Toerist in eigen land. Ook in België is er veel te ontdekken. In deze rubriek alles voor een citytrip of een zondagse uitstap met massa’s tips & reviews: een reisblog voor levensgenieters.">
Toerist in eigen land. Ook in België is er veel te ontdekken. In deze rubriek alles voor een citytrip of een zondagse uitstap met massa’s tips & reviews: een reisblog voor levensgenieters.
Wijnkasteel Genoels–Elderen is met zijn 22 hectaren wijngaarden het grootste wijndomein in het land. Gelegen tussen Tongeren en Maastricht, langs de oude romeinse heirbaan in de gemeente Riemst, ligt het enige wijnkasteel van België. Geen toeval, aangezien de Romeinen reeds wijngaarden hadden in deze streek. Mocht je tijdens komende vakantie niet weten wat gedaan, ga dan zeker eens langs want je kan dit prachtige wijndomein bezoeken. Je kan er mooie wandelingen door het domein maken en natuurlijk ook de verschillende wijnen proeven en kopen.
Praktische Info Wijnkasteel Genoels-Elderen
Kasteelstraat 9, 3770 Riemst (Genoelselderen)
Een rondleiding kan enkel na reservering via de website www.wijnkasteel.comNM.
Antwerpen werd eeuwen geleden geterroriseerd door Druon Antigoon, een reus die alle scheepvaarders dwong om tol te betalen alvorens ze de Schelde mochten overvaren. Indien ze weigerden hakte Antigoon hun hand af en wierp deze in de rivier. De Romeinse legionair Silvius Brabo kwam hier op een dag tegen in opstand. Hij vocht met Antigoon, doodde hem, hakte vervolgens diens hand af en smeet het lichaamsdeel in de rivier. Door Antigoons “hand te werpen” zou Antwerpen aan haar naam zijn gekomen. Tot zover de sage.
De Brabofontein
Fonteinen waren vroeger vooral een bron van drinkwater, waarbij men was aangewezen op natuurlijk verval. Toen de electrische pompen ontstonden werden fonteinen en watergekletter een symbool van rijkdom. Daarom bouwden vele steden fonteinen, dus ook Antwerpen. De Brabofontein op de Grote Markt in Antwerpen werd in 1887 gebouwd door de Antwerpse beeldhouwer Jef Lambeaux.
Op het voetstuk ziet men zeemeerminnen, zeerobben en andere zeedieren, uitgebeeld met een soepelheid die reeds art nouveau anticipeerde.
De Brabofontein is geïnspireerd op de bewegingseffecten in het werk van Giambologna. In tegenstelling tot wat je zou denken was Giambologna, – ook wel Jean Bologne genoemd – een Vlaams beeldhouwer en één van de belangrijkste en meest invloedrijke beeldhouwers van de maniëristische stijl, in de zin van gratie en elegantie
De maniëristen geven de voorkeur aan “bewegende” figuren, en dan met name aan de figuur “S“, de slangvormige figuur die niet binnen geometrische cirkels of vierhoeken kan worden gevangen.
Tijdens de Covid-19 lockdown besefte ik dat ons kleine landje heel wat te bieden heeft en dat ik op heel wat interessante plekken in België nooit was geweest. Toen ik klein was had ik natuurlijk wel gelezen en gehoord over ridders en de kruistochten, zonder er veel over te weten. En zo ontstond het idee voor een bezoek aan Alden Biezen in de provincie Limburg,
Alden Biesen
De geschiedenis van de imposante Landcommanderij Alden Biesen gaat terug tot de kruistochten in de dertiende eeuw. Dappere ridders richtten toen de Duitse Orde op. In het kasteel woonde eeuwenlang de landcommandeur: een machtig man die aan het hoofd stond van de balije Biesen. Een balije is een riddergenootschap en verenigt een aantal commanderijen.
De Duitse orde
De Duitse orde was een geestelijke ridderorde die ontstond in de nadagen van de Derde Kruistocht (1189-1192). Ze wordt ook wel de Teutoonse ridders genoemd en ontstonden naast de Tempeliers en de Hospitaalridders als derde geestelijke militaire ridderorde. Het waren ridders uit het Duitse Rijk, waartoe in de middeleeuwen ook de Nederlanden en Bourgondië behoorden. Deze ridders waren de soldaten van Christus, die het geloof met de wapens wilden verdedigen en verbreiden.
