Category Archives: Veal – Kalf – Veau

NM 1260 240 veal white-1

De lekkerste recepten met kalfsvlees. Gemaakt en veelvuldig getest in onze eigen keuken

Kalfstartaar met zalfje van tonijn

Tartaar van kalf

Ik koos voor een kalfstartaar, en vooral aan een recept ​ dat perfect op voorhand klaargemaakt kan worden zodat iedereen zelf rustig kan genieten. We willen voor de feestdagen geen stresssituatie in de keuken.

Neem voor deze tartaar een mooi stukje kalfsvlees, bijvoorbeeld de bal van de schouder. Dat is het beste stuk van het kalf om tartaar van te snijden.

En nog een tip: leg het even in de diepvries want licht bevroren kalfsvlees is het makkelijkst om te snijden. Je kan het dan in heel mooie kleine stukjes hakken.

Kumato

Voor het tomatenwater koos ik voor de Kumato tomaat: een wat donkerdere kleur en een hardere buitenkant, maar van binnen lekker zacht met een intense, friszoete smaak.

Wat heb je nodig?

500 gram kalfsvlees

Voor het tomatenwater

  • 8 stuks tomaten (bvb Kumato)
  • 1 snuifje piment d’Espelette
  • Zout

Voor de tonijncrème

  • 100 gram tonijn tonijn
  • 3 ansjovisfilets
  • 20 gram kappertjes
  • 2 eidooiers
  • 15 cl olijfolie
  • 5 cl sherryazijn

Hoe maak je het?

Snijd het kalfsvlees met een mes in kleine blokjes van ongeveer 0,5 cm om een ​​mooie tartaar te krijgen.

Meng alle ingrediënten voor het zalfje van tonijn in een blender tot je een gladde massa hebt.

Meng een beetje tonijnsaus bij de kalfstartaar en zet de rest even weg.

Snij een kruisje aan de onderkant van de tomaat en dompel ze enkele seconden onder in kokend water. Pel de tomaten. Verwijder de pitten en pureer de tomaten in de blender met een beetje zout en piment d’Espelette. Of rasp ze met de hand.

Filter door een neteldoek of fijne zeef om alleen het tomatenwater op te vangen. Controleer de smaak en kruid bij indien nodig. Werk af met de sherryazijn. .

Schik de tartaar in een cirkel in een diep bord en giet het tomatenwater eromheen. Lepel er het zalfje van tonijn over. Werk af met een paar druppels olijfolie. Serveer met toast.

NM.

Saltimbocca alla Romana

Vandaag 21 april is de verjaardag van het ontstaan van Rome. Volgens de legende werd Rome gesticht op 21 april in het jaar 753 voor Christus door de tweelingbroers Romulus en Remus. Romulus werd de eerste koning van Rome.

Saltimbocca alla Romana

Rome heeft een hele rijke keuken en om de verjaardag te vieren, maken we elk jaar een Romeins gerecht. Deze keer de klassieke saltimbocca alla Romana,  een onvervalste klassieker uit de Romeinse keuken. Saltimbocca is Italiaans voor ‘springt in je mond’ en dat doen de smaken van dit gerecht ook.

Secondo piatto

Saltimbocca (letterlijke vertaling: spring-in-de-mond) komt uit Rome, maar het gerecht is al sinds het einde van de 19e eeuw ook in de overige regio’s van Italië ingeburgerd. Thans is het een van meest typische Italiaanse gerechten.

Voor deze secondo piatto hebben we kalfsvlees (kalfslapjes), prosciutto, en salie nodig. En cocktailprikkers of tandenstokers (zie artikel)

Wat heb je nodig?

(voor 4 personen)

  • 8 dunne kalfslapjes
  • plakjes rauwe Parmaham – Prosciutto di Parma (zie artikel)
  • 50 gram boter
  • 2 EL olie
  • versgemalen zwarte peper
  • 2 dl witte droge wijn
  • 8-16 verse salieblaadjes

Hoe maak je het?

Sla de lapjes kalfsvlees zo plat mogelijk met een vleesmal (vleesklopper).
Leg op ieder lapje een plakje prosciutto en een paar blaadjes salie. Rol op en maak vast met een tandenstoker – zie artikel.


Verhit de helft van de olie en de boter in een pan, en bak hierin kalfslapjes in korte tijd aan beide zijden bruin. Blus met de witte wijn toe.

