Tag Archives: mirepoix

Boterraapsoep met basilicum-bieslookolie

Comfort Soep

Dit is een recept voor de liefhebbers van winterse soep. Je kan deze soep als onderdeel van je menu serveren of als aperitiefhapje in een glaasje of verrine. Het basisonderdeel van deze soep zijn boterraapjes of rutabaga. Ze zijn geel van kleur en zijn net als  andere raapsoorten nogal bitter en scherp van smaak, maar veel minder dan de klassieke witte rapen.

Mirepoix

De soep maken we met een mirepoix als basistechniek: een mengeling van ajuin, groene selder en wortel. Mirepoix dankt zijn naam aan de uitvinder van het groente- en kruidenmengsel: Charles-Pierre-Gaston François de Lévis, duc de Lévis-Mirepoix (1699-1757).

Alle ingrediënten van de mirepoix worden fijn gesneden en vervolgens aangestoofd in boter of olijfolie. Na het aanstoven van de mirepoix, voegen we de aromaten toe, de smaakmakers. Om de smaak van de raapjes te complementeren kozen we voor tijm, look en gember en wat mosterd, en we werken de soep af met een felgroene olie van bieslook en basilicum.  Deze pittige olie is niet zomaar een versiering maar draagt bij tot de smaak. Je kan de rest gebruiken voor bijvoorbeeld een pasta of een slaatje.

Wat heb je nodig?

  • 6 boterraapjes
  • 2 medium aardappelen
  • 1 liter bouillon
  • 2 stelen groene selder
  • 1 ajuin
  • 1 wortel
  • 3 teentjes look
  • Verse tijm
  • Verse gember (een stukje van ongeveer 2 cm)
  • Snuifje nootmuskaat
  • Dijon mosterd

Voor de basilicum-Bieslookolie

  • Basilicum
  • Bieslook
  • 100 ml olijfolie

Hoe maak je het?

Neem een grote pan met zware bodem en zet die op een middelmatig vuur. Verwarm een lepel olijfolie en stoof de selder, de ajuin en de wortel. Laat ongeveer 5 minuutjes stoven, onder regelmatig roeren. Nu mag de look, de gember, de verse tijm en de nootmuskaat erbij. Laat nog één minuutje verder stoven.

Vervolgens mogen de geschilde en in stukken gesneden boterraapjes en de aardappelen erbij. Blussen met ½ liter water of bouillon. Breng aan de kook en verlaag dan het vuur. Laat een halfuurtje rustig sudderen tot de raapjes en aardappelen zacht zijn. Haal van het vuur en laat afkoelen.

Pureer de soep in een blender tot een hele gladde massa. Giet deze terug in je zware pan, want nu gaan we de soep afwerken. Voeg er de mosterd en de room bij. Controleer de smaken en voeg bij indien nodig. Kruiden met peper en zout. Serveer warm in borden op in glaasjes.

Basilicum-Bieslookolie

Deze olie kan je ondertussen klaarmaken. Zet een pannetje met water op het vuur en breng aan de kook. Zet ondertussen een kom ijswater klaar om de geblancheerde kruiden te laten schrikken, zodat ze hun felgroene kleur bewaren.

Wanneer het water aan de kook is, mogen de kruiden in de pan. Blancheer ze gedurende 1 minuut, giet het water we gen laat ze schrikken ijswater. Pers er zoveel mogelijk het water uit. Doe de kruiden in een blender en pureer. Giet er de olie bij in een fijn straaltje – al filo – en je basilicum-bieslookolie is klaar.

Giet de soep in de borden en versier met wat druppeltjes van de olie of wat zure room en wat geroosterde amandelschilfertjes.

NM.

Consommé double van ossenstaart

1449

Een paar dagen geleden publiceerden we het recept voor coda alla vaccinara (zie recept), een hele lekkere langzaam gegaarde ossenstaart. Een gerecht waarvoor je de tijd moet maken, maar het is het wachten waard, want ondertussen is je keuken gevuld met lekkere aroma’s. En de ultieme beloning is het verorberen van dat heerlijke malse vlees.

Vandaag deel twee: we verplaatsen ons van Italië naar het Verenigd Koninkrijk voor een klassieker uit de Engelse keuken, namelijk oxtail soup, maar de consommé versie. Ik heb hiervoor de kleinere stukjes ossenstaart gebruikt. Het is terug een recept waavoor je de tijd moet nemen om die volle smaak te krijgen. Maar de beloning zal terug navenant zijn, want wat is beter in dit koude weer, dan een dampende kom heldere, rijke consommé.