Alden Biesen, een waterburcht is één van de grootste kasteeldomeinen van Europa. De historische gebouwen en de prachtige Engelse en Franse tuinen zijn een bezoek meer dan waard. En het meeste van het domein is gratis te bezoeken, maar de waterburcht met het gerestaureerde appartement van de landcommandeur is enkel te bezoeken met gids of tijdens een tijdelijke tentoonstelling.
Wapenstilstandsdag is de jaarlijkse herdenking van de wapenstilstand van 11 november 1918, die het einde betekende van de Eerste Wereldoorlog. Dit jaar kozen we voor de Duitse Militaire Begraafplaats in Vladslo, in de stilte van het Praatbos. De beelden zijn van de Duitse kunstenares Kathe Kollwitz. Het Treurend Echtpaar drukt het leed uit van alle ouders die in de oorlog een zoon verloren.
Vladslo
Aan de rand van het Praetbos, bevindt zich het prachtig onderhouden Duits Militair kerkhof van Vladslo, waar 25.638 Duitse soldaten rusten die tijdens de Eerste Wereldoorlog vielen. Wanneer je de ingangspoort passeert, ontkom je niet aan het gevoel een indringer te zijn, die de stilte breekt die over het kerkhof hangt.
Tot in 1956 lagen er op dit kerkhof 3.233 Duitse soldaten begraven. Het was een indrukwekkend kerkhof vol eikehouten kruisjes. In de jaren 1955 tot 1957 werden de Duitse kerkhoven, waarmee West-Vlaanderen doorzaaid was, sterk in aantal verminderd. Er blijven thans nog alleen die van Hooglede (8 247), Langemark (44 294), Menen (47 864), Vladslo (25 638) en Zeebrugge over. Alle Duitse gesneuvelden uit de IJzerstreek werden toen naar het gemeenschappelijke kerkhof van Vladslo gebracht.
Het Treurend Echtpaar
Hoewel ze kort na de dood van haar zoon Peter aan het Treurend Ouderpaar begon, was het pas 18 jaar later dat haar ouderverdriet voltooid was. Zij liet de beelden in 1932 plaatsen op het landelijk kerkhofje van Esen Roggeveld, waar Peter sneuvelde en begraven werd. Uit 2 harde granietblokken beitelde ze twee door eeuwige smart en afschuw getekende ouders.
Een jarenlang rijpingsproces heeft het mogelijk gemaakt aan deze moeder, om wat eerst bedoeld was als een rouwmonument voor haar eigen gesneuvelde zoon, te doen uitgroeien tot een aangrijpende elegie voor alle doden, van alle nationaliteiten.
Praktische Info
Duitse Militaire Begraafplaatsadres Houtlandstraat 3 8600 Vladslo
Bütgenbach is een gemeente in de provincie Luik en ligt in het Duitstalig oostelijk deel van het land. Bij Bütgenbach hoort nog de deelgemeente Elsenborn en telt ongeveer 5.500 inwoners.
Bütgenbach ligt in de Belgische Eifel. Ten noorden van Bütgenbach stroomt de Warche. Sedert 1932 is er een stuwdam gebouwd en ontstond het Meer van Bütgenbach, van 120 ha. Rondom die aanlokkelijke trekpleister is er een overvloed aan activiteiten en uitstekende logeermogelijkheden.
Je verblijft in een typisch Eifellandschap, omgeven door ongerepte natuur, grote bossen, uitgestrekte groene omgeving, prachtige heggenlandschappen en goed bewaarde natuurbehoudgebieden. De ganse regio ademt rust uit.
Meer van Bütgenbach
Het meer van Bütgenbach geeft aan het dorp zijn toeristische meerwaarde. Men krijgt er de gelegenheid om te hengelen, te zeilen, te zwemmen, te kanoën en om te surfen. Kortom, je kunt er alle watersporttakken beoefenen, met uitzondering van het gebruik van motorboten. Maar er zijn ook talrijke goed georganiseerde wandel-tochten rond het meer en ook fietsers en mountainbikers vinden er hun gading.
De stuwdam
De eerste constructie stroomafwaarts op de Warche is de stuwdam, die een meer vormt met een capaciteit van 11 miljoen m³. De dam werd in de jaren dertig van de vorige eeuw gebouwd door de Italiaanse ingenieur Boldo; het bouwwerk bestaat uit een reeks booggewelven, is 23 m hoog en 140 m lang. Het stuwmeer drijft een elekticiteitscentrale aan en regelt tevens het peil van het meer van Robertville. Nabij de stuwdam bevinden zich de ruïnes van een burcht uit de jaren 1230-1240.
