Als je in de supermarkt rondloopt zou je bijna geloven dat het altijd paddenstoelenseizoen is. Misschien wel, zeker voor de witte champignons de Paris. Maar vanaf de eerste koele herfstdagen zijn er zoveel smaakvolle variëteiten die de moeite waard. Welke je ook kiest voor dit recept, alles wat ze nodig hebben is snel dicht schroeien en ze dan in een romige pastasaus mengen.
Dit is echt heerlijk. Ik heb het precies gemaakt zoals beschreven. Het is een rijk gerecht, maar niet zwaar. Er is net genoeg room om luxueus aan te voelen, maar niet genoeg om overweldigend te zijn. De citroen voegde een mooie frisheid toe. Ik was erg blij zoals het is, maar ik denk dat het ook gemakkelijk kan worden veranderd door bijvoorbeeld tijm of pancetta er aan toe te voegen. Proberen dus!
Verwarm 2 EL olijfolie in een grote zware pan op middelhoog vuur. Kook de champignons, tot ze knapperig beginnen te worden, ongeveer 8 tot 10 minuten. Breng met een schuimspaan de champignons over op een bord en breng op smaak met zout.
Zet het vuur wat lager en doe alle champignons terug in de pot. Voeg sjalotten toe en bak tot de sjalotten doorschijnend en gaar zijn.
Kook ondertussen de pasta in een grote pan kokend gezouten water, tot deze al dente is.
Breng de pasta met een tang over in de pan met champignons en voeg de room en een paar lepels kookvloeistof toe. Verhoog het vuur tot medium, breng aan de kook en laat de pasta onder voortdurend roeren doorwarmen. Wanneer de pasta gaar en de saus ingedikt is, haal je de pan van het vuur.
Voeg citroenschil en -sap, peterselie, boter en Parmezaanse kaas toe, en veel peper. Meng goed. Proef en breng indien nodig op smaak met meer zout. Verdeel de pasta over kommen en garneer met meer Parmezaanse kaas.
Risotto met paddenstoelen behoort voor velen tot het hoogste culinaire genot, misschien enkel geklopt door risotto met truffels. Vandaag gaan we de perfecte risotto klaarmaken, met gemengde paddenstoelen. Naast wilde bospaddenstoelen heb ik ook wat funghi porcini op de kop kunnen tikken en die staan bekend om hun verfijnde smaak.
Alhoewel rijst in zowat de halve wereld op het menu staat, is risotto onmiskenbaar Noord-Italiaans, vooral in de regio’s Piemonte en Veneto, waar je trouwens heel uitgestrekte rijstvelden kan zien en waar ze de goede boter hebben. Risotto is strikt genomen een primo (een voorgerecht), maar wordt evenveel als hoofdgerecht geserveerd.
Risotto maken is kunst
Het maken van risotto is voor mij een kunst, waarbij je alle zintuigen moet gebruiken om tot een perfect gerecht te komen: zien, ruiken, voelen maar ook luisteren. Eigenlijk een heel therapeutische bezigheid na een dagje stress. Schenk je zelf een glas wijn, zet wat muziek op en neem je favoriete pan en houten lepel en geniet.
Risotto lijkt heel eenvoudig om te maken, maar het is een gerecht dat je onverdeelde aandacht van start tot einde nodig heeft. Die 20 tot 25 minuten ben je bezig met je risotto en niets anders.
Welke rijst voor risotto?
Laten we beginnen bij de keuze van de rijst. Voor risotto heb je korte korrelrijst nodig, zoals Arborio, Carnaroli of Vialone Nano. Dit zijn de ideale soorten rijst om risotto te maken. De kunst is om een rijst te gebruiken die de vloeistof voldoende gaat absorberen zonder extreem te gaan kleven of te desintegreren. We hebben textuur en consistentie nodig.
Carnaroli is de ideale rijst voor beginnende risotto makers, omdat het eigenlijk heel moeilijk is om deze te overkoken. Carnaroli behoudt tijdens het kookproces heel lang zijn vorm en textuur, dit dankzij de twee lagen. De zeer resistente binnenlaag beschermt de korrel, zodat je deze rijst zonder al te veel problemen al dente kan koken.
