De Stork Club in Manhattan, die actief was van 1929 tot 1965, was een van de meest prestigieuze clubs ter wereld. Een symbool van de café society, de rijke elite, waaronder filmsterren, beroemdheden, showgirls en aristocraten, allemaal gemengd in de VIP Cub Room van de club. Een beroemde oase in de periode na de drooglegging maakte de Stork Club de plek voor beroemdheden om te zien en gezien te worden. Het barboek geschreven door Lucius Beebe biedt een historisch kijkje in het goede leven in New York City op deze legendarische plek en wie welke drankjes dronk. Het boek bevat recepten, humor en verhalen over de rijken en beroemdheden die deze elegante club bezochten, en onderwerpen zoals de mint julep en de zombie.
Alexander the Great
Eén van de populaire cocktails in the Stork Club was deze variatie op de Brandy Alexander, het favoriete drankje van John Lennon trouwens. “An improvement, as some may think, on the conventional Alexander cocktail is the brainstorm child of Nelson Eddy“, een Amerikaans acteur en bariton zanger, en vaste klant in de Stork Club. Hij noemde deze cocktail de ‘Alexander the Great.’
Perfect after dinner drankje om een feestelijke maaltijd mee af te sluiten.
Wat heb je nodig?
30 ml Tempus Fugit crème de cacao
30 ml koffielikeur
30 ml room
45 ml Grey Goose vodka
Hoe maak je het?
Shake until cold as Siberia. Watch your Steppes, because more than three of these gives the consumer a wolfish appetite.” (pagina 33 van het Stork Club barboek)
Combineer alle ingrediënten in een shaker. Vul met ijsblokken en shake 20 seconden. Giet door een zeef in een coupe glas of coupette.
De kans is groot dat je dit liedje al een paar keer luidkeels hebt meegezongen. Auld Lang Syne – herinnering aan vervlogen tijden – is een gedicht en oude Schotse ballade van de hand van de Schotse dichter Robert Burns. Hij heeft het zelf op muziek gezet, hoewel de melodie die wij kennen niet de originele is. Auld Lang Syne wordt traditioneel gezongen op Hogmanay, de overgang van het oude naar het nieuwe jaar, maar zeker ook op Burns Night.
Robert Burns werd geboren op 25 januari 1759 en overleed op 37-jarige leeftijd in Dumfries op 21 juli 1796. Burns heeft heel wat gedichten geschreven en bijgedragen tot de Schotse cultuur en was zeer populair. Een paar jaar na zijn dood besloten vrienden zijn verjaardag te herdenken en zo werd 25 januari Burns Night.
Wat doe je op Burns Night?
Burns Night is een viering volledig gewijd aan de gedichten van Robert Burns, Haggis en whisky. Op het menu staat meestal cock-a-leekie soup , een soep gemaakt van kip en prei, de klassieker Haggis, neeps and tatties, als dessert cranachan of bannocks. En vooral toasten op Robert Burns.
Kilchoman Madeira cask matured 2021
Traditioneel doe ik op Burns night een flesje whisky open en dit jaar is het de beurt aan deze Kilchoman Madeira Cask, gebotteld op 50% alcohol en gelimiteerd tot 17.000 flessen wereldwijd. Kilchoman Distillery had gepland om deze eind 2021 uit te brengen, maar door een tekort aan flessen liep het vertraging op.
Het is een jonge, maar karaktervolle single malt whisky die werd gedistilleerd in mei 2016 om daarna 5 jaar en 3 maanden op 46 nieuwe madeira hogsheads te rijpen.
Anthony Wills, de stichter van Kilchoman legt het perfect uit: “Kilchoman really lends itself to maturation in fortified wine casks. The rich fruity character of the casks balances nicely with the creamy citrus sweetness of our new spirit. My preference when using wine casks has always been to use fresh first fill barrels with a view to bottling the whisky relatively young. This approach means the lighter clean flavours and the fresh maritime peat smoke isn’t overwhelmed by the cask influence”
De geur doet denken aan tonen van karamel, sinaasappelzeste en rijpe pruimen gemixt met hints van kruiden en rook (50 ppm – Parts per million oftewel delen per miljoen is een maat voor concentratie van fenol – Ter vergelijking, Laphroaig 10 zit rond de 55 ppm)
Citrussmaken, tonen van perzik en rozijnen ontdek je in de mond en dit gaat over naar hints van walnoten, pure chocolade en rook. De afdronk doet denken aan wijn, bruine suiker, donker fruit en rook.