Roer de bruine bakresten los en laat inkoken tot de wijn verdampt is en het vlees zacht en mals (ongeveer 5 tot 10 minuten).

Serveer de kalfslapjes op een voorverwarmde schaal op en giet er de saus overheen. Geef er verse tagliatelle bij.

Buon appetito,

NM.

AXOA van kalf met Piment d’Espelette

Herfst is stoofpotjestijd

De herfst is begonnen en dat betekent nieuwe gerechten met andere ingrediënten. En dat betekent ook lekkere stoofpotjes met fantastische geuren die je keuken vullen. We beginnen met een stoofpotje uit Baskenland, axoa.

Axoa – spreek uit als achoa – is een typisch Baskisch stoofpotje, bereid met kalfsvlees, uien, gesauteerde pepers en tomaten en op smaak gebracht met Piment d’Espelette peper. 

Piment d’Espelette

Er zijn zoveel recepten van axoa als er grootmoeders zijn. Ik bereidde mijn axoa met groene olijven, maar je kan ook de heerlijke gedroogde pruimen uit AgenPruneaux d’Agen – gebruiken, voor een iets zoetere versie. Piment d’Espelette is helemaal niet pikant, maar geeft een geweldig parfum aan gerechten. Ze worden momenteel geoogst en gedroogd en klaargemaakt voor het jaarlijkse Festival van de Piment d’Espelette eind oktober.

Wat heb je nodig?

  • 1 kg kalfsschouder
  • 2 uien
  • 2 teentjes knoflook
  • 2 rode paprika’s
  • 2 gele paprika’s
  • 8 piquillos uit Baskenland of 2 groene paprika’s
  • 1 theelepel olijfolie
  • 1 eetlepel suiker
  • 1 liter groentebouillon
  • groene olijven
  • Zout
  • Piment d’Espelette

Hoe maak je het?

Snijd het schouderstuk in kleine blokjes. Hak de uien fijn en plet de knoflookteentjes. Verwijder de zaadlijsten van de paprika’s en snijd ze in kleine blokjes.

Bak het vlees bruin in een lepel olie in een cocotte of pan met zware bodem. Voeg de ui, knoflook, paprika en pepers toe. Bevochtig met een klein glas water. Breng op smaak met de bouillon (tot het vlees onder staat) en een snuifje zout.

Laat afgedekt minstens anderhalf uur sudderen.

Verwijder 15 minuten voor het einde van de bereiding het deksel om het overtollige water te laten verdampen en de saus te reduceren.

Ideaal is – zoals bij elk stoofpotje – om dit gerecht van tevoren te bereiden en het ongeveer een kwartier te laten sudderen voordat je het serveert. Voeg de groene olijven en de Piment d’Espelette pas aan het einde van de bereiding toe.

NM.

Kalfsmedaillon met een saus van morieljes

0498

Ik ben een absolute en fanatieke liefhebber van paddenstoelen en één van mijn favoriete zwammen is de morielje, een sponsachtig type zakjeszwam. Verse morieljes (morilles – morchella – spugnole – Morcheln) zijn echte voorjaarspaddenstoelen en dus te vinden vanaf ongeveer eind maart tot de maand mei te vinden. Indien je geen verse morieljes kan vinden, gebruik dan de gedroogde versie, die je natuurlijk eerst moet hydrateren in een vloeistof (50 gram gedroogde morieljes wordt ongeveer 400 gram gehydrateerd). Af en toe eens aan de kom schudden want ze durven nogal wat zand te bevatten. Morieljes hebben een sponsachtige, puntige hoed wat doet denken aan een honingraat. De goudbruine hoed is 5-20 cm hoog en wordt geeloranje bij ouderdom. Van binnen is het vruchtlichaam hol, het vlees is wit tot crèmekleurig. De smaak van de morieljes is intens en kruidig en komt goed tot zijn recht in wildgerechten of ragouts, maar ook in deze saus.

De saus van morieljes serveren we bij een rosé gebakken kalfsmedaillon. Serveer dit klassieke gerecht eventueel met een gratin of met in de oven gebakken krieltjes.

0510

Wat heb je nodig? voor 6 personen

  • 6 kalfsmedaillons
  • 100 gram gedroogde morieljes
  • 30 cl room
  • 50 gram boter
  • 2 sjalotten
  • 20 cl witte wijn
  • Nootmuskaat
  • 1 vanillestokje
  • Peper en zout

Hoe maak je het?