De twee geheime wapens
Wat je in jouw risotto verwerkt, is volledig jouw keuze. Persoonlijk hou ik het zo eenvoudig mogelijk. Wel geef ik je nog dit mee, namelijk mijn twee geheime risotto wapens. Ik heb jaren geleden leren risotto maken van een echte Italiaanse mamma, de moeder van een Italiaanse collega, die een trattoria uitbaatte. Ik heb daar twee weken lang elke avond in de keuken mogen kijken en leren, en heb daar de kunst van risotto maken geleerd. Het eerste geheim wapen is Brodo ai Funghi Porcini. Naast de klassieke bouillon meng ik er ook wat brodo bij, voor een meer intense en diepere smaak. En het tweede wapen gebruik je tijdens de afwerking: gebruik ietsje minder boter maar voeg er een stuk meegekookt beenmerg bij. De kaloriedokter zal waarschijnlijk protesteren, maar dit maakt je risotto oh zo lekker!
Wat heb je nodig?
320 gram carnaroli rijst
100 gram Asagio kaas
30 gram Grana Padano kaas
300 gram gemengde paddenstoelen (ik gebruikte onder andere funghi porcini – eekhoorntjesbrood)
1,5 liter warme bouillon (kip of groenten)
1 sjalot
platte peterselie
1 stuk beenmerg
1 glas witte wijn
boter
peper en zout
Hoe maak je het?
Mise en place
Zorg dat alles klaar is wanneer je begint. Je mise en place is dus heel belangrijk.
Zet de pan met de bouillon op een laag vuurtje en hou een pollepel klaar.
Kuis de paddenstoelen en versnij in plakjes indien nodig. Hou een paar mooie exemplaren voor de afwerking.
Neem een pan met dikke bodem en warm een lepel olijfolie en een lepel boter op. Fruit de fijn gesnipperde sjalot op een laag vuurtje. Wanneer de sjalot begint te kleuren mag je er de stukken paddenstoel bij doen. Roer regelmatig om. Na een paar minuutjes blus je met de witte wijn en mag de rijst erbij. Goed omroeren want het is belangrijk dat alle rijstkorrels de vetstof opnemen. Je moet ze zien glinsteren.
Preparazione del risotto
Nu begint het echte werk, en in deze fase is geduld nodig. Giet een pollepel bouillon op de rijst: hete stoom zal uit de pan komen en de rijst kan het vocht beginnen absorberen. De bouillon moet echt volledig geabsorbeerd zijn vooraleer je er de volgende bij doet. Het proces versnellen heeft echt geen zin.
Blijf in de volgende minuten bouillon toevoegen. Roer regelmatig om. Wanneer de rijst al dente – beetgaar – is haal je de pan van het vuur. We werken van met de rest van boter en de gemalen kaas. Deze maken je risotto smeuïg. Maar het geheim wapen in mijn risotto is beenmerg, dat ik meegekookt heb in de warme bouillon.
Versier de risotto met een paar mooie paddenstoelen en dien warm op.
Bœuf Stroganoff is een vleesgerecht uit de Russische keuken, bestaande uit dunne blokjes gesauteerde biefstuk (of ander rundvlees) met een pittige saus, de Stroganoffsaus. Het recept stamt uit de 19e eeuw en is genoemd naar de familie Stroganov, een machtige familie met een groot handelsimperium. ‘Het is onmogelijk rijker te zijn dan de Stroganoffs‘, zo luidde een oud Russische gezegde.
Dit gerecht maak je snel klaar, dus ideaal voor tijdens de week. Serveer de Stroganoff met eiernoedels of op een krokante toast. En de vegetariërs laten gewoon het vlees weg.
Het is herfst dus is er een overvloed aan paddenstoelen. Vervang de witte champignons de Paris door wilde bospaddenstoelen voor een meer intense smaak. En de gerookte paprika voegt diepte toe aan dit gerecht.
Wat heb je nodig?