Het gezegde ‘Geen minuut te verliezen’ neemt een steeds grotere en dominante rol in ons leven. En we hebben dit zelfs verbonden aan de zoektocht naar meer geld, want ‘tijd is geld’. De klok tikt ongenadig voort en die kostbare tijd mag dan ook niet verspild worden. Efficient time management is de boodschap die we overal meekrijgen. En onbewust worden we robotachtigen, die worden meegezogen. Puur mechanisch. Ons brein staat altijd aan, en dat kost energie. En we kunnen ook niet meer ontfocussen. Het is dan ook niet meer dan logisch dat er problemen met de gezondheid volgen. En lusteloosheid. En een gebrek aan focus. Het is nog maar het begin van een nieuw jaar en toch duiken nu reeds overal dezelfde woorden op: onrust, angstgevoelens, depressies en burn-out.
Kloktijd versus innerlijke tijd
De Franse filosoof Henri-Louis Bergson zei het al aan het begin van de twintigste eeuw: ”Als de mens zich laat terugbrengen tot een wezen dat zich enkel tot de kloktijd verhoudt, verliest hij de band met zijn innerlijke tijd en alles wat daarmee samenhangt.”
Dichter bij ons schreef Joke Hermsen in haar boek “Stil de tijd” – een absolute aanrader – dat ”de kloktijd ons zo in de tang heeft en dat het verwaarlozen van onze innerlijke tijd ons tot gemechaniseerde mensen zonder ziel maakt.”
Ik zie het ook rond om mij gebeuren, mensen vergeten letterlijk om even stil te staan, en dat heeft eenaverechts gevolg op ons welzijn. En ook op de welvaart want op burn-out staat een prijs, niet alleen voor het bedrijf maar ook voor de persoon zelf. Het zegt natuurlijk iets over de manier waarop we in onze samenleving met tijd omgaan.
Wat zijn Chronos en Kairos?
De oude Grieken kenden twee woorden voor ‘tijd’, Chronos en Kairos. Het eerste woord is chronos, van de god Kronos, die meestal wordt afgebeeld als een oudere man met een zandloper. Dat is de lineaire en meetbare tijd, de tijd op de klok, maar ook de economische tijd: 60 sekonden in een minuut, 60 minuten in een uur, 24 uren in een dag, 7 dagen in een week en 365 dagen in een jaar. Het is de tijd die voor orde en structuur zorgt, maar het is ook de tijd die ons is opgelegd.
Maar op die manier wordt tijd wel een kostbaar en zeldzaam goed. Want er valt zoveel te beleven en van alles te doen, maar de tijd is schaars. En zo krijg je de FOMO – Fear Of Missing Out – verhalen. En zo blijven we maar to do lijstjes maken, strakke planningen en verstikken we onszelf met deadlines. Hoe meer we de tijd proberen te vatten, hoe meer hij ons ontglipt eigenlijk. En dit leidt vooral tot stress en angst. Hoeveel keer hoor je per dag: “oh, ik heb het zo druk”?
Kairos – die andere Grieks god en jongste zoon van Zeus – is het andere woord voor tijd, die tijd die wel kan stilstaan, de tijd die we uit het oog kunnen verliezen, de tijd die we nodig hebben om tot rust te komen… Een tijd van creativiteit, waarin ruimte kan ontstaan voor iets nieuws. Kairos is een ander tijdsbesef waarin er zonder dat je het doorhebt plotseling uren zijn verstreken. Is het een toeval dat we onze beste ideeën hebben als we onder de douche staan? Of tijdens een wandeling? Het is pas als we (en ons geheugen) tot rust komen dat er nieuwe verbindingen mogelijk zijn.
Stop de klok!
En toch, als je goed kijkt, zijn er ook zaken die pleiten voor rust en verlangzaming en het op een meer positieve manier om met tijd om te gaan. En om te genieten van mooie momenten. Denk maar aan het Deense hygge, lagom uit Zweden, dolce far niente uit Italië en ikigai, het Japanse geheim voor een lang en gelukkig leven. Om nog maar eens Joke Hermsen te citeren: “Kairos tijd is de ware tijd die tot leven komt als de klokken zwijgen”.
Maken we echter niet de fout om die momenten van ‘luiheid’ of ‘niets doen’ enkel voor te behouden voor onze vakantie? Vergeten we niet om die momenten in te bouwen in ons dagdagelijkse leven?
Onlangs had ik een weekend waarin heel toevallig niets gepland was, en heb ik dan ook ‘niets’ gedaan. Niets Chronos, veel Kairos. Zij die me kennen weten dat ‘niets doen’ voor mij heel relatief is. Bijna onnatuurlijk. En toch was er aan het einde van dat weekend ergens achteraan een stemmetje dat me een schuldgevoel probeerde aan te praten.
Bewust niets doen is niet lui zijn, maar zou terug een onderdeel van ons bestaan en een belangrijke vaardigheid moeten worden. We moeten het niet bewaren voor onze vakantie of het weekend, maar moeten het inbouwen in ons leven en in onze werkcyclus.
