Het is zeker niet de bedoeling om een polemiek te starten over waar juist de frieten werden uitgevonden, maar een tijdje geleden liep ik door de Nieuwbrugstraat – rue du Pont Neuf – in Brussel. Het deed me denken aan die grote dikke frieten, Pont-Neuf genaamd. Eén ding is zeker, ze werden niet in de Nieuwbrugstraat in Brussel uitgevonden, maar wel in Parijs, en daar bestaat geen twijfel over.
De Pont-Neuf is naam van de oudste brug over de Seine in Parijs. De eerste steen van deze brug werd gelegd op 31 mei 1578, door koning Henri III, daarin bijgestaan door zijn moeder Catherina de Médici. Dit was één van zijn prestige projecten, namelijk een 276 meter lange brug bouwen die de quai de l’École, l’île du Palais en de quai des Augustins zou verbinden.
Het bouwen duurde een tijdje want de stenen brug werd pas rond 1607 in gebruik genomen. Een paar jaar later bruiste de brug van de activiteit en de talrijke winkeltjes gaande van speelgoedwinkels, straatmuzikanten, schoenpoetsers tot hondencoiffeurs maar ook openluchtkeukens die aan de vele voorbijgangers hun waar aan de man brachten. Zij waren vooral bekend voor hun beroemde appelbeignets en pommes de terre frites du Pont-Neuf. De winkels verdwenen in 1852.
Pont-neuf frieten zijn dikke frieten – bâtonnets – en zouden genoemd zijn naar de vierkante pijlers van deze brug. Op de brug staat ook het standbeeld van Henri IV en in oude kookboeken vind je soms de ‘garnituur Henri IV’ terug, waarin de Pont-Neuf frieten vermeld worden.
Hoe maak je het?
Volgens de regels van het versnijden, de “taillage”, zijn deze frieten ongeveer 6 tot 7 centimeter lang en 1 centimeter dik.
Bij het versnijden let je best op de stabiliteit van de aardappel om snijwonden te vermijden. Snij er dus eerst de uiteinden en de zijkanten af. Snij ze pas dan in dikke schijven en vervolgens in frieten van 1 centimeter dik.
Bakken net als gewone frieten.
NM.