1 pak eiernoedels
400 gram rundsvlees – in kleine stukjes gesneden
1 EL olijfolie
2 EL boter
500 gram paddenstoelen naar keuze
2 teentjes knoflook, fijngehakt
2 takjes verse tijm
1 ½ theelepel gerookte paprika
1 theelepel zout
½ theelepel versgemalen zwarte peper
2 EL bloem
350 ml kippenbouillon
200 ml zure room
1 EL fijngehakte verse bladpeterselie
Hoe maak je het?
Kook de eiernoedels volgens de aanwijzingen op de verpakking. Haal van het vuur en dek af om warm te houden.
Verhit olijfolie en 1 EL boter in een grote pan op middelhoog vuur en schroei het vlees dicht. Haal uit de pan en laat verder garen in de oven.
Bak de champignons in dezelfde pan en bak gedurende 5 minuten. Doe er de knoflook, de tijm en gerookte paprika bij. Roer af en toe om tot de champignons lichtbruin zijn.
Voeg de bloem en resterende boter toe en kook, onder voortdurend roeren, 2 minuten. Giet de bouillon erbij en breng aan de kook, onder voortdurend roeren. Doe het vlees erbij wanneer het gaar is. Wanneer de saus voldoende ingedikt is, haal je ze van het vuur. Roer de zure room door de saus en werk af met peterselie. Serveer op toast of met eiernoedels
Vandaag maken we lichte gnocchi van aardappelen – gnocchi di patate – en deze serveren we met een roomsaus van gemengde champignons en geparfumeerd met verse tijm.
Gebruik een mix van paddenstoelen zoals Shimeji, portobello, oesterzwammen en enoki.
Door de aardappelen in hun geheel te koken met de schil, blijven de aardappelen droog en luchtig. Daardoor blijven je gnocchi licht van textuur.
Zie ook onze wijnsuggestie onderaan: een frisse Rias Baixas.
Wat heb je nodig?
500 gram aardappelen
15 gram boter
2 EL Parmezaan
150 gram bloem
1 ei
2 EL olijfolie
375 gram champignons
verse tijm
1 teentje look
300 ml room
Hoe maak je het?
Gnocchi van aardappelen
We gebruiken een passe-vite of een pureepers om het deeg luchtig te houden. Met een pureestamper wordt het deeg soms te kleverig. De eerste mechanische pureepers was trouwens een Belgische uitvinding uit 1928, van een zekere Victor Simon.
Kook de aardappelen gaar en giet af. Pureer de aardappelen met een pureepers in een middelgrote kom. Roer ei, boter, Parmezaanse kaas en voldoende bloem erdoor om een stevig deeg te maken. Verdeel het deeg in vier porties. Rol elke portie op een met bloem bestoven oppervlak tot een rol van 2 cm dik. Snij elke rol in stukken van 2 cm. Leg de verse gnocchi in een enkele laag op een licht met bloem bestoven plaat. Dek af en zet 1 uur in de koelkast.
De champignonroomsaus
Verhit een lepel olijfolie in een pan op hoog vuur. Bak de champignons met een fijn gesnipperd teentje look en een takje tijm. Laat de champignons goed bruin worden. Voeg de room toe en laat de saus indikken. Doe er wat geraspte Parmezaan bij en breng op smaak met peper en zout.
Kook ondertussen de gnocchi in porties in kokend water (tot de gnocchi naar de oppervlakte drijven en gaar zijn). Haal uit de pan met een schuimspaan.
Voeg de gnocchi bij de champignonroomsaus. Meng en laat even doorwarmen. Werk af met wat Parmezaanse kaas en extra takjes tijm.