Laat de gedroogde morieljes een paar uur weken in koud water (hydrateren). Ververs het water regelmatig en giet dan af. Laat de morieljes uitlekken.

Verwarm een klontje boter in een sauspan op een middelmatig vuur en laat de fijn gesnipperde sjalotten fruiten. Na 5 minuten mogen de morieljes erbij. Blus met de witte wijn en doe er het open gesneden vanillestokje bij. Laat voor de helft inkoken en doe er dan de room bij. Laat nog een 8 tot 10 minuten verder sudderen. Werk af met een snuifje nootmuskaat.

Bak de kalfsmedaillons gedurende 3 tot 4 minuten aan elke kant (afhankelijk van de grootte en de dikte). Laat even rusten onder aluminiumpapier tot de saus klaar is.

Leg de kalfsmedaillons op een bord en nappeer er de saus van morieljes rond.

NM.

 

Côte à l’os gemarineerd in genmai miso

5423

Roadkill

Hier bij Nullam hebben we het niet enkel over recepten maar proberen we jullie ook op de hoogte te houden van culinaire evenementen op deze planeet. Voor de aflevering van vandaag richten we onze blik op West Virginia want daar gaat vandaag de West Virginia RoadKill Cook-off door. Eigenlijk is het begonnen als een feest voor het einde van de oogst. Tot zover niets eigenaardig want er vinden overal ter wereld honderden gastronomische evenementen plaats die het einde van de oogst en het begin van de herfst vieren. Maar in West Virginia, en meer bepaald in het stadje Pocahontas, hebben ze er nog een extra dimensie aan toegevoegd, namelijk een groot kookevenement met roadkill gerechten. Roadkill zijn dieren die op de weg door auto’s en vrachtwagens werden aangereden. Niet dat ze de roadkill opsparen en op het festival klaarmaken, maar alle gerechten hebben roadkill namen meegekregen zoals squirrel gravy (eekhoorn), beer gemarineerd in teriyaki of deer sausages en ga zo maar door.

West Virginia is een zeer agrarische staat met vele lange wegen door landbouwgebieden en bossen en er wordt al eens een dier omver gereden. Maar er speelt nog iets anders mee. Net zoals wij grappen maken over de ‘Hollanders’ en omgekeerd, is West Virginia de staat waarover in Amerika de meeste stereotypes de ronde doen: onopgevoede white trash, racisten, incest, arm, wapengek, illegale alcoholstokers en hilbillies die raccoons en eekhoorns eten en vooral zeer slechte chauffeurs.

Waar of niet waar, de stereotypes bestaan en het Roadkill festival speelt deze troef maar al te graag uit, wat het een wild evenement maakt dat nationaal uitgezonden wordt door Discovery Channel, Food Network en het Travel Channel, tot groot ongenoegen van de gouverneur – “The SOB that organized the cookoff should be killed.”, omdat die net van deze stereotypes probeert af te geraken.

In ieder geval, de West Virginia RoadKill Cook-off blijft bestaan en wordt almaar groter en populairder. Het begint ’s morgens met een 5 km Possum Trot en vanaf ’s middags kan je de roadkill gerechten gaan proeven.

http://pccocwv.com/roadkill_cookoff_and_festival.html

5425

Côte à l’os

Wij gooien ook iets op de grill vandaag, maar maak je geen zorgen het is geen roadkill, maar een côte à l’os van kalf, die we eerst marineren in genmai miso, look, gember en sojasaus. Genmai miso is gemaakt van biosoja en bruine rijst in plaats van witte rijst. Genmai betekent trouwens ’bruine rijst’. Deze miso heeft 1 jaar op oude vaten gerijpt, vandaar de fantastische smaak en de wat bruine kleur. In tegenstelling tot de andere miso is de genmai miso geen traditioneel product uit de Japanse keuken, omdat het een relatief nieuw product is. Het is een ingrediënt met een hoge kwaliteit en het is bijna volledig biologisch-organisch.

We kozen voor een côte à l’os van kalf, vanwege het zachtere vlees dat de marinade gemakkelijker absorbeert. Deze smaakvolle marinade geeft de dikke côte à l’os een krokant korstje terwijl binnenste sappig blijft.

Wat heb je nodig?

