Gekonfijte of Ingemaakte citroenen

0186

Citroenologie deel 2

In ‘de citroen: het gele werkpaard’ hebben we het gehad over wat je zoal met een citroen kon doen, onder andere ook over het inmaken van citroenen. Ingemaakte, gekonfijte of ingelegde citroenen zijn zeer populair in Noord Afrika en vooral in Marokko. Blader maar eens door wat Marokkaanse kookboeken en je vind heel wat gerechten terug, waarin men ingemaakte citroenen – citron confits of Hamad Muraqqad (of Hamad M’Rakad) gebruikt. In Tunesië noemen ze dan weeral qaris baldi immallah.

Hoe gebruik je ingemaakte citroenen?

Ingemaakte citroenen zijn een pluspunt om in huis te hebben want deze smaakmaker voegt iets essentieel toe aan zovele gerechten.

Hele citroenen worden het meest in tajines gebruikt, maar je kan  ingelegde citroenen of stukken ervan ook gebruiken op de grill, bij gegrild vlees of vis, of bij het roosteren in de oven. Voor de meeste recepten gebruik je toch enkel maar de schil van de citroen, al dan niet in stukken gesneden. Ingemaakte citroenen smaken fris, maar zijn niet zo bijtend fris als verse citroenen. De stukjes schil die je pas op het laatste toevoegt geven wat kleur aan je gerecht maar ook een lichte, frisse citroensmaak. Een beetje opletten echter met zout want deze citroenen geven meer smaak af dan je denkt.

Naast de typische stoofpotjes en gegrilde gerechten gebruik ik ze dikwijls – in zeer kleine stukjes gesneden – als het geheime ingrediënt in couscous, bulgur, tabouleh en in tapenades.

Wat heb je nodig?

  • 8-10 citroenen, bio versie (zie ‘de citroen: het gele werkpaard’)
  • grof zout (ongeveer 2 à 3 EL per citroen)
  • Extra vers geperst citroensap
  • Gesteriliseerde glazen pot

0200

Hoe maak je het? 

De voorbereiding van elke citroen gebeurt op de volgende manier:

  • Snij het topje van elke citroen (dit is het bovenste gedeelte waarmee de citroen aan de tak was bevestigd).
  • Snij de citroen in de lengte in 4 stukken, maar snij ze NIET volledig door. Stop ongeveer 1 ½ cm van de basis want de stukken moeten aan mekaar blijven.
  • Open voorzichtig elke citroen en bestrooi de binnenkant royaal met zout en doe vervolgens hetzelfde met de buitenkant.
  • Plaats 2 eetlepels zout op de bodem van een goed gesteriliseerde pot. Leg de eerste citroen in de gesteriliseerde pot, duw goed aan zodat het sap er uit loopt. Vul de pot nu verder met de andere citroenen, telkens goed aanduwend. Als alle citroenen in de pot zijn aangebracht en goed aangeduwd, eindig je terug met een paar eetlepels zout.
  • Sluit de pot goed af en bewaar op kamertemperatuur. Draai de pot af en toe om. Open de eerste drie dagen de bewaarpot en duw de citroenen verder aan zodat ze hun vocht verliezen. Na 3 dagen controleer je het niveau van het citroensap. Alle citroenen moeten bedekt zijn. Indien dit niet het geval is doe je er vers geperst citroensap bij tot ze volledig onderstaan.

Nog een paar tips voor je ze gebruikt

tips-1

De ingemaakte citroenen zijn klaar na ongeveer één maand of wanneer de schillen echt zacht geworden zijn. Hoe langer je wacht, hoe beter de smaak natuurlijk.

Neem enkel het aantal citroenen uit de pot die je nodig hebt. Spoel ze grondig met koud water om het zout te verwijderen. Verwijder de pulp en de pitten zodat je enkel de schil over houdt (tenzij je recept vraagt om een volledige citroen).

Je kan de ingemaakte citroenen ongeveer 6 tot 7 maanden bewaren in de koelkast of in een koele bergruimte, op voorwaarde dat je ze telkens met een propere vork of lepel uit de pot haalt en de citroenen niet boven het vocht uitsteken. Doe er eventueel wat extra citroensap bij.