#UNCORKED Rias Baixas
Onze wijnsuggestie is deze Spaanse Alba Martin Rias Baixas. In het koele noordwesten van Spanje, in de regio Galicië, ligt het groene Rías Baixas. Deze regio ligt heel dicht bij de Atlantische Oceaan dus is het klimaat er maritiem en relatief koel en vochtig. De ster van Rías Baixas is de witte druif albariño. De frisse, levendige wijnen zijn geurig, heel fruitig en aangenaam droog. Rías Baixas telt vijf subzones. Val do Salnés, de beste, ligt aan de westkust. O Rosal en Condado do Tea liggen op de hellingen langs de noordelijke oevers van de rivier Miño. Het kleine Soutomaior ligt in het zuidwesten van het gebied en Ribeira do Ulla tot slot vind je in het noorden.
Kip met een knapperig vel gebakken gecombineerd met prei en en boschampignons is een gemakkelijk familiegerecht! Je kan dit serveren met pasta (fettuccine) of krokant stokbrood.
De prei garen we eerst en laten die ook een beetje karameliseren, dus die wordt een beetje zoet. Ik deed er nog wat gebakken wilde bospaddenstoelen bij voor een wat aardse smaak. En dit alles komt met een lekkere roomsaus op basis van estragon (of dragon).
De prei goed kuisen door de buitenste groene bladeren verwijderen en te spoelen onder stromend water. Zo kan je het vuil verwijderen want dat wil je niet in je saus. Ten slotte snij je de wortel en de verdroogde punten weg.
Prei bevat veel vocht en verliest bij koken dus veel gewicht. Voorzie daarom per persoon een portie van ongeveer 300 à 400 gram.
Wat heb je nodig?
kippendijen met been en vel en kippenfilets
4 stelen prei (alleen de witte en bleekgroene delen)
2 teentjes knoflook
1 EL suiker
fijngesneden verse dragon
boschampignons
500 ml kippenbouillon
100 ml droge witte wijn
150 ml room
Hoe maak je het?
Verwarm de oven voor op 170 ° C.
Smelt 25 gram boter in een grote gietijzeren pan op laag vuur. Voeg de prei en de fijn gesneden look toe en laat 8 tot 10 minuten stoven (of tot de prei zacht en lichtjes gekarameliseerd is). Strooi er een tijdens het garen een EL suiker over. Giet er de kippenbouillon en wijn over en breng aan de kook. Haal dan snel van het vuur. Strooi er 3 EL verse dragon over.
Dep de stukken kip droog. Wrijf ongeveer 25 gram boter over elk stukje kip. Kruiden met peper en zout. Leg de stukken kip op de prei en bak verder in de oven, tot de kip gaar is.
Haal uit de oven en zet de pan op middelhoog vuur. Bak ondertussen de boschampignons in wat boter. Haal de kip uit de pan en zet apart. Voeg de room toe aan de prei en laat 5 minuten inkoken. Leg de kip terug in de pan en laat even doorwarmen voor het serveren. Werk af met de wilde paddenstoelen en wat dragonblaadjes.
Op zondag heb ik meestal wat meer tijd en dan gaan we experimenteren. Naast fermenteren probeer ik ook af en toe eens te gaan pekelen. Voor mijn menu tijdens de feestdagen had ik iets zuur nodig voor een bepaald gerecht, dus ging ik op zoek in mijn kookboeken. Uiteindelijk is het een combinatie van twee recepturen geworden, namelijk gepekelde paddenstoelen waaraan we een extra – en heel onverwachte – smaaktoets gaven door ze ook te cafeineren. Zo krijg je umami-rijke shiitakes die gepekeld worden in een azijnzure, koffie geïnfuseerde omgeving. Na één dag kan je ze al serveren, bijvoorbeeld bij een charcuterieschotel, of ter vervanging van augurken op een sandwich, of bij een roerei, of bij een aardse wildschotel. Keuze genoeg.
Wat heb je nodig?
100 gram gedroogde shiitake paddenstoelen
125 ml witte wijnazijn
1½ EL (ongeraffineerde) suiker
1 EL vers gemalen koffie
1/2 theelepel natriumbicarbonaat (Na₂CO₃)
1 glazen pot van ongeveer 500 ml
Hoe maak je het?
Stap 1 Hydrateren
We beginnen met het hydrateren van de shiitakes. Doe ze in een voldoende grote kom en giet er 500 ml kokend water over. Leg er een bordje zodat ze goed onderblijven. Laat ze ongeveer 15 minuten in de warme vloeistof en giet dan af door een fijne zeef. Maar bewaar de vloeistof!