  • Een côte à l’os van kalf van ongeveer 2 ½ cm dik (of een T-bone, of Porterhouse)
  • 3 EL olijfolie
  • 3 EL sesamolie
  • Vers gemalen zwarte peper
  • 4 teentjes look
  • 1 stuk gember van ongeveer 5 cm, geraspt
  • 125 ml sojasaus
  • 75 gram gemnai miso

Hoe maak je het?

Plaats de côte à l’os in een keramieken of glazen schaal. Meng al de ingrediënten voor de marinade in een kommetje en giet ongeveer ¾ over de côte à l’os. Dek af met plastiekfolie en laat 30 minuten rusten. Keer de côte à l’os om en laat nog eens 30 minuten rusten.

Verwarm de grill of de barbecue. Grill de côte à l’os op het heetste gedeelte van de grill gedurende 1 minuut en laat dan nog 4 minuten garen op een minder warm gedeelte. Draai de côte à l’os om en leg terug op het heetste gedeelte, gedurende 1 minuut. Leg na één minuut terug op een minder warm gedeelte van de grill en laat verder garen tot de cuisson van je voorkeur. Borstel er ondertussen de rest van de marinade over tot de buitenkant mooi gekarameliseerd is. Gebruik een thermometer om de interne temperatuur te meten, als je niet zeker bent.

Haal de côte à l’os van het vuur en laat een vijftal minuten rusten onder aluminiumpapier. Pas dan kan je beginnen versnijden.

NM.

Blinde Vink

Roosdaal copyright Joost Van Liefferinge

Blinde Vinken

Toen ik nog een kleine nullam was, werden elk jaar op 1 mei bij ons een paar straten volledig afgezet voor het verkeer en werd er vinkenzetting gehouden. Ze kwamen al ’s morgens zeer vroeg aan, de mannen en vrouwen met een kooitje (een muit) met een vink erin. Op zich niets mis mee, maar wat mij als kind stoorde is dat het heel stil moest zijn. Er mocht geen enkel geluid gemaakt worden, geen deuren die open en toegingen, geen muziek, helemaal niets. Enkel de stilte en suskewiet. Vervloekt heb ik ze, die vinkeniers. Ik heb toen ook de socialisten vervloekt, omdat zij de vinkenzettingen op 1 mei organiseerden. Waarom op 1 mei? 1 Mei is toevallig de feestdag van de heilige Jacobus en Filippus, de patroonheiligen van de vinkeniers.

Een eeuwenoude traditie

De Ieperse kroniekschrijver Augustijn van Hernighem beschreef al in 1595 het verhaal van een vinkenwedstrijd. Er bestonden toen zelfs al gilden voor vinkeniers, die vinkenzangwedstrijden organiseerden.

Up den eersten dach van Meye zoo wassere int hof van den saeyvuldere ghezonghen om conynck vande voghelen al waer int hof ghemaect was een perck jeghens een haghe ende afghestelt met een coorde, datter niemant by de voghelen en mochte gaen, ende ij vynghen voor een persoone die wylde zynghen om conynck; de liedenkens van bede waeren ghekorfven ende men beghonste met dat zesse sloech totten zevenen; ende Anthones Cottyn was keysere; mette zelve voghelen hadde hij ij jaer conynck gheweist van te vooren. Daer naer ghynghen zy te kercke St. Pieters ende de voghelen hynghen byden oultaer.

Beroep: zangkeurder

Ondertussen behoort de vinkenzetting tot immaterieel erfgoed van Vlaanderen, want deze sport wordt enkel in Oost- en West Vlaanderen gespeeld. Het seizoen loopt jaarlijks van 1 april tot 31 augustus. De vinken worden in speciaal ontworpen wedstrijdkooien in een lange rij langs de straatkant geplaatst. Na het startsignaal telt elke deelnemer een uur lang het aantal “liedjes” of “slagen” van de vogel van zijn of haar buurman. Een liedje moet op zijn minst bestaan uit een voorzang en een slotzang die eindigt op het kenmerkende “suskewiet“. Zangkeurders zien hierop toe tijdens de zetting. De liedjes worden met streepjes gemarkeerd op een zwartgeverfde houten telregel. Het aantal opgetekende slagen bepaalt de rangschikking.

De winnaar krijgt naast een bescheiden geldprijs vaak een prijs in natura, zoals vlees of vogelzaad. Typisch zijn de bloemen die gegeven worden.