Dit is de klassieke manier om gekonfijte citroenen te maken maar je kan gerust experimenteren door er kaneelstokjes, kruidnagel, korianderbolletjes, peperkorrels of laurier aan toe te voegen.

Veel plezier,

NM.

Tajine van kruidige kip, dadels en zoete aardappelen

6439

Een tajine is een aardewerken stoofpot maar is ook de naam van de gerechten die erin klaargemaakt worden. Een tajine bestaat uit twee delen, een diepe schaal waarin je de gerechten klaarmaakt en serveert en een hoog deksel in de vorm van een kegel. Dit maakt een tajine een ideale recipiënt voor stoofpotjes want het vocht dat verdampt stijgt op tot hoog in het deksel, en de zo gevormde condens druppelt weer naar beneden. Je gerecht wordt dus continu bevochtigd en droogt niet uit.

We kozen deze keer voor een tajine van kip, gekruid met ras el hanout, in combinatie met zoete aardappelen en jumbo medjool dadels. Heb je nog medjool dadels over kan je die verwerken in bijvoorbeeld een salade van rode quinoa, steak, medjool dadels en roquefort.

We hebben er ook wat honing aan toegevoegd, zodat je een stroperige saus krijgt. Het frisse element in dit gerecht zijn de gember en de verse muntblaadjes.

Geen paniek, als je geen tajine hebt, kan je dit recept ook klaarmaken in een gietijzeren zware pot met deksel.

Wat heb je nodig?

  • 1 kip
  • 1 EL bloem
  • 1 EL zonnebloemolie
  • 1 ajuin
  • 2 teentjes look, geplet
  • 1 EL vers geraspte gember
  • 2 EL râs al hânout
  • 600 ml  kippenbouillon
  • Saffraan
  • 2 EL acaciahoning
  • Zeste van 1 citroen
  • 2 zoete aardappelen
  • 75 gram medjool dadels
  • 40 gram geroosterde amandelschilfers
  • Verse muntblaadjes
  • Verse koriander
  • Couscous

Hoe maak je het ?

Verwarm de oven op 160 graden. Snij de kip vakkundig in 8 stukken. Doe de stukken kip in een plastiekzak, samen met een eetlepel bloem. Goed opschudden tot de kip onder de bloem zit.

Neem een pan met zware bodem en bak de stukken kip aan alle kanten bruin. Haal ze uit de pan en zet even opzij. Bak de fijn gesnipperde ajuin in de hete olie tot hij zacht is. Voeg er dan de smaakmakers bij: look, gember en râs al hânout bij. Strooi er wat bloem over en laat nog één minuut verder sudderen.

Giet de bouillon in de pan, dan de saffraan, honing en de zeste van citroen. Breng deze aan de kook, voeg er de stukken kip terug bij en verminder het vuur.  Zet het deksel op de pan  en zet 20 minuten in de oven.  Hierna magen de zoete aardappelen en de medjool dadels  in de tajine en laat je nog een 25 minuten verder garen tot de zoete aardappelen zacht zijn.

Controleer de kruiding. Dien op met droog geroosterde amandelschijfjes, strooi er de verse kruiden over  en geef er een kruidige couscous bij.

NM.

Salade van rode quinoa, steak, medjool dadels en roquefort

2094

De zon is eindelijk van de partij, nu nog wat warmere temperaturen en we zijn helemaal tevreden. Dat betekent dat we stilaan terug buiten kunnen aperitieven en de wintergroenten vervangen door frisse slaatjes. 2013 is nog altijd het jaar van de quinoa, dus gaan we zowel witte als rode quinoa in deze salade verwerken. Voor het groene gedeelte kozen we voor jonge spinazie en raketsla (ruccola) en voegen er gebakken steak en blauwschimmelkaas aan toe. Ben je vegetariër dan kan je de steak gewoon weglaten.

We hebben nu ongeveer alle ingrediënten voor een lekkere slaatje: iets crunchy, iets zout en peperig maar we hebben nog iets nodig om de sterke smaak van de blauwschimmelkaas te compenseren. We kozen deze keer voor Medjool dadels uit Marokko, de vruchten van de dadelpalm. Medjool dadels behoren tot de oudst gekende vruchten ter wereld en werden vroeger alleen voor koningen geserveerd. Ze smaken heel zoet, een smaak die te vergelijken is met honing en hebben een dikke, maar zachtere textuur dan andere dadels. Ze zijn de Rolls Royce onder de dadels en worden soms ook wel eens “het brood van de woestijn” genoemd.