Bakkerij Heinen
Breng zeker een bezoek aan Bakkerij Heinen voor de lokale specialiteiten (Marktplatz 15 4750 Bütgenbach)
Als de lockdown één ding heeft duidelijk gemaakt is dat er in België hele mooie plekjes zijn. Net zoals iedereen had ik er behoefte aan om even te kunnen ontsnappen, al was het maar om even een frisse neus te halen of even uit de dagelijkse sleur van thuiswerk te zijn of gewoon om te gaan wandelen of fietsen. Talrijke keren keek ik op google maps, op zoek naar ideeën voor een korte uitstap of op zoek naar een dorp of stad waar ik nog niet geweest was. En zo viel mijn oog op Baasrode.
Baasrode
Baasrode is een dorp in de Belgische provincie Oost-Vlaanderen en sinds 1977 een deelgemeente van de stad Dendermonde. Het is een dorp met een nijverheid- en woonfunctie in de Scheldevallei in de Denderstreek. Naast het centrum liggen op het grondgebied ook de gehuchten Vlassenbroek en Briel, op de grens met Buggenhout. En die Scheldevallei heeft heel wat troeven in huis. Denk maar aan het wandelnetwerk “In het land van stille waters” of een fietstocht in het Sigmaplan.
Baasrode, vermeld als Baceroth en ook als Bassarode, komt als toponiem voor het eerst voor in een schenkingsoorkonde van 821 van Lodewijk de Vrome. Baasrode heeft een rijke geschiedenis aan het water die je kan ontdekken in het Scheepvaartmuseum.
Parochiekerk Sint-Ursmarus
Kennelijk is de kerk ontstaan in functie van het Scheldeveer en de Scheldevaart. Ten noorden paalde zij aan de loskade bij de Schelde, aan de westkant aan de monding van de Vliet die dienst deed als rivierhaven, aan de oostkant lag het veer en ten zuiden de baan Dendermonde – Mechelen. De loskade was altijd eigendom van de kerk.
De kerk staat op de lijst van ‘Onroerend Erfgoed’ van Vlaanderen en vooral gezien vanaf het veer is de kerk schilderijmateriaal. Heel mooi plaatje.
De scheepswerven van Baasrode
Door de ligging aan de Schelde groeide Baasrode in de vroege middeleeuwen uit tot een handelscentrum. Een groot deel van de bevolking leefde van het gebeuren op de Schelde, zodat er in 1777 niet minder dan vijf scheepstimmerwerven actief waren. De scheepswerven Van Praet en Van Damme hebben een grote bloei gekend in de 19e eeuw door de houten scheepsbouw. Maar de scheepsbouw doofde langzaam uit en in 1986 kwam het definitieve einde van een eeuwenlange traditie in Baasrode. Zeker een bezoek waard.
Veer Baasrode-Moerzeke – Veer voor voetgangers en fietsers
Vlak bij de Sint-Ursmaruskerk met haar geklasseerde toren, kan je op de veerboot stappen naar Moerzeke-Kastel. Van daaruit heb je een enig uitzicht op Baasrode en Vlassenbroek. Het pittoreske dorpje Vlassenbroek behoort ook tot Baasrode. Het is niet alleen bekend als kunstenaarsdorpje, maar ook om zijn unieke ligging aan een natuurgebied.
De leukste attractie van Baasrode is de oude stoomtrein, die in de zomermaanden van Baasrode naar Puurs rijdt. Aan het oud station Baasrode Noord vind je een verzameling van oude locomotieven, wagons en rijtuigen.
De Watertoren
Ook deze staat op de lijst van ‘Onroerend Erfgoed’ van Vlaanderen. Gebouwd in 1982 naar de ontwerpplannen van architecten G. en D. Bontinck uit Gent. Na 270 treden omhoog wacht je een prachtig zicht over de polder vanop 52 meter hoogte.
Brouwerswoning en brouwerij
Ook op de lijst van ‘Onroerend Erfgoed’ van Vlaanderen is het voormalig woonhuis van de brouwersfamilie D’Hollander en de brouwerij D’Hollander. Deze zou in oorsprong teruggaan op de brouwerij “De Halve Maan” die omstreeks 1800 werd overgenomen door Balthazar De Landtsheer en via huwelijk van zijn kleindochter in handen kwam van het brouwersgeslacht D’Hollander. De brouwerij was van circa 1938 tot 1960 gekend onder de naam “Brouwerij Bacchus” en later als “nv Brouwerij van Baasrode”. In 1972 werd de brouwerij overgenomen door S.A. Brasserie Piedboeuf uit Jupille.
