi bijwoonde was hij meteen verkocht.
Hij was één van de grootste componisten aller tijden maar zijn leven was niet allemaal rozegeur en maneschijn. Hij verloor zijn vader toen hij vijf jaar was en er waren vervolgens nog al wat schandalen met vrouwen die er bij de Dag Allemaals en Story’s van die tijd als zoete koek in gingen. Hij vestigde zich een paar kilometers verder richting kust, in Torre del Lago, waar hij zijn meesterwerken componeerde: Manon Lescaut, Madame Butterfly, Tosca en La Bohème.
Als romanticus en levensgenieter had hij een voorliefde voor het platteland waar hij zijn twee grote passies kon uitoefenen, namelijk snelle wagens en de jacht.
Puccini in Brussel
De laatste vier jaar van zijn leven werkte Puccini aan Turandot, dat pas na zijn dood werd afgewerkt. Hij was geregeld depressief en leed aan suikerziekte. Puccini was een kettingroker en staat op de meeste foto’s en zelfs op zijn standbeeld in Lucca afgebeeld met een sigaret in de hand. In maart 1924 stelden de dokters vast dat hij kanker had. Na een eerste kuur in de buurt van Parma, die zonder gevolg bleef, raadpleegde hij een andere dokter, die hem doorverwees naar dokter Ledoux in Brussel, die een nieuw soort radiumtherapie had ontwikkeld. Puccini, eigenaar van een optrekje in de Koningstraat te Brussel, kwam aan op 4 november 1924.
Ledoux bevestigde de diagnose en besloot om Puccini te laten behandelen in een privé kliniek aan de Kroonlaan. De behandeling startte snel maar de ziekte was echter te ver gevorderd. Puccini overleed op 29 november 1924 in het gebouw aan de Kroonlaan nummer 1 in Elsene, waar nu nog een herdenkingsplaat hangt (die trouwens in erbarmelijke toestand is).
Geen enkel recept genoemd naar Puccini
Het was de gewoonte in de negentiende eeuw dat grote chefs gerechten de naam gaven van belangrijke personen. Met recepten rond Aïda en Verdi kan je bijvoorbeeld een ganse menukaart vullen. Raar maar waar, er is geen enkel recept naar Puccini genoemd in tegenstelling tot zeer vele van zijn tijdgenoten. Voor mij een beetje onbegrijpelijk. Na heel lang zoeken heb ik in één van de boeken van Escoffier ‘Oeufs pochés Manon’ gevonden, maar het is zelfs niet zeker dat dit aan Manon Lescaut gerelateerd is.
Toch moet Puccini culinair onderlegd geweest zijn want in een brief aan zijn publicist beschreef hij uitgebreid een recept voor bonen op Toscaanse wijze met salie en look. Ook voor de scènes in Café Momus in La Bohème week hij af van het oorspronkelijke script van Henry Murger en veranderde de recepten en de wijnen die er door Rodolfo, Marcello en Mimi worden genuttigd. Het is natuurlijk maar een detail in deze fantastische opera, maar het moet voor Puccini toch een zekere belang gehad hebben, waarschijnlijk omdat zijn versie van de recepten beter de sfeer weergeven van een bruisend café in de Quartier Latin in Parijs.
Panettone
Puccini’s muziek werd onsterfelijk gemaakt dankzij de grote dirigent Arturo Toscanini. Waarschijnlijk omwille van de depressie en de vele zware beproevingen tijdens zijn leven, leefde Puccini in artistieke isolatie, zelfs met Toscanini had hij een warm-koud relatie. Puccini had de gewoonte om elk jaar rond kerstdag een panettone te sturen naar al zijn vrienden. Eén jaar was hij echter vergeten Toscanini, met wie hij op dat ogenblik ruzie had, van de lijst te halen. Hij zag snel zijn vergissing in en stuurde hem dan maar onmiddellijk een telegram met de volgende woorden: “Panettone sent by mistake”, getekend Puccini. Een paar dagen later ontving hij een kaartje terug van Toscanini met het lakonieke antwoord: “Panettone eaten by mistake”.
NM.
Like this:
Like Loading...