Rekening houdend met de textuur en de smaken van de andere ingrediënten kozen we voor een marinade waaraan we wat komijnpoeder en chilipoeder aan toe voegen. Daarin gaan we de steak een uurtje laten rusten.

2070

Wat heb je nodig?

  • Steak (naar keuze)
  • Medjool dadels
  • Roquefort of ander blauwschimmelkaas
  • Ruccola
  • Jonge spinazie
  • 3 EL vers geperst citroensap
  • 1 theelepel chilipoeder
  • 1 theelepel komijnpoeder
  • Peper en zout
  • 1 EL olijfolie
  • 2 EL ciderazijn
  • 2 theelepels Dijon mosterd
  • 2 theelepels honing
  • 1 rode ajuin

Hoe maak je het?

We beginnen met de marinade voor de steak. Neem een glazen of keramieken schaal en doe er 2 EL citroensap, chilipoeder, komijnpoeder en wat peper en zout in. Meng goed dooreen en leg er de steak in. Laat even rusten op een koele plaats en draai na een tijdje de steak om, zodat beide kanten de marinade kunnen absorberen.

Vervolgens maken we de vinaigrette met de overblijvende EL citroensap, olijfolie, mosterd, honing en azijn. Voeg er wat fijngesnipperde rode ajuin bij.

Verwarm de grill (of een grillpan) en bak de steak volgens je voorkeur. Laat even rusten onder aluminiumfolie.

Neem een grote serveerschaal en verdeel de ruccola en jonge spinazie. Snij de steak in fijne strips (liefst tegen de draad) en voeg ook deze toe, samen met de in fijne stukjes gesneden dadels en roquefort.

Werk af met een paar lepels vinaigrette.

NM.

Tanjia de la palmeraie

5626

Toen ik wat aan het zoeken was naar mogelijke vakantiebestemmingen kwam ik het recept ‘Tanjia de la Palmeraie’ tegen, wat me onmiddellijk aan eindeloze rijen zonovergoten palmbomen deed denken. Ja, dat leek me wel wat. Vermoedelijk afgeleid door het dagdromen over palmbomen en zon, had ik niet onmiddellijk door dat het geen recept voor een tajine was, maar voor een tanjia. Na een beetje speurwerk ben ik dan te weten gekomen dat een tanjia een klassieke hoge pot in konische vorm is, gemaakt uit klei – het lijkt een beetje op een oude boterpot – waarin typische Marrakchi gerechten worden klaargemaakt met vlees en veel kruiden. Origineel is het een gerecht dat door mannen wordt gekookt terwijl ze ondertussen bijvoorbeeld gaan kaartspelen. De tanjia wordt gevuld met vlees en kruiden en wordt dan langzaam gegaard, bedolven onder gloeiende as, meestal in de openbare hamman. Het woord tanjia wordt zowel voor de pot als het gerecht gebruikt.

Marrakech was ooit een baken voor de vele handelsreizigers die door de woestijn waren gereisd of over de besneeuwde toppen van het Atlasgebergte. Het is ook de plaats waar sub-sahara Afrika samenvloeit met Noord-Afrika. Een stad waar handelaars uit alle windstreken samen komen moet natuurlijk een markt hebben en die vind je binnen de omwalde muren van de Medina. Het zenuwcentrum van Marrakesh is natuurlijk het bruisende Jemaa el-Fna met de daaraanpalende souk. En daar vind je allerlei kruiden en specerijen. Eén daarvan, râs al hânout, een magische concoctie van maar liefst 27 kruiden hebben we verwerkt in de tanjia.

Ik hou van de rijke en geparfumeerde Marokkaanse keuken en de geuren van dit langzaam garende stoofpotje kon ik niet meer uit mijn hoofd zetten. Enig probleem, ik heb zo geen tanjia dus hebben we maar een tajine gebruikt, op hoop van zegen. Blijkbaar zitten er ook nogal wat regionale verschillen op dit gerecht, want in Marrakech worden geen ajuinen gebruikt maar in Fez wel. We hebben verder een heel eigen toets gegeven aan het basisgerecht. Het resultaat was een heerlijk traag gegaard gerecht uit de Palmeraie.