Stap 2 Pekelen
Neem 250 ml van de vloeistof en breng deze samen met de azijn en de suiker tot een temperatuur van 90 graden. De suiker moet goed opgelost zijn en je moet vooral onder het kookpunt blijven om de koffie niet te verbranden.
Stap 3 Cafeineren
De paddenstoelen mogen in de glazen pot. Op de gazenpot zet je de koffiefilter (ik gebruikte een Hario V60). daarin mag de vers gemalen koffie van jouw voorkeur (Ik deed het experiment met de Santos Mild van Koffie Kàn en met een meer geroosterde espresso van Lavazza … ). Giet de warme pekelvloeistof met kleine beetjes over de gemalen koffie en wacht telkens een beetje. Laat de vloeistof traag over de shiitakes druppelen. De paddenstoelen zouden nu onder de vloeistof moeten zitten.
Laat afkoelen tot kamertemperatuur. Voeg er het natrium- bicarbonaat bij voor een in de diepte werkende zurige smaak.
Net zoals je met de koffie kan spelen om de cafeinesmaak naar je eigen voorkeur te zetten, kan je ook wat spelen met de pekeltijd. De paddenstoelen zijn na 1 dag klaar en blijven twee weken goed.
Risotto met funghi porcini behoort voor velen tot het hoogste culinaire genot, misschien enkel geklopt door door risotto met truffels. Vandaag gaan we de perfecte risotto klaarmaken, met gemengde paddenstoelen.
Alhoewel rijst in zowat de halve wereld op het menu staat, is risotto onmiskenbaar Noord-Italiaans, vooral in de regio’s Piemonte en Veneto, waar je trouwens heel uitgestrekte rijstvelden kan zien en waar ze de goede boter hebben. Risotto is strikt genomen een primo (een voorgerecht), maar wordt evenveel als hoofdgerecht geserveerd.
Risotto maken is kunst
Het maken van risotto is voor mij een kunst, waarbij je alle zintuigen moet gebruiken om tot een perfect gerecht te komen: zien, ruiken, voelen maar ook luisteren. Eigenlijk een heel therapeutische bezigheid na een dagje stress. Schenk je zelf een glas wijn, zet wat muziek op en neem je favoriete pan en houten lepel en geniet.
Risotto lijkt heel eenvoudig om te maken, maar het is een gerecht dat je onverdeelde aandacht van start tot einde nodig heeft. Die 20 tot 25 minuten ben je bezig met je risotto en niets anders.
Welke rijst voor risotto?
Laten we beginnen bij de keuze van de rijst. Voor risotto heb je korte korrelrijst nodig, zoals Arborio, Carnaroli of Vialone Nano (zie ook link onderaan). Dit zijn de ideale soorten rijst om risotto te maken. De kunst is om een rist te gebruiken die de vloeistof voldoende gaat absorberen zonder extreem te gaan kleven of te desintegreren. We hebben textuur en consistentie nodig.
Carnaroli is de ideale rijst voor beginnende risotto makers, omdat het eigenlijk heel moeilijk is om deze te overkoken. Carnaroli behoudt tijdens het kookproces heel lang zijn vorm en textuur, dit dankzij de twee lagen. De zeer resistente binnenlaag beschermt de korrel, zodat je deze rijst zonder al te veel problemen al dente kan koken. Arborio rijst is eigenlijk de meest temperamentvolle rijst en vergt toch al enige ervaring: hij overkookt gemakkelijk en doet de rijstkorrels desintegreren. Carnaroli is eigenlijk een uitvinding van net na de tweede wereldoorlog en is een kruising van arborio en Japanse rijst. Vialone nano zijn hele korte rijstkorrels die veel minder zetmeel bevatten, ideaal voor een visrisotto. Doordat deze rijst minder zetmeel bevat, lijkt hij ook lichter verteerbaar.
