De dagen worden korter en de temperaturen zakken geleidelijk naar het vriespunt. De fazanten vluchten voor de jagers en de adem van de paarden laat zijn sporen na in de koude lucht. De koperkleurige herfstbladeren nodigen uit tot lange wandelingen. Je handen en tenen zijn bijna bevroren. Niets is op dat moment meer bevredigend dan een sip van je heupfles. Maar ook als ik als amateurfotograaf uren zit te wachten voor een perfecte zonsopgang bij min 5 komt een heupfles wel eens van pas. De heupfles heeft een lange geschiedenis achter de rug en het blijft ook een leuk geschenk. Maar wat doe jij in je heupfles?
De geschiedenis van de heupfles
De heupfles in zijn huidige vorm stamt af van veldfles uit de 18de eeuw, waar ze vooral gebruikt werd door de adel en jagers. Ze werden vaak gemaakt van engeltjestin, zilver of zelfs glas. Later werden ze ook gemaakt van roestvrijstaal. In de 20e eeuw waren ze ook populair onder het gewone volk. Vooral vrouwen gebruikten de heupfles in de jaren ‘20 om tijdens de Drooglegging sterke drank via Engelse marineschepen te smokkelen naar Amerika. Ook soldaten hadden vaak een veldfles bij om water of alcohol te drinken op het slagveld. De maanvormige veldflessen zitten comfortabel in je broekzak en doordat de dop vast zit aan de fles kan je die ook niet verliezen.
Jumping Juice
In het Verenigd Koninkrijk is de heupfles bijna standaarduitrusting van elke jager en wandelaar en daar hebben ze heel wat hip-flask tipples, zoals ze dat zo mooi noemen. Ik ben zo eens beginnen rondvragen bij bevriende heupflesfanaten wat zij in hun heupfles doen. Het is duidelijk dat zoete en zomerse en fruitige drankjes het in de koude wintermaanden niet gaan doen.
Een aantal zweert bij jenever, omdat het voor hun de perfecte jumping juice is bij koude temperaturen.
Een groot gedeelte houdt het bij whisky en dat leverde leuke discussies op, want voor welke whisky kies je. Iedereen was het er over eens dat je een robuuste whisky nodig hebt voor je heupfles, zoals bijvoorbeeld de Islay whiskies. De Laphroaig 10 werd heel dikwijls genoemd. Eén van mijn whiskyvrienden drinkt trouwens geen Islay binnenshuis, omdat hij dit een typische full body whisky – omwille van de smokiness en peat – voor buiten en dus echt koude temperaturen vindt. Interessant en begrijpbaar idee.
Persoonlijk hou ik van de Asta Morris Glorious Bastard in mijn heupfles, omdat die me een warm gevoel geeft: licht prikkelend, hout, citrus en wat cacaosmaak. Maar ook een whisky met een sherry of zoete finish is goed om je knoken op te warmen, zoals bijvoorbeeld de Aberlour A’Bunadh . Deze krachtige kanjer van 60,9% ABV is op Oloroso sherry vaten gerijpt. Een aantal bevraagden ging dan weer voor een whisky waarin specerijen duidelijk aanwezig waren, omdat die net zorgden voor dat warme gevoel. Raar, maar niemand deed rum in zijn heupfles.
Sharing is Caring
Uiteindelijk blijken het toch allemaal krachtige robuuste whiskies te zijn die je dat warme gevoel geven. Maar het leuke is dat iedereen zijn heupfles meeneemt om te delen, dus wordt de inhoud ervan ook wel eens aangepast aan het gezelschap. En wordt er al eens voor iets lichter gekozen of iets zoeter. En bij mijn Engelse vrienden die ik ook bevroeg, kwamen naast de whisky andere zoete combinaties naar voor, zoals de Whisky Mac (3/4 whisky en 1/4 ginger wijn) – nooit van gehoord – een Rusty Nail (whisky en whiskylikeur) en de bljkbaar zeer populaire Percy Special (whisky en cherry brandy). En natuurlijk Sloe Gin, omdat die een vuurtje doet branden in je maag. En dat klopt. De Sloe Gin van Sacred is gemaakt door de sleedoornbessen 2 1/2 jaar in gin laten infuseren. Wat resulteert in een heel pittige, fruitige en kruidige sloe gin. En zoals Sacred zelf zegt over hun sloe gin, “perfect with sparkling wine, or in a hip flask“.
Moraal van het verhaal
So when things turn Baltic, you’ll need a trusty hipflask filled with a decent dram, so you don’t get frostbite in your arse cheeks.
NM.