5621

Wat heb je nodig? voor ongeveer 6 personen

  • 1,5 kg kalfschenkels (of lam)
  • 2 gekonfijte/ingemaakte citroenen (eigen recept)
  • 1 verse citroen
  • 2 ajuinen
  • 6 teentjes look
  • 100 gram amandelen
  • 1 theelepel geroosterde korianderbollen
  • 1 kaneelstok
  • 1 stukje gember
  • 2 theelepels komijnzaadjes
  • 1 EL râs al hânout
  • 1 EL olijfolie
  • 25 cl kippenbouillon
  • Peper en zout

0195

Hoe maak je het?

Verwarm de oven voor op 150 graden maximum.

Pel de ajuinen en snipper ze fijn of snij ze in ringen. Snij de verse citroen in schijfjes. Spoel de ingemaakte citroenen met koud water, verwijder het vruchtvlees en snij de schil in stukken.

Doe wat olijfolie in het onderste gedeelte van de tajine, schik de schenkels erin, de teentjes look en de gember en verder ook alle andere kruiden. Kruiden met wat peper en zout en overgieten met de bouillon. Het deksel mag er nu op en de tajine in de oven.

Laat ongeveer tussen de 2 ½ tot 3 uur garen, afhankelijk van de dikte van je vlees. Haal de tajine uit de oven en werk af met de geroosterde amandelen en wat verse koriander. Serveer met een kruidige couscous.

NM.

 

Arni Giouvetsi sto Fourno

4976

γιαγια

Het is volle vakantieperiode en toch is Nullam druk bezig, want hier volgt reeds het vijfde recept voor onze Griekse week. Ik vond dit een hele leuke uitdaging, vandaar dat we onze planning een beetje hebben aangepast. Mocht ik een Griekse grootmoeder (γιαγια of yaya) gehad hebben, dan zou ze dit waarschijnlijk voor mij hebben klaargemaakt. Als laatste recept in deze Griekse reeks kozen we dus voor een traditioneel gerecht dat de goedkeuring wegdraagt van γιαγια. Als u zich “My Big Fat Greek Wedding” herinnert of als u Griekenland een beetje kent, dan heb je ze al wel gezien, deze in het zwart geklede bemoeizieke maar oppermachtige grootmoeders. Hun rol is zo symbolisch en belangrijk dat ze zelfs worden opgevoerd in vele commercials voor etenswaren, die zogezegd de zegen van de γιαγια hebben gekregen.

Giouvetsi

Giouvetsi is een klassieker: het is (meestal) lamsvlees dat gebraiseerd wordt in een giouvetsi, een aardewerken pot. Vermits dit gerecht enige tijd moet braiseren tot het gaar is, werd dit gerecht meestal op zon- en feestdagen klaargemaakt, als er wat meer tijd was. De giouvetsi werd zelfs naar de plaatselijke bakker gebracht om in de broodoven te laten garen. Het lamsvlees, samen met de andere ingrediënten zoals tomaat en orzo (kritharaki – Griekse deegwaren) werden in de giouvetsi gedaan en een paar uren in de bakkersoven gezet. Wanneer je na een paar uren het deksel van de stoofpot neemt krijg je natuurlijk een explosie van geuren en smaken, want de tomatensaus werd met look, een kaneelstok en laurierbladen op smaak gebracht. Zorg dat er genoeg vocht aanwezig is, want de orzo, die wordt mee gebraiseerd neemt veel vocht op. Serveer dit gerecht warm met groene bonen, een geraspte harde kaas en een lekkere Griekse rode wijn.

5002 4996

Griekse kaas

De kaas die je raspt en aan een giouvetsi toevoegt moet niet smelten maar enkel extra smaak toevoegen. De typische kaas daarvoor is kefalotyri, een harde, gele kaas gemaakt van schapen- of geitenmelk; of mizithra, een zachte, verse kaas ook gemaakt van schapen- of geitenmelk. Ze zijn niet gemakkelijk te vinden, dus heb ik maar manouri – gemaakt van schapenmelk – gebruikt. Je kan ook een goede feta gebruiken. Deze manouri is trouwens een ideale kaas om te grillen.