De twee geheime wapens
Wat je in jouw risotto verwerkt, is volledig jouw keuze. Persoonlijk hou ik het zo eenvoudig mogelijk. Wel geef ik je nog dit mee, namelijk mijn twee geheime risotto wapens. Ik heb jaren geleden leren risotto maken van een echte Italiaanse mamma, de moeder van een Italiaanse collega, die een trattoria uitbaatte. Ik heb daar twee weken lang elke avond in de keuken mogen kijken en leren, en heb daar de kunst van risotto maken geleerd. Het eerste geheim wapen is Brodo ai Funghi Porcini. Naast de klassieke bouillon meng ik er ook wat brodo bij, voor een meer intense en diepere smaak. En het tweede wapen gebruik je tijdens de afwerking: gebruik ietsje minder boter maar voeg er een stuk meegekookt beenmerg bij. De kaloriedokter zal waarschijnlijk protesteren, maar dit maakt je risotto oh zo lekker!
Risotto con funghi misti foodpairing met Amontillado Sherry
Amontillado sherry is unieke complexe sherry omwille van het gecombineerde verouderingsproces. De sherry is subtiel en delicaat met zijn toetsen van hazelnoot. Zacht in de mond met een juiste zuurtegraad, droge afwerking en lange afdronk met hints van gedroogd fruit en met wijn doordrenkt hout.
De hazelnoottoetsen van de sherry versterken de karakteristieke nootachtige smaak van de paddestoelen. Beiden hebben iets romigs, maar de scherpe en frissen Amontillado komt in evenwicht met de romige textuur van de risotto.
Zorg dat alles klaar is wanneer je begint. Je mise en place is dus heel belangrijk.
Zet de pan met de bouillon op een laag vuurtje en hou een pollepel klaar.
Kuis de paddenstoelen en versnij in plakjes indien nodig. Hou een paar mooie exemplaren voor de afwerking.
Neem een pan met dikke bodem en warm een lepel olijfolie en een lepel boter op. Fruit de fijn gesnipperde sjalot op een laag vuurtje. Wanneer de sjalot begint te kleuren mag je er de stukken paddenstoel bij doen. Roer regelmatig om. Na een paar minuutjes mag de rijst erbij. Goed omroeren want het is belangrijk dat alle rijstkorrels de vetstof opnemen. Je moet ze zien glinsteren.
Nu begint het echt werk, en in deze fase is geduld nodig. Giet een pollepel bouillon op de rijst: hete stoom zal uit de pan komen en de rijst kan het vocht beginnen absorberen. De bouillon moet echt volledig geabsorbeerd zijn vooraleer je er de volgende bij doet. Het proces versnellen heeft echt geen zin.
Mocht je gedroogde funghi porcini gebruikt hebben, mag je het water waarin je ze gehydrateerd er nu bijdoen. Of voeg een beetje Brodo ai Funghi Porcini bij, voor een diepere smaak.
Blijf in de volgende minuten bouillon toevoegen. Roer regelmatig om. Wanneer de rijst al dente – beetgaar – is haal je de pan van het vuur. We werken van met de rest van boter en de parmezaanse kaas. Deze maken je risotto smeuïg. Maar het geheim wapen in mijn risotto is beenmerg, dat ik meegekookt heb in de warme bouillon.
Versier de risotto met een paar mooie paddenstoelen en dien warm op.
Ik ben een absolute en fanatieke liefhebber van paddenstoelen en één van mijn favoriete zwammen is de morielje, een sponsachtig type zakjeszwam. Verse morieljes (morilles – morchella – spugnole – Morcheln) zijn echte voorjaarspaddenstoelen en dus te vinden vanaf ongeveer eind maart tot de maand mei te vinden. Aangezien de verse morieljes nu niet verkrijgbaar zijn, heb ik de gedroogde versie gebruikt, die je natuurlijk eerst moet hydrateren in een lauwe vloeistof (50 gram gedroogde morieljes wordt ongeveer 400 gram gehydrateerd). Af en toe eens aan de kom schudden want ze durven nogal wat zand te bevatten. Morieljes hebben een sponsachtige, puntige hoed wat doet denken aan een honingraat. De goudbruine hoed is 5-20 cm hoog en wordt geeloranje bij ouderdom. Van binnen is het vruchtlichaam hol, het vlees is wit tot crèmekleurig. De smaak van de morieljes is intens en kruidig en komt goed tot zijn recht in wildgerechten of ragouts, maar ook in deze saus.
