In the Mix Cynar Spritz

Artisjok

De verborgen parel onder de bitters – amari – is Cynar, een kruidige, bitterzoete Italiaanse drank op basis van artisjok. De klassieke Cynar Spritz maak je met gelijke delen (50 ml) Cynar, prosecco en sodawater. Deze Spritz op zich is al een unieke smaakcombinatie, heel eigenzinnig en verrassend van smaak. Maar we gaan nog een stapje verder.

Cynar werd in Italië gelanceerd in 1952. Ondernemer Angelo Dalle Molle experimenteerde met cynarine, een bittere stof uit de wortels en bladeren van artisjok. Hij verfijnde de smaak met 13 kruiden en planten tot een diepbruine bitterzoete likeur. Cynar was geboren en zag zijn succes snel uitbreiden over de landsgrenzen. 

Italiaanse kruidenlikeuren – amaro (mv amari) – bieden ons heel wat mogelijkheden als hoofdingrediënt of als subtiele en bittere toets in cocktails. Voor deze spritz gaan we de unieke smaak van Cynar uitspelen in een combinatie van bitter, zoet en zuur, door citroensap en orgeat siroop (zie artikel) toe te voegen aan de basisingrediënten. We laten het sodawater vallen en voegen een eiwit toe voor de fluwelen textuur. Want het mondgevoel is heel belangrijk.

After dinner spritz

Het is resultaat is een verfijnde smaakbom met Cynar, dat we omwille van de textuur en iets steviger smaak eerder als een after dinner spritz serveren.

Wat heb je nodig?

  • 30 ml Cynar
  • Prosecco of Champagne
  • 1 eiwit
  • 30 ml citroensap
  • 15 ml orgeat

Hoe maak je het?

Doe alle ingrediënten met uitzondering van de prosecco in de shaker. Goed dry shaken. Dan ijsblokken bij doen en nog eens goed shaken, zodat je een mooi zijdewitte schuimlaag hebt. Giet in een vooraf gekoeld glas een laagje prosecco of champagne. Top op met de Cynar cocktail.

NM.

Kip Scampi of Scampi Kip?

De hinderlaag op zaterdag

Ik hou van de zondagse lunch traditie met familie of vrienden. Allemaal gezellig rond de tafel genieten van een familiegerecht. Mijn familie weet na al die jaren dat dit een hinderlaag is, omdat ik ze dan al op zaterdag lastig val met de vraag wat ze op het menu willen. Deze heel onschuldige vraag kan de rust van een zaterdagmorgen volledig verstoren, net zoals een totaal onverwachte donderslag bij heldere hemel. De gelukkigen weten op tijd weg te lopen en zich te verstoppen. De ongelukkige overblijvers lees slachtoffers weten niet waar gekropen, om toch maar niet te moeten antwoorden. Niet dat ze die zondagse lunch niet graag hebben, integendeel, maar niemand wil de verantwoordelijkheid nemen om het menu te kiezen.

Ja maar we zijn maar met zeven

Goed, ik weet dat ik het nogal moeilijk heb met porties en dat ik mij in zulke omstandigheden nog al eens laat gaan. “Ja maar we zijn maar met zeven”, terwijl er genoeg eten voor een half dorp is. Ik ben daarin gelukkig “veel” verbeterd, alhoewel ik vermoed dat niet iedereen het hiermee eens zal zijn. Het gebeurde dan ook wel eens dat ik teveel eten voorzag en daarom maar wat extra mensen uitnodig. Logisch toch?

Goed, een lange uitleg om tot de kern van de zaak te komen, namelijk het menu van de zondagse lunch zal een al dan niet eenvoudig familiegerecht zijn, zoals bijvoorbeeld een Sunday Roast of carvery, of iets Italiaans met bijvoorbeeld pasta of ovengeroosterde aardappelen.

Kip alla scampi diabolique

We kozen deze keer voor een ideaal familiegerecht, dat gemakklijk voor een grote groep te maken is. Ik heb dat ooit eens gegeten in de Verenigde Staten in een Italiaans restaurant. Maar heb het nog nooit op een menukaart in Italië gezien. Dus vermoedelijk is het een gerecht dat daar ‘uitgevonden’ is door de Italiaanse migranten.

Het zijn dunne stukjes kipfilet die we echter gaan klaarmaken zoals scampi, een beetje in de stijl van onze scampi diabolique (fra diavolo) – zie recept. Het resultaat is malse stukjes kip, met een looksaus met stukjes rode paprika. Heel lekker met pasta.

Wat heb je nodig?

  • 4 kippenfilets
  • 2 eieren
  • bloem
  • olijfolie
  • 2 rode paprika’s
  • 4 teentjes look
  • 500 ml kippenbouillon
  • 250 droge witte wijn
  • 4 EL boter
  • platte peterselie

Hoe maak je het?

Snij de kippenfilets in dunne strips. Kruiden met peper en zout. Neem twee kommen waarvan je er een vult met de licht opgeklopte eieren en een snuifje zout. In de andere kom gaat de bloem. Haal de stukjes kip door het eimengselen vervolgens door de bloem. Leg op een serveerschaal.

Verwarm wat olijfolie in een grote braadpan en bak de stukjes kip tot ze mooi goudbruin zijn (desnoods in verschillende beurten). Haal uit de pan en laat onder alumiumfolie rusten.

Verwijder het overtollige vet uit de pan en eventuele aanbaksel. Verwarm terug een lepel olijfolie en bak nu de in fijne strips gesneden rode paprika op een middelmatig vuur. Na een vijftal minuutjes mogen de fijn gesnipperde teentjes look erbij. Blijf goed roeren en kook tot alles gaar is.

Je mag er nu nog een lepel bloem overstrooien, dit om de saus te binden. Meng goed onder de stukjes paprika en look. Blus met de witte wijn en maak de aanbaksels lost. Doe er nu ook de bouillon bij en verhoog het vuur zodat de saus kan indikken.

Afhankelijk van je vuur duurt dit een goede 5 minuten. Dus je kan ondertussen de pasta koken.

Wanneer de saus is ingedikt mogen de stukjes koude boter erbij. Zo krijg je een mooi glanzende saus. En mogen de stukjes kip er terug bij. Laat alles nog eens goed doorwarmen. Controleer de kruiding. Strooi er de fijn gesnipperde platte peterselie over. En serveer met de warme pasta.

NM.