Griekse wijn

Bij dit gerecht hoort natuurlijk een Griekse wijn. We kozen voor een intense rode wijn uit Nemea, de wijngaarden van de Goden. Nemea is een klein stadje gelegen in de Peloponnesos op 30 kilometer van Korinthos. Dit zijn historische wijngaarden omdat deze wijn gemaakt wordt van Agiorgitiko druiven, en direct afstammen van de Fliasion, een wijn uit de Griekse oudheid. Nemea noemde toen Aghios Georgios (Sint-Joris – zie de afbeelding op het label), en heeft dus een eeuwenoude wijntraditie. Deze rode wijn wordt gemaakt door de Wijncooperatieve van Nemea, die tot doel heeft deze aloude tradities niet te laten verdwijnen en deze druif en wijn te blijven promoten als deel van het cultureel erfgoed. Het is een intense dieprode wijn met toetsen van hout, leder en rode bessen, ideaal dus bij deze arni giouvetsi.

4911

Wat heb je nodig?

  • Lamsbout of lamsschouder (1.5 kilogram)
  • Citroen
  • Zoete paprika
  • Gedroogde oregano
  • 1 kaneelstok
  • Olijfolie
  • Lente-uitjes
  • 250 gram kritharaki (orzo)
  • 2 teentjes look
  • 400 gram gehakt tomatenvruchtvlees (desnoods uit blik)
  • 50 gram geraspte kaas (kefalotiri, mizithra, manouri of feta)

Hoe maak je het?

Warm de oven voor op 180 graden.

Verwijder het meeste vet van de lamsbout of lamsschouder. Pers de citroen en masseer het sap in de lamsbout. Neem een giouvetsi of ovenschotel met deksel en giet er een paar eetlepels olijfolie in. Schik de lamsbout in de ovenschotel en wrijf deze in met het paprikapoeder en de teentjes knoflook. Kruid met peper en zout. Vervolgens mogen de lente-uitjes, de tomaten, de gedroogde oregano en de kaneelstok erbij. Rooster gedurende 30 minuten zonder deksel in de oven. Draai de bout halverwege om.

Na 30 minuten giet je ongeveer 250 ml water of lichte bouillon in de ovenschotel en laat je dit met deksel verder garen in de oven. Dit zal nog ongeveer een uurtje duren.

Voeg er nu de ongekookte orzo bij en eventueel nog wat bouillon of water en laat nog 30 minuten verder garen in de oven. Controleer of de orzo en je lamsbout gaar zijn en dien op. Geef er de geraspte kaas bij.

NM.

Pommes (à la) boulangère

4653

Voor het perfecte menu waarbij je niet veel in de keuken hoeft te zijn als je gasten zijn aangekomen heb je de meeste voorbereiding al op voorhand gedaan. Een mooi gebraad of een volledige schouder of been zijn vrij stressvrij en toch altijd een beetje wow als je ze op tafel zet. Laat de ingrediënten het werk voor je doen. Dit bijgerecht kan je gemakkelijk combineren met een stuk vlees of vis. Op tijd in de oven zetten, de timing en gaarheid in de gaten houden en meer is dit niet.

Pommes boulangère of à la boulangère is een techniek uit vervlogen tijden die we te danken hebben aan de bakkerin. De techniek bestaat er uit om grote stukken lamsvlees of vis met aardappelen in de bakkersoven te laten garen. U herinnert zich ongetwijfeld nog Arni Giouvetsi van tijdens de Griekse week: lamsvlees gebraiseerd in een giouvetsi, een aardewerken pot. Vermits dit gerecht enige tijd moet braiseren tot het gaar is, werd dit gerecht meestal op zon- en feestdagen klaargemaakt. De giouvetsi werd zelfs naar de plaatselijke bakker gebracht om in de broodoven te laten garen. Het lamsvlees, samen met tomaat en orzo werden in de giouvetsi gedaan en een paar uren in de bakkersoven gezet. Het Griekse woord voor bakkerin – Φουρνάρισσα – komt van het Latijnse furnus (oven)

Nu heeft iedereen zelf een oven maar de naam à la boulangère is gebleven. We maken vandaag een lekker bijgerecht: laagjes  met ui, look en tijm als smaakgever. Dit bijgerecht wordt opgebouwd als een gratin dauphinois, maar dan zonder de room, dus ook veel lichter. Deze wordt vervangen door een lekkere liefst zelfgemaakte bouillon.