Baasrode 1200 jaar
In 2021 bestaat Baasrode minstens 1.200 jaar want het wordt vermeld in een akte van keizer Lodewijk de vrome op 29 juni 821. Tijd dus om te vieren! Vele activiteiten rond en over de rijke geschiedenis van Baasrode zullen het feestjaar vullen.
Wist je dat Baasrode ouder is dan Aalst en Dendermonde?
Ons dorp wordt voor het eerst vermeld in een akte van keizer Lodewijk de vrome op 29 juni 821. Voor meer info, ga naar https://1200jaarbaasrode.be/
Tijdens de Tweede Wereldoorlog (1939-1945) was de Slag om Normandië, die duurde van juni 1944 tot augustus 1944, het begin van de bevrijding van de geallieerden van Nazi-Duitsland.
Met de codenaam Operation Overlord begon de strijd op 6 juni 1944, ook bekend als D-Day, toen zo’n 156.000 Amerikaanse, Britse en Canadese troepen landden op vijf stranden langs een 70 km lange zone van de zwaar versterkte kust van Normandië.
De invasie was één van de grootste amfibische militaire aanvallen in de geschiedenis en vereiste een uitgebreide planning. Vóór D-Day voerden de geallieerden een grootschalige misleidingsactie uit om de Duitsers te misleiden over het beoogde doelwit voor invasie.
De landingen in Normandië worden het begin van het einde van de oorlog in Europa genoemd.
De Slag om de Ardennen: La Gleize
Het Ardennenoffensief was het laatste grote offensief van de Duitse Wehrmacht aan het westfront in de Tweede Wereldoorlog. De slag vond plaats in de Ardennen, van 16 december 1944 tot 25 januari 1945, en werd gewonnen door de geallieerden
La Gleize, een dorpje langs de weg Remouchamps – Stavelot – Francorchamps, ligt midden in het noordelijke gedeelte van de Belgische Ardennen en was voor de Duitsers van veel groter militair belang dan Bastenaken. Het Museum December 44 is in een historisch pand in het centrum van het dorp gevestigd. Het is volledig gewijd aan de “Battle of the Bulge” en richt zich voornamelijk op de strijd die de troepen van ‘82nd Airborne’, ‘30th Infantry’ en ‘3rd Armored divisions’ voerden met ‘Kampfgruppe Peiper’. Deze strijd kende haar climax bij La Gleize. Je kan er onder andere 80 geüniformeerde poppen zien die soldaten van beide kanten voorstellen. De uniformen zijn origineel, net als de militaire uitrusting en de wapens die ze dragen. Verder kan je vele foto’s en kaarten bekijken waardoor je een beter beeld krijgt van de slag die hier plaats vond.
Königstiger 213
Museum December 1944 in Stoumont is echt een aanrader, ook omwille van de zeldzame Duitse Königstiger tank (69 ton) net buiten het museum. Zeer weinig Amerikaanse wapens konden de Königstiger tank met zijn 88mm kanon uitschakelen. Als je de tank in het echt ziet, begrijp je meteen waarom.
De Waalse provincie Henegouwen met Bergen (Mons) als hoofdstad heeft heel wat leuke bezienswaardigheden voor een gevulde daguitstap of een weekendtrip! Ontdek meer over ons industriële verleden, want wij gingen op zoek naar deze unieke kunstwerken.
We bezochten de vier scheepsliften van het centrumkanaal, de gigantische kanaallift van Strépy-Thieu en het hellend vlak van Ronquières. Een weekendje industriële architectuur en ontspannen wandelen in de natuur.
De hydraulische scheepsliften van het Centrumkanaal
Terrils, schoorstenen en mijnliften zijn de getuigen van de hoogdagen van staal en steenkool rond het Oude Centrumkanaal in het Waalse La Louvière. Om het transport over water te verzekeren werden eind 19e eeuw vier scheepsliften gebouwd om het Henegouwse Plateau te overwinnen. Deze vier scheepsliften uit het begin van de 19de eeuw zijn door UNESCO erkend als werelderfgoed.