Ik heb het in het vorige artikel al geschreven maar de ossenstaart bevat veel collageen en die draagt alles bij tot de rijke smaak van deze soep. Daarnaast zorgen de geroosterde en gekarameliseerde groenten voor de diepe smaak.

Als je de consommé volgens de regels van de kunst wil maken, dan komt er technisch nogal wat bij kijken. We gaan de stukken ossenstaart eerst roosteren met een mirepoix er bij, dan volgt de pincage met de tomatenpuree en dan gaan we de bouillon clarifiëren tot een heldere consommé. Om de volle smaak te krijgen is het beter de consommé in twee dagen te maken, vandaar dat het een consommé double genoemd worden (omdat hij twee keren bereid wordt).

1310

Wat heb je nodig?

  • 1 ½ kilo ossenstaart
  • 3 stelen selder, grof gesneden
  • 2 middelgrote wortelen, geschild en in stukken gesneden
  • Eventueel 1 extra wortel voor de julienne
  • 1 ajuin, in grove stukken gesneden
  • 1 steel prei, grof gesneden
  • 3 EL tomatenconcentraat
  • 1 theelepel zwarte peperbollen
  • 2 laurierblaadjes
  • 3 takjes rozemarijn
  • 350 gram rundsgehakt

Hoe maak je het?

Verwarm de oven op 200 graden. Snij de selder wortelen, prei en uien en mirepoix en verdeel deze over de bodem van een braadslee.

Leg hierop de stukken ossenstaart en mocht je over kalfsbotten beschikken, dan mogen die er ook bij. Zet de braadslee gedurende gedurende anderhalf uur in de oven, tot het vlees een mooie bruine kleur heeft. Roer eventueel halverwege eens om zodat het vlees en de groenten aan alle kanten kunnen kleuren. Op het einde – de laatste vijf minuten – mag je er wat zwarte peperkorrels, een beetje rozemarijn, een laurierblad en 3 eetlepels tomatenconcentraat bijdoen (voor de pinçage). Let op dat de tomatenpuree niet verbrand, hij dient enkel te karameliseren. Roer ook eens om.

Blus de braadslee af met water en giet de inhoud van de braadslee over in een een grote soepketel. Vul aan met ongeveer 3 à 4 liter water. Breng aan de kook, verminder dan het vuur en laat tot 3 uur zachtjes trekken zonder deksel.

Na 3 uur trekken haal je de soep van het vuur. We gaan nu de groenten en stukken ossenstaart verwijderen en het vlees van de benen halen. Zeer gemakkelijk en zonder moeite want het zou er gewoon moeten van vallen. Gebruik een schuimspaan of giet de soep door een fijne zeef. De bouillon mag afkoelen en een nachtje rusten. Het vlees mag in kleine stukjes en zet ook dit weg tot de volgende dag.

Bouillon clarifiëren

De volgende dag  gieten we de bouillon door een neteldoek om de overgebleven onzuiverheden te verwijderen. We gaan de soep nu verder afwerken en we beginnen met ze te clarifiëren en te ontvetten. Ossenstaart bevat veel vet en collageen en dat gaan we verwijderen door een clarifique of een deksel te maken. De Engelse term hiervoor is raft (een vlot). Belangrijk is te vertrekken van een koude bouillon.

We maken het deksel door selder of prei fijn te snijden en te mengen met rundsgehakt. We hebben ook eiwit nodig om het vet aan te trekken. Ik gebruik ongeveer 350 gram gehakt (ongeveer 100 gram per liter), een handjevol prei en een handjevol selder. En 3 eiwitten per 2 liter soep. Meng dit door mekaar en doe de clarifique in de koude basisbouillon. Breng nu al roerend aan de kook. Verminder het vuur en laat het deksel zijn werk doen.

Na een aantal minuten komt het gestolde eiwit bovendrijven – net als een vlot – met daarin de laatste stukjes ‘vuil’. Je kan het vlot gemakkelijk verwijderen met een schuimspaan.

We gaan de soep nog eens zeven, eerst door een fijne zeef en dan nog eens door natte neteldoek. Kontroleer de kruiding van de consommé en breng op smaak met vers gemalen peper en zout.

De consommé van ossenstaart is klaar om op te dienen. Verdeel wat van het vlees over de soepborden of kommen en eventueel wat in fijne julienne gesneden wortel en giet er de dampende soep over. Smakelijk.

NM.