Wat heb je nodig?

  • Boter
  • 2 teentjes look
  • 1 ajuin
  • Aardappelen
  • Tijm (verse of gedroogde)
  • Bouillon (kip of groente)

Hoe maak je het?

Verwarm de oven voor op 200 graden. Neem een grote ovenschaal of individuele schaaltjes en vet deze in met boter. Strooi er wat van de fijn gesnipperde look en zeer dun gesneden ajuin in. Leg vervolgens dakpansgewijs een laag aardappelschijfjes, dan terug wat look, ajuin en tijm. Ga zo door tot je schaal voor ¾ gevuld is.

Giet de bouillon over de aardappelen tot deze net onder staan. Werk af met een paar blokjes boter en zet de schaal of schaaltjes in de oven.

Laat garen in de oven of tot aardappelen mooi bruin gebakken zijn. Dit duurt ongeveer 30 tot 40 minuten. Serveer warm.

NM.

Steak met pesto alla genovese

Dit gerecht met deze onovertroffen saus brengt je zeker in vakantiesfeer. De sensatie die de verse pesto in combinatie met in de pan gebakken of op de barbecue gegrilde steak teweegbrengt op je smaakpapillen is fantastisch.

7275a

Pesto

We beginnen met het maken van een klassieke pesto. Pesto alla genovese in zijn klassieke basisvorm wordt gemaakt met basilicum, zout, look, extra vergine olijfolie van Liguria en Pecorino Sardo kaas. Alle ingrediënten, tenzij de Pecorino kaas komen uit de regio van Genua waar de beste basilico genovese dopbasilicum groeit (Beschermde oorsprongsbenaming – BOB).

Je ziet ook dat in de oorspronkelijke versie geen pijnboompitten werden verwerkt. Pecorino Sardo is een schapenkaas uit Sardinië (pecora is schaap). Hij is minder hard en zoet dan zijn broer, de pecorino romano die hard en vrij zout is. Normaal kan je de pecorino sardo bij ons vinden, indien niet kan je deze vervangen door de pecorino romano of parmezaan of een mengeling van beide.

Waarom zou je pesto zelf maken als je in elke winkel verschillende potjes en merken vind? Vooreerst, pesto maken gaat redelijk snel, het is niet dat je er uren mee verliest. Als je de verse ingrediënten gebruikt, zal  je pesto een veel intenser geur krijgen, je kan zelf de textuur aanpassen en wat de smaak betreft is er helemaal geen vergelijking.

Wat heb je nodig? 

  • Flink veel basilicumblaadjes, liefst zo jong mogelijk
  • 2 teentjes knoflook
  • 1 klein handvol pijnboompitten
  • 100 gram vers geraspte pecorino of parmezaanse kaas
  • olijfolie extra vergine
  • grof zout

Hoe maak je pesto?

De manier waarop je pesto maakt heeft een invloed op de smaak. De originele pesto werd klaargemaakt in een olijfhouten vijzel met een marmeren mortier omdat zo de beste smaak werd verkregen. De draaiende beweging perste de basilicum tegen de wand en vernietigde de vezels. Door het ‘smeren’ gaf de basilicum al zijn aroma’s vrij.

Je kan de basilicum natuurlijk ook in een keukenrobot klaarmaken, maar er komt dan wel niet zoveel aroma vrij omdat de blaadjes gehakt worden en de hitte die wordt opgewekt door de hoge snelheid doet de vrijgekomen oliën verdampen. Doe de basilicum met de knoflook, de pijnboompitten en het zout in de vijzel en je stampt alles fijn met de vijzel (pesto komt van het Latijn platstampen). Het zout helpt om het proces te versnellen.

Doe er dan geleidelijk aan de parmezaan bij en blijf verder stampen tot alles fijn is. Voeg er nu langzaam de olijfolie bij tot je een smeuïge saus hebt.

Ga je de pesto gebruiken bij pasta, voeg dan een paar eetlepels kookvocht van je pasta bij de pesto, zodat je pesto zich beter over de pasta verdeelt.

De steak met pestosaus

Om de smaaksensatie te verhogen gaan we een beetje zuur toe voegen aan de pesto, namelijk 2 EL witte wijnazijn en 1 tot 2 EL heet water. Meng dit nog een keertje goed door mekaar.