Even ter herinnering: toen de Waalse steenkool- en staalindustrie eind 19e eeuw uit z’n voegen barstte, was een verbinding van de stroombekkens van Maas en Schelde een noodzaak. Ingenieurs zagen er brood in om het Kanaal Brussel-Charleroi te koppelen aan dat van Nimy-Blaton-Péronnes. Maar daarvoor moest het Henegouws Plateau met een verval van 68meter over een lengte van 7 km overwonnen worden. Sluizen waren te duur en te complex. Ingenieurs zagen als oplossing 4 hydraulische scheepsliften die elk een zekere hoogte overbruggen. Eén lift overbrugt 15,4 meter en de andere drie elk 16,93 meter.
De scheepsliften liggen op de waterweg tussen de Maas en de Schelde, het zogenaamde Centrumkanaal in de provincie Henegouwen. Je kan deze unieke tijdloze kunstwerken in hun originele werkende staat bewonderen. Ze zijn gemakkellijk toegankelijk en in de buurt kan je mooie wandelingen of fietstochten maken.
Industrieel erfgoed
De scheepsliften op het Centrumkanaal zijn ontworpen door een zekere Edwin Clark. Ze werden gebouwd tussen 1888 en 1917, en overbruggen samen een verval van zo’n 68 meter.
Houdeng-Goegnies
Houdeng-Aimeries
Strépy-Bracquegnies
Thieu
Na meer dan een eeuw functioneert alles nog perfect. Elke lift bestaat uit twee symmetrische, met water gevulde bassins waarvan de hoogste, die meer water bevat en dus zwaarder weegt, het andere bassin via pistons omhoog duwt.
Vanop de scheepslift van Houdeng-Aimeries zie je een beetje verder de derde lift al opdoemen. Het is verbazend hoe harmonieus deze kunstwerken van staal zich in het groene decor van het oude kanaal hebben genesteld.
Je kan dus makkellijk van de ene naar de andere lift rijden of fietsen, in soms heel spectaculaire uitzichten.
Het Centrumkanaal
Door de bouw van het Centrumkanaal via de aanleg van een nieuwe waterweg is het nu mogelijk om schepen tot 1.350 ton te laten doorvaren. Deze bouw was nodig omdat het nabijgelegen historische kanaal te klein was geworden om de industriële activiteiten van de regio de nodige faciliteiten te bieden.
Het Centrumkanaal, dat ingehuldigd werd in 2002, strekt zich uit over 27 km tussen Bergen en Seneffe. Het is een echt kruispunt van waterwegen geworden in het stroomgebied van Samber en Maas. Het biedt de mogelijkheid om met de zwaarste schepen van het stroomgebied van de Maas naar dat van de Schelde te varen.
De kanaallift van Strépy-Thieu
Het goederenvervoer wordt sinds 2002 omgeleid via de grote scheepslift van Strépy-Thieu. Dit monumentale bouwwerk dat in 2002 operationeel werd, doet het werk van de vier oude liften en overbrugt het verval in een keer. De kabellift – de liftbakken hangen aan kabels – is maar liefst 102m hoog, 135m lang en kan schepen tot 1350 ton vervoeren. Het is de grootste scheepslift van Europa en de tweede grootste scheepslift ter wereld. Gewoon spectaculair en je voelt je echt klein. Klim zeker eens naar de top van deze betonnen en metalen gigant.
De kanaallift van Strépy-Thieu, op het Centrumkanaal, is de tweede grootste bootlift ter wereld. Beleef een unieke ervaring door naar de top van deze betonnen en metalen kolos te klimmen, meer dan 100 m hoog!
In cijfers: 110 meter hoog, 135 meter lang en 75 meter breed. Twee bakken van 112 x 12 meter, geschikt voor de zwaarste boten; 200.000 ton per maand (een binnenvaartschip van 1350 ton komt overeen met bijna 70 vrachtwagens).
Adres: Rue Raymond Cordier 50, 7070 Thieu
Het hellend vlak van Ronquières
Het Hellend vlak van Ronquières is een scheepslift nabij Ronquières. Het is een hellend vlak op het Kanaal Charleroi-Brussel. Het overbrugt het hoogteverschil met het Henegouws Plateau. Het hellend vlak van Ronquières is iets wat je moet ontdekken, niet in het minst omdat het bezoek ook een prachtig uitzicht biedt op de streek.