Morieljes zijn eetbare paddenstoelen, maar ze moeten voor je ze eet goed verhit worden – eet ze nooit rauw, want dan kunnen ze giftig zijn. Het gif verdwijnt bij drogen of verhitten. De smaak van de morilles is kruidig en komt goed tot zijn recht in wildgerechten of ragouts. Ook gedroogde morilles zijn zeer smaakvol en zeer geschikt als vervanging voor de verse soortgenoot. Je kunt halve vruchtlichamen zeer goed vullen, ze passen goed bij verschillende vleesgerechten en je kunt er heerlijke saus van maken. Vooral gedroogde exemplaren verrijken jouw gerecht door de sterke smaak.
We gaan met de gedroogde morieljes een heerlijke maar niet zo lichte saus maken, waarbij we de diepe smaak van de morieljes nog gaan versterken door er foie gras in te verwerken.
Dit feestelijke topgerecht verlangt ook nog een top proteïne, vandaar dat we kozen voor een stuk vlees van de Rubia Gallega-runderen, gekenmerkt door de mooie en subtiele vetdooradering.Dit supervlees is afkomstig uit Galicië (Noord-Spanje), dat bekend staat om zijn runderfokkerijen. Het vet tussen de spieren verleent dit vlees een buitengewone smaak en malsheid. Vele sterrenchefs bereiden dit topproduct in hun restaurants.
Wat heb je nodig? voor 6 personen
6 stukken steak Rubia Gallega (of een ander stuk rundsvlees zoals tournedos)
180 gram foie gras canard mi-cuit
90 gram gedroogde morieljes
Boter
2 sjalotten
1 EL cognac
olijfolie
Fleur de Sel de Guérande
Vers gemalen zwarte peper
Hoe maak je het?
Laat de gedroogde morieljes weken in 150 ml lauw water. Haal ze uit het water en spoel ze af met koud water en laat uitlekken. Filter het water waarin de morieljes geweekt hebben, want er zit waarschijnlijk wat zand en andere onzuiverheden in (gebruik hiervoor een koffiefilter).
Laat het water inkoken op een hoog vuur. Reken op ongeveer 20 minuten.
Neem een pannetje en smelt wat boter. Laat er de sjalotjes in zweten gedurende ongeveer 5 minuten. Voeg er vervolgens de morieljes bij en de cognac en kruid met een snuifje zout. Zet het deksel op de pan en laat rustig verder pruttelen.
Neem het pannetje met het ingekookte water van de morieljes en doe er ongeveer een derde van de foie gras bij. Gebruik eventueel je staafmixer om tot een gladde saus te komen.
Nu mag je de inhoud van beiden pannen samenvoegen en warm houden. Controleer nog snel even de kruiding.
Bak de Rubia Gallega volgens de cuisson van je voorkeur en schik op een bord. Werk af met een lepeltje saus en morieljes en stukjes foie gras. Nog wat peper van de molen en een snuifje fleur de sel en je bent klaar.
Dien warm op met bijvoorbeeld quenelles van pastinaak.
In de pan – in padella – gebakken champignons of paddenstoelen gaan er hier wel altijd in. We gaan ze deze keer niet apart bereiden, maar samen met schijfjes aardappel en afwerken met blaadjes verse salie. Je kan dit recept serveren als een puur vegetarische schotel of als een bijgerecht. Deze contorno saporito past bijvoorbeeld perfect bij een mooi varkensgebraad.
Ik gebruikte voor dit recept de reuzenchampignon, de grote broer van de kleinere witte champignon de Paris, maar je kan evengoed een mengeling van wilde paddenstoelen nemen. De verse paddenstoelen altijd afborstelen omdat er altijd een beetje dekaarde kan blijven hangen zijn. Koop alleen champignons die mooi wit van kleur zijn, zonder vocht en bruine plekjes.