Bak of grill de steak volgens je voorkeur. Wanneer je steak klaar is, de steak in tagliata snijden en de pestosaus over de gebakken of gegrilde steak smeren of gewoon gieten.

Heel lekkere combinatie.

NM.

Gebakken zalm met pesto en mille-feuille van zomergroenten

0081

Ik zag deze leuke uitspraak hangen in de lift van een gerenommeerd hotel in Oslo. Ik had deze natuurlijk al gehoord – en ook veel zelf gebruikt – maar het is de eerste keer dat ik ze zag gebruikt worden om een visrestaurant aan te prijzen. Het is een feit dat als je hongerig bent, je natuurlijk een sterke reactie op eten hebt en dat je dan alles wil eten én in grote hoeveelheden. Echter, deze sterke reactie op eten zou volgens diëtisten nu juist de sleutel tot sukses zijn voor goede gewichtscontrole. Maar dat is voer voor specialisten.

5603

Wij zijn er enkel om U af en toe eens een lekker en gezond receptje mee te geven. En vandaag kozen we voor zalm, een zeer gezonde vis. We hebben de zeer goede omega 3 kwaliteiten van zalm al duizend keer gehoord, maar er is meer: vermindering van cardiovasculaire problemen, beter humeur, betere werking van de gewrichten enzovoort.

Zalm dus, gecombineerd met een torentje van zomerse groenten.  Het is een supersnel gerecht waarbij de zalm de smaak opneeemt van de geroosterde venkel, er is de smaak van pesto en er zijn de heerlijke aroma’s van de groenten. Je kan dit gerecht ook gemakkelijk aanpassen aan je eigen voorkeuren. Laat de zalm weg en je hebt een vegetarisch gerecht. Veel plezier ermee.

Wat heb je nodig? Voor 4 personen

  • 4 zalmfilets
  • 1 EL zeste van een citroen
  • 1 ½ theelepel geplette zwarte peperbollen
  • Grof zeezout
  • ½ theelepel venkelzaadjes
  • Pesto (klik hier voor het recept)
  • pijnboompitten
  • 1 aubergine
  • 1 courgette (zucchini)
  • 1 tomaat (coeur de boeuf)
  • 1 teentje look
  • Rode en gele paprika

5593

Hoe maak je het?

We beginnen met de millefeuille (of is het mille-feuille?) van zomerse groenten. Snij de aubergine en de courgette in ronde schijven. Neem een grillpan en bak de schijfjes aubergine en courgette in olijfolie tot ze gaar zijn. Kruiden met peper en zout en wat gedroogde tijm. Snij de gele en rode paprika in strips en bak ook deze in de grillpan. Laat alles uitlekken op keukenpapier.

Rooster de pijnboompitten in een antikleefpan tot ze mooi bruin zijn. Snij de coeur de boeuf tomaten met een mandoline of scherp mes in fijne schijven.

Leg een vel bakpapier in een ovenschotel en bouw de mille-feuille op: een laagje aubergine, tomaat, courgette, de paprikastrips, enzoverder tot je niets meer over hebt. De verschillende lagen kruiden met peper en zout en eventueel tijm en oregano en 10 minuten wegzetten in een warme oven (200 graden Celsius). Afwerken met grof zeezout, schijfjes gebakken look en de geroosterde pijnboompitten.

Ondertussen bakken we de zalmfilets. Meng de de zeste van een citroen, de venkelzaadjes en de geplette peperkorrels en wrijf er de zalm mee in.

Verhit wat olijfolie in een pan en bak de zalm op een matig vuur op de velkant. Zo krijg je een krokante huid. Kruiden met peper en zout. Draai de vis nog een minuutje om of laat kort verder garen in de oven. De zalm mag niet te lang bakken want hij moet van binnen nog roze zijn.

Dresseer de mille-feuille van zomergroenten op een bord. Kruiden en werk met wat strips geroosterde paprika en schijfjes look. Leg er de zalmfilets bij en geef er wat pesto bij.

NM.