Meer info:

Het tijdschrift “HET LAND VAN NEVELE” is een driemaandelijkse
uitgave van de heemkundige kring “Het land van Nevele”: speciaal nummer over de vinkensport:  http://www.landvannevele.com/tijdschriften/1986%20LvN%20jrg%2017%20afl%201.pdf

A.Vi.Bo, de Nationale Federatie Algemene Vinkeniersbond: https://www.avibo.be/?cn-reloaded=1

Siskewiet of Suskewiet?

Iedere regio had zowat zijn eigen speelwijze en reglement maar bij de vinkenzetting zoals ik ze gekend heb werden de kooien’s morgens Nevele Avibovroeg in een straat op een lijn op de grond geplaatst. Ieder vinkenier nam individueel met zijn vink deel. Voor ieder geldig ‘suskewiet’ liedje (lieme of slag) werd een streepje op een regel (of latte) gezet en de winnaar werd de vink die het meeste goede liedjes had gezongen. De eigenaar van de vink werd tot koning uitgeroepen, en als je twee keer na elkaar tot koning werd uitgeroepen, kreeg je ook de titel van keizer.

Dit zijn pure jeugdherinneringen maar ik heb het nog even opgezocht: een topvink zingt het liedje “suskewiet” tot ongeveer 1100 keer per uur, wat heel veel is. Maar zo een topvink wordt dan ook gemakkelijk verkocht voor de prijs van 15.000 euro. En als er geld mee gemoeid is worden de vogels ook geprepareerd naar zo een wedstrijd toe ( en niet altijd met wettelijk toegestane producten).

Blinde vinken?

In de 19de eeuw ontstond het bijgeloof dat vinken beter zongen als ze in een donkere ruimte zaten (vandaar de kooien) of als ze blindgemaakt werden. Er werd dus enkel met verblinde vinken gespeeld. De zeer barbaarse techniek om de vinken te verblinden werd pas in 1921 bij wet verboden. Diezelfde wet verbood ook het vangen van vinken om ze op te eten.

Oiseau sans tête

Vinken werden dus ook gegeten en werden een klassieker in de Vlaamse keukens. Alhoewel het niet meer de vogel zelf was. Een blinde vink is kalfsgehakt met een dun kalfslapje errond en lijkt op een gebraden vink (“oiseau sans tête“). Het behoort tot de vlug-klaar gerechten en we kopen het ook meestal kant-en-klaar gemaakt.  Deze klassieker maak je door de blinde vinken aan te bakken in de pan en dan te smoren in bier en fond met eventueel wat beurre manié, zodat je een lekkere vleessaus krijgt.

The Hairy Bikers in Hulste

Wat toen nog een populaire volkse “sport” was, is nu bijna verdwenen. Vinkenzettingen zijn puur Vlaamse toestanden en voor buitenlanders totaal niet te begrijpen. Ik heb ooit in het buitenland eens het verhaal van vinkenzettingen, vogels in een kooi en suskewiet aan een groep internationalen verteld en die hebben mij met ogen vol ongeloof aanhoord. Toen de Hairy Bikers België aandeden voor hun boek “The Hairy Bikers Ride Again” zijn ze in Hulste terechtgekomen, waar iemand ze in contact heeft gebracht met vinkenzetters. Ook zij geloofden hun ogen niet. Ze hebben toen ook blinde vinken gegeten en het receptBlind Finches in Beer Gravy” is opgenomen in hun kookboek.

NM.

Ossobucco met kohlrabi en mosterdsaus

4319

Kohlrabi of Koolrabi is één van die groenten waar de meeste mensen straal voorbij lopen. Toegegeven, de groente ziet er als een spoetnik of één of ander buitenaards wezen uit. En toch is deze ronde groene bol met veel antennes een hele lekkere en gezonde groente. Deze soort kool komt vermoedelijk uit het noorden van Europa. De ronde knol is geen wortel maar een verdikking van de stengel en is ook gekend als Duitse raap of raapkool (kool van het Duitse woord Kohl en rabi van het Zwitser-Duitse woord voor raap). De milde, zoete en toch peperige smaak heeft wat weg van de smaak van raapjes en de textuur is krokant – eigenlijk een beetje als een appel – dus je kan ze ook rauw verwerken in een slaatje.

Verwijder de bladeren (je kan deze gebruiken in een stir fry in de wok) en schil de knol, meer is het niet.