We bakken de schijfjes aardappel met de champignons tot beide mooi bruin en gaar zijn en werken af met wat blaadjes salie. Salie is in kleine dosissen te gebruiken omwille van de nogal sterke geur en hoeft geen andere kruiden, zodat de unieke smaak goed tot zijn recht komt.
Wat heb je nodig?
600 gram aardappelen
500 gram paddenstoelen
Olijfolie
Salie
Peper en zout
Hoe maak je het?
Schil de aardappelen en snij ze in schijfjes. Spoel ze af in koud water en dep ze droog.
Verwarm de olijfolie in een pan en bak de aardappelschijfjes mooi bruin. Schud af en toe eens op of roer om, zodat de schijfjes aan alle kanten kleuren.
Na een tiental minuten mogen de schijfjes champignon er bij. Champignons absorberen veel vetstof, dus indien nodig mogen er nog een paar lepeltjes olie bij. Blijf verder bakken tot zowel de aardappelschijfjes en paddenstoelen gaar zijn. Kruiden met peper en zout. Gooi er op het laatste de blaadjes salie bij en dien warm op.
In het jaar 54 voor het begin van onze jaartelling – op 13 oktober – overleed Tiberius Claudius Drusus Nero Germanicus, Keizer van Rome, beter bekend als Claudius I. Voor diegene die zich nog de geschiedenislessen herinneren of die naar de gelijknamige BBC serie gekeken hebben, weten dat het beroep Keizer van Rome een risicoberoep was, want ze waren meestal geen lang leven beschoren. Niet omdat de levensomstandigheden toen zo slecht waren, maar wel omdat hun machtspositie een doorn in het oog was van velen die zich ook geroepen voelden. Van Claudius weten we dat hij van paddenstoelen hield en u herinnert zich ongetwijfeld dat Agrippina, de dochter van zijn broer en in het bezit van een masters diploma in moorden met als specialiteit gif mengen, hem op een feestje vergiftigd heeft met zijn lievelingsgerecht waarin ze gif had gemengd.
Tot zover deze inleidende anekdote, één van de dingen die ik mij nog herinner uit de geschiedenisles van Meester Willy (zie foto), waarvoor dank. Gelukkig kunnen we paddenstoelen voor andere en betere doeleinden gebruiken, namelijk de hongerigen spijzen. Ik ben altijd heel tevreden wanneer de herfst aanbreekt en er weer allerlei mooie paddenstoelen in voorraad zijn. Deze keer koos ik voor een bruschetta met wilde paddenstoelen, een gerechtje dat je kan serveren voor onze al dan niet vegetarische vrienden, of dat je kan klaarmaken als een snelle hap.
Het voordeel van deze herfst bruschetta is dat hij zeer snel klaar is, veel smaak heeft en er ook nog zeer mooi uitziet, want het oog wil ook wel wat.
Wat heb je nodig?
1 stokbrood
Wilde paddenstoelen
Olijfolie
Een teentje look
Verse tijm
Vers gemalen zwarte peper en zout
Hoe maak je het?
Snij de baguette in de lengte middendoor. Wrijf in met een teentje look en sprenkel er wat olijfolie over. Zet een paar minuten onder de grill tot het stokbrood mooi goudbruin gebakken is. Hou warm.
Verwijder het eventuele vuil van de champignons met een zacht borsteltje. Snij bij waar nodig. Snij de grote in kleinere stukken.
Verwarm een paar lepels olijfolie in een pan die groot genoeg is. Plet een teentje look met een zwaar koksmes en snij heel fijn. Doe de look in de pan en laat even kleuren. Doe er dan de paddenstoelen bij. Sauteer tot ze mooi goudkleurig zijn. Doe er op het einde wat verse tijmblaadjes bij. Kruiden met peper en zout. Dresseer de paddenstoelen op de gegrilde stukken stokbrood en serveer onmiddellijk.