Ochtenddauw in het Middelheimmuseum

naamloos-3720

Deze morgen bij 3 graden een wandeling gedaan in het mooie Middelheimmuseum, uniek in kunststad Antwerpen. In een bijzondere setting biedt het openluchtmuseum een boeiend overzicht van meer dan honderd jaar beeldende kunst. De ochtendzon laat haar stralen neer op de ochtenddauw. De bladeren van de bomen maar ook de kunstwerken zijn door dauw
omvangen, het gras is een wazig tapijt van blinkende kristallen. Pareltjes.

Giacomo Manzù (Giacomo Manzoni) “de Kardinaal” (1952)

Cappuccino van funghi porcini

Vandaag maken we een soepje in de vorm van een cappuccino, want we werken deze succulente soep af met een paar lepels melkschuim. Cappuccino is de koffie bij uitstek ’s morgens, gemaak van een dosis espresso, wat melk en afgewerkt met melkschuim. Het woord cappuccino is Italiaans voor klein kapje, wat eigenlijk perfect de vorm beschrijft van het yummy melkschuim of crema dat op de koffie gegoten worden.

8775

Moderne barista’s met veel fantasie kunnen er nu zowat alle vormen ingieten (latte art), maar oorspronkelijk had het melkschuim de vorm van een kap. Vanwaar komt nu de verwijzing naar de kap? Omdat het melkschuim – een witte cirkel omringd door de donkerbruine koffie – leek op het kaalgeschoren hoofd van de kapucijner monniken. Hun officieel gewaad was een donkerbruin kleed met een kap die het kaalgeschoren hoofd moest bedekken. Er gaat trouwens een verhaal de ronde dat een kapucijner monnik, Marco d’Aviano, de cappuccino zou hebben uitgevonden – in de 17e eeuw – en dat dit de reden is waarom het een cappuccino noemt. Het enige probleem is dat we pas kort na 1900 van cappuccino beginnen spreken zijn.  Er werd wel een soort aapjes naar de kapucijner monniken genoemd (en niet omgekeerd, zoals kwatongen beweren). Een andere theorie is dat cappuccino zou afgeleid zijn van de Kapuziner Kaffee uit Wenen, de stad met een enorme koffiecultuur en beroemde koffiehuizen. Weense koffie wordt meestal gedronken met melk, al dan niet in schuimvorm. Een cappuccino noemt me in Wenen trouwens een Wiener Melange. De bekende klassieke koffiehuizen zouden vroeger de hoeveelheid toegevoegde melk bepaald hebben volgens de wensen van de klant. En hoe meer melk er bij werd gedaan hoe lichter de koffie van kleur werd. En zo zouden de verschillende koffie’s met melk hun naam gekregen hebben, omdat de kleur werd vergeleken met de kleur van de pijen van de monniken (een Franziskaner zou dan een koffie met veel melk geweest zijn enz.).

Wat heb je nodig? 

  • 50 gram gedroogde funghi porcini (Boletus edulis of eekhoorntjesbrood)
  • 1 ¼ dl droge sherry
  • 2 uien, fijn gehakt
  • 2 teentjes knoflook
  • 1 steel prei, fijn gehakt
  • 30 gram boter
  • 1 EL verse tijm
  • ½ liter sterke runderbouillon
  • room
  • melkschuim

Hoe maak je het?

Week de paddenstoelen in de sherry gedurende 30 minuten of tot ze zacht zijn. Knijp de porcini uit maar hou de sherry, we gaan die later gebruiken.

Warm wat boter op een laag vuur in een steelpan en doe er de ui, knoflook en prei in. Laat deze zachtjes fruiten, zonder te verkleuren. Voeg er dan de verse tijm en de funghi porcini bij en laat nog een paar minuten verder fruiten.

Deglaceer de pan met de sherry en laat gedurende 30 minuten zachtjes inkoken. Voeg er runderbouillon bij en de room en laat lichtjes indikken. Controleer de kruiding en kruid bij indien nodig.

Giet de soep door een fijne zeef en serveer onmiddellijk in de glazen of kopjes. Je zou genoeg vloeistof moeten hebben voor 4 tot 6 kopjes. Lepel op elk glas of kopje een paar eetlepels melkschuim.

NM.

Een passie voor koken

Nullam Microwaveum brengt je tijdens de lente nieuwe gerechten, heerlijke drankjes tips voor uitstapjes in binnen- en buitenland! Blijf op de hoogte en like de facebook pagina! Bedankt daarvoor.

WP2Social Auto Publish Powered By : XYZScripts.com