We gaan met de kohlrabi een witte ossobucco maken: wit omdat de geschilde kohlrabi mooi wit is van binnen en omdat we bij de kalfsschenkels (osso buco) een mosterd-botersaus serveren. Eigenlijk hetzelfde principe als de klassieke osso buco (zie onze Onvergetelijke Ossobuco Alla Milanese), maar wit in plaats van rood, en met andere groenten.

Wat heb je nodig ? voor 4 personen

  • 4 kalfschenkels
  • 1 ajuin
  • 2 laurierblaadjes
  • 6 peperbollen
  • 4 jeneverbessen
  • 3 wortelen
  • 2 kohlrabi
  • 1 blik kikkererwten
  • Peper en zout

Hoe maak je het ?

Neem een grote pan met zware bodem en breng twee liter koud water aan de kook met daarin de kalfsschenkels, de gehalveerde ajuin, de laurierblaadjes en de gekneusde peperbollen en laurierbessen. Eens het water het kookpunt bereikt heeft mag het deksel erop en de temperatuur naar beneden. Laat ongeveer twee uur sudderen (of tot de kalfsschenkels gaar zijn).

De wortelen schillen en in schijfjes of kleine blokjes snijden. De kohlrabi schillen en in dikke julienne snijden (sticks van ongeveer een halve centimeter dikte). Deze mogen het laatste halfuur in de pan bij de kalfsschenkels.

Het vocht van de kikkererwten afgieten en laten uitlekken. Haal de ajuin, de laurierblaadjes, de peperkorrels en de jeneverbessen uit het kookvocht. Laat de kikkererwten gedurende 5 minuten in het vocht warm worden.

De Saus

We maken een botersaus met mosterd op basis van een klassieke roux. Smelt 50 gram boter op een middelmatig vuur in een sauspannetje. Voeg er de bloem bij en roer goed door. Voeg er een goede pollepel kookvocht van de ossobucco bij en laat inkoken tot de gewenste dikte. Goed blijven roeren. Indien de botersaus te dik is, voeg er dan wat meer kookvocht bij. Roer er op het laatste een goede eetlepel mosterd doorheen.

Controleer de kruiding en dien op.

NM.

Kalfsgebraad en cocotte met spruitjes en gnocchi alla romana

8301

Wanneer het koud en donker is vallen we gemakkelijk terug op stoofpotjes of éénpansgerechten. We maken vandaag een mooi stukje mals kalfsgebraad met geblancheerde en gebraiseerde spruitjes. Spruitjes zijn niet zo populair omwille van de zeer uitgesproken en soms bittere smaak, maar als je ze goed klaarmaakt vallen ze echt wel mee.

De spruitjes worden eerst geblancheerd in water met wat natriumbicarbonaat want zo blijven ze mooi groen. We bakken ze dan verder af in de pan van het kalfsgebraad en laten ze dan nog even verder garen in de saus.

Gnocchi alla romana classici

We serveren bij het kalfsgebraad, een een Romeinse klassieker. Gnocchi bestaan al sedert de 13e eeuw in geschreven recepten en de gnocchi gemaakt van bloem en water bestaan al veel langer dan de gnocchi waar wij mee vertrouwd zijn, namelijk diegene die je maakt met aardappelen (gnocchi di patate). De Romeinen deden hun eigen ding met gnocchi en zo ontstonden de ronde schijven gemaakt met semolina, boter, eieren en Parmezaanse kaas. Je zou denken dat deze gnocchi nogal zwaar zijn door de boter, eieren en kaas, maar niets is minder waar. Ze zijn eigenlijk heel licht en luchtig. Semolina stamt van het Italiaanse semola of zemelen, en is een geelkleurige bloem gemaakt van harde tarwe (semola di grano duro). Je kookt de semolina op bijna dezelfde manier als zachte polenta, maar je gebruikt melk in plaats van water. Eens de massa is opgesteven kan je ze gemakkelijk in vormen snijden zoals polenta.

Wat heb je nodig ? voor 4 personen

  • 1 stuk kalfsgebraad
  • 3 sjalotten
  • 1 teentje look
  • 25 cl cider
  • 10 cl room
  • 500 gram spruitjes
  • Boter
  • olijfolie

8577

Hoe maak je het ?

Maak de spruitjes schoon door het onderste er af te snijden en enkele van de buitenste bladeren te verwijderen. Blancheer de spruiten ongeveer 10 minuten in gezouten kokend water. Giet het water af en dompel de spruitjes in ijswater.