Eens je voorbij het loket bent waar je kaartjes kan kopen, brengt de panoramische lift jou snel tot bij de glazen loopbruggen en de informatiebordjes. Het is de ideale plek om het verkeer van de boten te observeren en het bewegen van de bakken. En als je ten slotte alsmaar hoger komt en de top van de 150 m hoge toren bereikt, dan heb je een prachtig uitzicht op de streek en het hellend vlak. Bij mooi weer zie je onder andere de Leeuw van Waterloo en het Atomium van Brussel.
Het is het langste hellend vlak ter wereld. De constructie bestaat uit 2 bakken gevuld met water van 91 m op 12 m, en die tussen de 5.000 en 5.700 ton wegen, die volledig onafhankelijk werken en waarin de boten binnenvaren. Het zijn als het ware badkuipen op wieltjes die de vaartuigen vervoeren over een afstand van 1432 m die het hoge en het lage niveau van het hellend vlak scheiden. Het verval is 68 meter met een hellingsgraad van 5 %.
De sloop van Arne Quinze‘s monumentale kunstinstallatie “The Passenger” bestaande uit duizenden planken begon maandagochtend 11 april in Bergen (Mons).
Het monumentale werk van Arne Quinze “The Passenger” werd opgetrokken nabij de Grote Markt in Bergen als opening van het culturele project “Bergen 2015 Culturele Hoofdstad van Europa”.
Dit behoort nu tot het verleden maar het werk krijgt een tweede leven: het hout dat in de constructie werd gebruikt, wordt omgezet in papierpulp en de schroeven worden gerecycleerd.
Kunst of niet?
The Passenger was een monumentaal kunstwerk bestaande uit maar liefst 35.000 meter dennenhouten planken. Je kon er niet naast kijken en iedereen had er een mening over. Daarover zijn we zeker. Maar wat is het nu eigenlijk? Is dit kunst of een gigantisch onding? Is het een futuristische poort of een boom? Je hoort het aan de reacties in de straat, men weet niet echt wat men er moet van maken. Volgens de kunstenaar – Arne Quinze – wou hij met het bouwwerk het belang aantonen van deze toegangspoort tot de stad, iets wat door alle lagen van de bevolking wordt gebruikt en in 1 ruk de mensen naar cultuur brengt.
Mooi of niet, iedereen stopt om te kijken
Over de betekenis kan zonder twijfel uren worden gedebatteerd. Als je Bergen bezoekt – te voet, per auto of met de fiets – is een passage doorheen het bouwwerk bijna verplicht. Het project mist dan ook zijn effect niet: heel wat mensen stoppen om het geheel te bekijken in een poging te doorgronden wat dit nu net moet gaan voorstellen.
Persoonlijk vond ik “The Passenger” wel leuk, al was het maar omwille van het compleet absurde contrast dat er werd gemaakt met de omliggende wereld van staal en beton.
My Secret Garden
Arne Quinze zal Bergen echter niet verlaten: vanaf 29 mei 2021 stelt de kunstenaar zijn eerste grote tentoonstelling “My secret garden” voor in het Musée des Beaux-Arts (BAM).
Wapenstilstandsdag is de jaarlijkse herdenking van de wapenstilstand van 11 november 1918, die het einde betekende van de Eerste Wereldoorlog. Dit jaar kozen we voor de Tyne Cot Cemetery. Tyne Cot is een Britse militaire begraafplaats met gesneuvelden uit de Eerste Wereldoorlog gelegen in het Belgische dorp Passendale.
Tyne Cot
De naam Tyne Cot(tage) werd door de 50th Northumbrian Division aan een schuurtje gegeven dat te midden van een vijftal Duitse betonnen bunkers stond, langs de weg van Broodseinde naar Passendale. Hiermee verwezen ze naar de huisjes (cottages) langs de Tyne, een rivier in Noord-Engeland die door Northumberland loopt.
Tyne Cot Cemetery is de grootste Commonwealth begraafplaats op het vasteland en ook de belangrijkste getuige van de bloedige Slag van Passendale. Oorspronkelijk was Tyne Cot een versterkte positie van de Duitse Flandern I-stelling, waar Australische troepen in oktober 1917 een eerstehulppost inrichtten.
Ongeveer 12.000 soldaten liggen hier begraven. Op het indrukwekkende Tyne Cot Memorial staan nog eens 35.000 namen van soldaten zonder bekend graf, die na 15 augustus 1917 sneuvelden.
Vanuit het bezoekerscentrum heb je een uniek uitzicht over de oude slagvelden en krijg je het aangrijpende verhaal van Tyne Cot Cemetery en de doden van Passendale te horen en te zien.