Ga offline. Stop Chronos. Zoek de stilte. Leer suksesvol niets doen. En verwelkom Kairos!
Prei werd gegeten in het oude Rome en beschouwd als superieur aan look en ajuin. Het kookboek Apicius uit de 1e eeuw na Christus bevat vier recepten met prei. Rauwe prei was de favoriete groente van keizer Nero, die het in soep of olie consumeerde, in de overtuiging dat het gunstig was voor de kwaliteit van zijn stem. Dit leverde hem de bijnaam “Porrophagus” of “prei-eter” op.
Poireaux vinaigrette
Vandaag een recept met prei dat in alle grote keukens – en zeker in Parijse bistro’s – voorkomt, namelijk gestoomde of gekookte prei met vinaigrette. Je kan dit serveren als lichte lunch, als vegetarisch voorgerecht of als bijgerecht bijvoorbeeld bij vis.
Gebruik liefst kleine en dunne prei, en dan voornamelijk de witte stukken. Enkel even koken, de lekkere dressing maken, en klaar is kees.
Wat heb je nodig?
5-6 kleine preien
1 teentje look
1 EL rode wijnazijn
vers citroensap
1 EL fijne mosterd
3 EL extra vierge olijfolie
Peper en zout
walnoten
gorgonzola of andere blauwe schimmelkaas
dragon
Hoe maak je het?
Snij de donkergroene bovenkant en de onderkant van de prei af, zodat ze even lang worden. Spoel even met koud water om alle aarde eruit te halen.
Breng in een pan met ruim water en een goede snuif zout aan de kook en laat gedurende 10-15 minuten koken, afhankelijk van de dikte van de prei. Bedak de prei met een cartouche – een rondje vetpapier. De prei moet al dente zijn.
Maak de vinaigrette door de dijon mosterd, de wijnazijn, de fijn gesnipperde look, het citroensap (en eventueel een beetje suiker) tot een gladde substantie te mengen en voeg vervolgens beetje bij beetje de olie toe, terwijl je blijft roeren. Kruiden met peper en zout en proef tot je de juiste smaak en zuurtegraad hebt.
Haal de prei uit het water en laat afkoelen en afdruipen.
Leg ze op een mooi bord en serveer met de dressing. Werk af met stukjes walnoot, wat gorgonzola en wat blaadjes dragon.
Een paar maanden terug was ik in Chicago voor een trouwfeest en maakte van de gelegenheid gebruik om op zoek te gaan naar een bourbon whiskey. Binny’s Beverage Depot is een keten van liquor stores in de Midwest. Elke winkel is de grootte van een hypermarkt bij ons, met een gigantisch aanbod en dat maakte de keuze er niet gemakkelijker op. Het aanbod in bourbon alleen was niet minder dan 2 lange rijen. Ik wou een goede bourbon, small batch en iets dat je niet bij ons kon krijgen. Met de hulp van één van de winkelbedienden kwam ik uiteindelijk terecht bij deze Jefferson’s Reserve single barrel bourbon.
Jefferson’s Bourbon
Jefferson’s Bourbon is een in Louisville (Kentucky) gevestigd merk van bourbon dat in de VS wordt gedistilleerd, gemengd en gebotteld door Pernod-Ricard. Het merk werd voor het eerst uitgebracht in 1997. Het 100-proof single barrel-programma van het merk ging pas eind 2020 van start.
Kentucky Artisan Distillery
Jefferson’s Reserve wordt gebotteld voor McLain & Kyne, beter gekend als de Kentucky Artisan Distillery en die hebben een zeer unieke plek in de distilleerderijwereld. KAD is een contractdistilleerder en bottelaar en dient momenteel als de thuisbasis voor Jefferson’s Reserve Bourbon. Het dienen als de thuisbasis voor Jefferson’s Bourbon betekent dat een groot deel van het distilleren, bottelen en rijpen van het merk ter plaatse gebeurt.
Smaakprofiel
De formule van de whisky is verbeterd en bestaat nu uit een hoger percentage oudere whisky’s (van 10 tot 20 jaar) dan de eerste releases. Mooi in balans, met gekonfijt fruit, bramenjam, vanille, graan en een vleugje munt. Aangenaam, pretentieloos en ongecompliceerd.
Deze bourbon proeft naar eik en is een beetje stroperig en je proeft redelijk snel dat je met een oude, mooi gerijpte bourbon te maken hebt.
Het is niet altijd eenvoudig om te beschrijven wat je proeft, maar deze bourbon smaakt naar het begin van de herfst, naar een zondersondergang na een lange, hete zomer. Ik kan het gevoel echt niet beter omschrijven. De herfst is nog niet echt op gang gekomen, want het het weer is nog niet koud geworden en de laatste bloemen zijn nog niet verwelkt.