Kruid het kalfsgebraad met peper en zout. Neem je cocotte en bruin de kalfsschouder aan alle kanten. De fijn gesnipperde sjalotjes mogen er ook bij.

Deglaceer met de cider en een scheutje water. Kruid de kalfsschouder met specerijen naar keuze (bvb 5 spice). Zet het deksel op de pan en laat ongeveer 30 minuten verder garen op een zacht vuurtje.

Haal de rôti uit de pan en dek deze af met aluminiumpapier. Laat rusten.

Ondertussen doen we het fijn gesnipperde teentje look in de pan, samen met de spruitjes. Laat deze ongeveer 10 minuten verder garen. Snij de koude boter in blokjes en voeg toe aan de saus, samen met de room. Leg de rôti hier terug op en laat de saus nog een paar minuten indikken. Overgiet de rôti regelmatig met de saus. Wanneer de saus klaar is mag je opdienen.

Klik hier voor het recept van de gnocchi alla romana classici

NM.

Ariran Guisou

9208

Het is ondertussen berekoud geworden en zowat iedereen is op zoek naar hart- en ledematen verwarmende stoofpotjes. Vandaag gingen we even buiten de landsgrenzen zoeken en kwamen we terecht bij dit stoofpotje uit Honduras. De Hondurese keuken is niet de meest bekende wereldkeuken, maar het is wel een hele interessante. Deze fusiekeuken heeft invloeden ondergaan van de dominante culturen in de regio: de Lenca inboorlingen, de Spaanse keuken, de Caribische keuken, maar ook de Afrikaanse keuken. Ja inderdaad, want de Garifuna bevolking kwam oorspronkelijk – begin 1700 – uit wat we nu Nigeria noemen. Dus zij die vertrouwd zijn met de keuken uit West- en Centraal Afrika zullen dit stoofpotje wel kennen. De marinade zorgt voor de diepe, intense smaak van deze ariran guisou, het limoensap voor de friszure toets en de specerijen voor de scherpte. Toch zitten er wat zoete elementen in, die je nog kan versterken door dit stoofpotje te serveren met rijst waaraan je kokosmelk hebt toegevoegd. Smakelijk, want warm krijg je er zeker van.

Wat heb je nodig?

  • 750 gram kalfsvlees (of kip)
  • 80 ml vers limoensap
  • 250 ml kippenbouillon
  • 1 ajuin
  • 3 teentjes look
  • 1 rode paprika
  • 3 theelepels Worcestershire saus
  • 2 theelepels suiker
  • 2 theelepels mosterdpoeder
  • 1½ theelepel vers gemalen zwarte peper
  • 1 theelepel kurkuma
  • ½ theelepel komijnpoeder
  • zout
  • Plantaardige olie

Hoe maak je het?

We beginnen met de marinade. Snij het kalfsvlees (of de stukken kip) in beetgare stukken. Neem een grote kom en doe er alle ingrediënten voor de marinade in: limoensap, Worcestershire saus, mosterdpoeder, suiker, peper, zout, kurkuma, komijnpoeder, de fijn gesnipperde teentjes look en ajuin, de paprika en het vlees. Dek af met plastiekfolie en laat minstens een uur rusten in de koelkast. Liefst een ganse nacht zodat het vlees de marinade goed opneemt en je stoofpotje veel intenser wordt.

De volgende dag laat je de marinade uitlekken en dep je het vlees droog. Verwarm een eetlepel olie in een grote pan met zware bodem bak de stukken kalfsvlees (of kip) mooi goudbruin. Haal uit de pan en zet even opzij.

Haal de stukken ajuin, look en paprika uit de marinade en stoof deze een paar minuten aan. Deglaceer met de kippenbouillon en het resterende vocht van de marinade. Verminder het vuur en laat het vlees mee sudderen tot het gaar is. Dit duurt ongeveer 15 minuten. Dien warm op met witte of bruine rijst, waaraan je wat kokosmelk hebt toegevoegd.

NM.

Ossobuco Alla Milanese

9109

Vooraleer we het recept geven, eerst een klein beetje geschiedenis van dit historisch gerecht. Ossobuco of osso buco is een klassiek Milanees gerecht en betekent zoveel als ‘been met een opening’, verwijzend naar de mergpijp in het midden van de kalfsschenkel. De kalfsschenkel wordt horizontaal in stukken gesneden en heeft in het midden een been met beenmerg. Dat stukje beenmerg draagt bij tot de smaak van de ossobuco en werd vroeger uitgelepeld met een ‘essatore’. Een essatore of scavino is klein rond lepeltje en dateert uit vervlogen tijden, toen er nog ontelbare stukken bestek op tafel lagen. Ik heb er ooit eens één gezien in een antiekwinkel in Milaan. De originele ossobuco is een witte ossobuco, zonder tomaten.

Ossobuco zijn in witte wijn gebraiseerde kalfsschenkels op smaak gebracht door een traditionele soffritto van fijn gesneden wortel, ajuin en selder. Geen tomaten want die kwamen pas later uit de Nieuwe Wereld. In de moderne versie worden er wel stukjes tomaat aan toegevoegd. De andere onmisbare smaakmaker van ossobuco is de gremolata, een mengeling van peterselie, look en de zeste van citroen. Daar mee hebben we de belangrijkste bestanddelen van een ossobucco.

Risotto alla milanese

Vermits de ossobuco uit Milaan komt wordt hij opgediend met een al even traditionele bondgenoot, de risotto alla milanese, een romige goudkleurige risotto. De risotto is goudkleurig omdat er wat saffraan wordt bijgedaan. Deze risotto dateert uit 1574. Milaan is de stad met die heel mooie kathedraal, de Duomo. Een Vlaamse glaskunstenaar uit Leuven, Valerio di Fiandra, was aan het werk aan de getinte vensters van de kathedraal, en om een gouden tint aan het glas te geven mengde hij er saffraan bij. De saffraan werd en beetje zijn handelsmerk en op het huwelijk van zijn dochter werd er als eerbetoon saffraan bij de risotto gedaan.

12291773_1199438240072017_7508364753690248785_o

Als je ooit eens op doortocht bent in Umbrië, stop dan eens in het stadje Città della Pieve, in de buurt van het Lago Trasimeno, heel bekend voor zijn saffraan (Zafferano di Città della Pieve Umbria)

Wat heb je nodig ? voor zes personen

  • 6 stukken kalfschenkel
  • 2 medium ajuinen
  • 200 gram wortelen, in fijne blokjes gesneden
  • 200 gram fijn gesneden selder
  • 1 teentje look, fijn gesneden
  • 5 EL olijfolie
  • bloem
  • 375 ml droge witte wijn
  • 1 blik romatomaten, in stukken gesneden
  • 350 ml kalfsfond
  • Gedroogde tijm
  • Zout en vers gemalen zwarte peper

Voor de gremolata

  • 1 teentje look, zeer fijn gesneden
  • Zeste van een citroen
  • 1 handjevol fijn gesneden platte peterselie

Hoe maak je het?

Verwarm de olie op een middelmatig vuur in een grote pan met zware bodem. Je pan moet groot genoeg zijn om de kalfsschenkels in één laag te kunnen leggen. Strooi wat bloem op de schenkels en bruin ze aan alle kanten. Bak de schenkels desnoods in twee keer als dat gemakkelijker is.

Haal de kalfsschenkels uit de pan en verminder het vuur.

Verwarm ondertussen de oven tot 175 graden.

Ossobuco is een Italiaans gerecht dus is de basis een soffritto: we stoven de gelijke hoeveelheden wortel, selder en ajuin aan tot ze zacht zijn. Doe er op het laatste ook het fijn gesnipperde teentje look bij.  Deglaceer met de wijn en schraap alle bruine aanbaksels los. Nu mogen de blokjes tomaten erbij en wat takjes tijm.

Leg de aangebakken schenkels op de soffritto en giet er wat van de saus over. Kruid met peper en zout, zet het deksel op de pan en zet gedurende 1 uur en 30 minuten in de oven. Het vlees moet echt zacht zijn en bijna van het been vallen. Overgiet een paar keer met de saus.

9101

De Gremolata

We maken ondertussen de gremolata. Combineer de platte peterselie, de fijn gesnipperde  look en de zeste van citroen in een kommetje.

Haal de schenkels uit de pan en schik ze op een serveerschaal. Hou ze warm. Proef de saus en kruid bij indien nodig. Indien ze saus te dun is laat ze dan nog een paar minuutjes indikken op een zeer hoog vuur.

Giet de saus over de kalfsschenkels en werk af met een paar lepeltjes gremolata.

Mangia! Mangia!

NM.